Film van Bram de Haan. Verfrissende kijk op ‘het wonder van Frankendael’

0

Hij voelt zich dankbaar dat hij in Oost mag wonen. Bram de Haan, fietstaxichauffeur en fotograaf, woont vlakbij Park Frankendael. Hij maakte een prachtige film over de vogels in Frankendael, die mij raakte en de ogen opende. Ik praat met Bram over vogels, schoonheid, en ‘het wonder van Frankendael .

Natuur | Robijn Tilanus

Je bent geboren en getogen in de stad, in Oost. Hoe is bij jou de liefde voor de natuur ontstaan?

Dat zit in mijn bloed. Als kind werd ik vaak meegenomen door mijn vader naar het bos in Breukelen. Daar genoot ik altijd van de stilte en de schoonheid.

Je hebt vele jaren van je leven gereisd. Je werkte op kermissen en maakte verre bergwandelingen. Toch kwam je terug naar Oost. Waarom?

Ik houd van de natuur, maar ik houd ook van reuring. Ik vind het heerlijk om mensen te ontmoeten en bijvoorbeeld salsa te dansen. Daar heb je toch de stad voor nodig. Het unieke van de plek waar ik nu woon, is dat ik een prachtig natuurgebied, Frankendael, letterlijk om de hoek heb. En ik ben een straat verderop opgegroeid. Deze plek is me vertrouwd.

Wat is er voor jou zo bijzonder aan Park Frankendael?

Frankendael is als het ware een volwaardig Nationaal Park in postzegelformaat. Er leven vrijwel net zoveel verschillende vogelsoorten als in Nationaal Park de Veluwe! De biodiversiteit is enorm. En doordat de vogels gewend zijn geraakt aan mensen, zijn de meeste behoorlijk tam geworden. Je kunt ze heel dicht naderen zonder dat ze wegvliegen. Dat vind ik geweldig!

Ik zie jou als een echte vogelaar omdat je altijd naar vogels aan het kijken bent. Maar zo zie jij jezelf niet. Leg eens uit.

De meeste vogelaars willen vooral heel veel zeldzame soorten spotten. Maar daar gaat het mij niet om. Het gaat mij eigenlijk alleen maar om de schoonheid. Ik kan diep gelukkig worden van de schoonheid van een pimpelmees die, met strijklicht, in zijn eigen wereld tussen de bloesems zit. Dan maakt het mij niet uit dat de pimpelmees een ‘maar een gewone vogel is’.

Precies daar gaat jouw film ook over: over de immense schoonheid van ‘gewone’ vogels.

Inderdaad.

Waarom ben je deze film gaan maken?

Ik zag het als een buitenkans. Niemand doet dit of heeft dit gedaan, tot nu toe. Gewone Nederlandse vogels zo mooi mogelijk portretteren in Park Frankendael. En ik had die mogelijkheid! Ik ben fotograaf en maak daarnaast films. En ik kon het me permitteren om wekenlang bijna elke dag met mijn camera en statief voor mijn werk naar Park Frankendael te gaan en daar te wachten op een kans om een mooi shot te maken. ’s Ochtends vroeg: dan is het licht zo mooi en de kleuren zo intens.

Had je een bepaalde bedoeling met je film?

Ik wil de mensen laten zien hoe ongelofelijk mooi de vogels van Park Frankendael zijn.

Nou, wat mij betreft is dat helemaal gelukt. Ik vond de vogels al mooi, maar nu ik ze via de film door jouw ogen kan zien, raken ze me nog meer met hun schoonheid

Nou, dat was dus mijn bedoeling.

Kunnen de mensen van Oost nog iets doen om vogels te helpen?

Jazeker! Om te overleven, hebben vogels ‘Vier V’s’ nodig: voedsel, voortplantingsmogelijkheden, veiligheid en variatie. Als je een tuin of balkon hebt, dan kan je voor die ‘Vier V’s’ zorgen:

– Voedsel (hang in de winter vetbollen op, geef in het voorjaar gedroogde insecten, en voeder in de rest van het jaar zadenmengsels)

– Voortplantingsmogelijkheden (hang een nestkast op, of geef de vogels een dichte heg of struik waar ze een nest in kunnen maken)

– Veiligheid (zorg voor beschutting in de vorm van struiken, boomkruinen en een heg)

– Variatie (zorg voor een afwisseling van hoge en lage planten; vroegbloeiers en laatbloeiers; en bessenplanten en zaadplanten).

Daarnaast kun je de vogels helpen door biologische landbouwproducten te kopen.

Wat hebben biologische landbouwproducten nu met vogels te maken?

Twee derde van het landoppervlakte van Nederland wordt voor de land- en tuinbouw gebruikt. Op een groot deel daarvan ontbreken de ‘Vier V’s’. Door het gebruik van veel pesticiden zijn er nog maar heel weinig insecten over voor de vogels om te eten. Heggetjes en struiken, ooit zo gewoon in het boerenland, zijn voor een groot deel weggehaald waardoor de voortplantingsmogelijkheden voor vogels minimaal zijn geworden, en waardoor vogels ook geen beschutting oftewel veiligheid meer hebben. En door schaalvergroting is de variatie in het landschap verdwenen. Als je biologische landbouwproducten koopt, help je mee om de ‘Vier V’s’ terug te brengen in de land- en tuinbouw.

Je hebt bij je film ervoor gekozen om de namen van de vogels niet te vermelden…

Inderdaad. De film is in eerste instantie niet bedoeld als informatieve film, maar meer om de schoonheid en diversiteit van vogels te laten zien die rustig een eigen leven leiden in een stadspark, terwijl wij ons daar misschien helemaal niet bewust van zijn.

Zullen we samen naar jouw film kijken, en dat je dan per shot iets vertelt, als is het maar alleen de naam van de vogel?

Prima.

Ik geniet van Brams enthousiasme. Hij vertelt:

De film start met een ooievaar die nestmateriaal verzamelt.

Dan volgt een roodborst. Dit shot heb ik uit de hand genomen. Het roodborstje zat daar zó dichtbij (twee meter afstand!), zó prachtig op een tak, met die drie waterdruppels erboven, dat ik dacht: Als ik nu mijn statief pak, dan vliegt hij weg. Dus ik stond doodstil en filmde uit de hand.

Een pikzwarte merel, die ondanks zijn pikzwarte kleur toch mooi in beeld kwam door de zon.

De boomklever zal niet iedereen kennen. Met zijn blauwe rug en oranje-bruine buik lijkt hij wel wat op een ijsvogeltje – maar dan in een iets minder kleurrijke variant.

Reigers zie je altijd volop in Frankendael. Tuindorp Frankendael wordt in de volksmond wel de ‘Reigerbuurt’ genoemd. Omdat het zo bijzonder is dat er zoveel reigers zitten.

Een winterkoninkje kan zo prachtig zingen…!

Dit shot van de pimpelmees is een van mijn favoriete shots. Geweldig, zoals hij daartussen de bloesems zat! Echt genieten was dat voor mij, toen ik hem daar zo zag…

Een koolmees die een levend motje aan het eten is…

Weer een merel

Nu volgen twee shots die ik in elkaar gemonteerd heb: van een koolmees en een roodborst. Die twee vogels hadden zo’n mooie interactie! Je kunt gewoon merken dat ze naar elkaar luisteren en op elkaar reageren. Ze zaten vlak bij elkaar.

Een houtduif in zijn eigen wereld. Ik vond het blauw van de achtergrond zo mooi.

Halsbandparkieten in love…

Een kauw. Voor mij is dit een soort ‘levend portret’. Alsof hij aan het poseren was, speciaal voor mij.

De grote bonte specht. Grappig gezicht, hè, hoe zijn hele lijf als een soort drilboor tekeer gaat bij het hakken van een nestholte.

Toen ik deze reiger filmde, begonnen de klokken van de Hofkerk te beieren. Sfeertje!

Een nijlgans met jongen.

Toen ik deze reiger filmde, kwam er opeens een windvlaag. De reiger rekte zich uit, waarom weet ik nog steeds niet precies, maar ik vond het een prachtig gezicht.

Een meerkoet die zijn veren poetst. Meerkoeten zijn zwart, met een witte bles.

De waterhoen lijkt wel wat op de meerkoet, maar een waterhoen heeft een opvallende rood met gele snavel. Ik vond het zo mooi hoe hij weerspiegeld werd door het water, helemaal in zijn eigen wereld.

Weer een meerkoet, ditmaal met jongen. Gadegeslagen door een zilvermeeuw. Wegwezen, jij!

Reiger met kreeft en waterhoentje.

Een koolmees die een wormpje eet.

Een roodborst, omdat ik het niet kon laten.

De gaai zal misschien ook niet bij iedereen bekend zijn. Vroeger noemde men deze vogel de ‘Vlaamse Gaai’, maar dat is een paar jaar geleden veranderd. Ik vind zijn kleine blauw-met-zwarte veertjes zo prachtig.

En dan mijn lievelingsvogel: de ijsvogel. Elk jaar broeden er meerdere paartjes in Park Frankendael. Maar ze zijn schuw: je moet geluk hebben om ze te zien. Ik vind het een magische vogel. Hij laat heel veel zien, maar hij verhult ook veel. Wat zit er bijvoorbeeld ónder dat felle blauw? Het lijkt wel alsof daar iets van oranje onder zit. Als je goed kijkt, zie je dat er zóveel verschillende kleuren blauw in zijn verenkleed verstopt zitten! Dat maakt deze vogel voor mij mysterieus.

Bij de grote bonte specht begin ik met pianospelen. Dat is voor mij ook een keuze geweest. Om het grootste deel van de film alleen de vogelgeluiden te laten horen. En pas op het laatst muziek toe te voegen. Dat had natuurlijk ook anders gekund. Maar ik heb hiervoor gekozen.

Tot slot: nogmaals de gaai, en de merel.

En we sluiten af zoals we begonnen zijn: met de ooievaar.

Dank je wel, Bram, voor je enthousiasme, en voor de tijd en de liefde die je in deze film hebt gestopt. Ik hoop dat velen zullen genieten van deze film en van de vogels van Frankendael!

Robijn Tilanus is improvisatiecoach, pianiste, auteur en componist. Daarnaast schrijft zij als freelance journalist voor oost-online over onderwerpen die haar raken: natuur, muziek, gezondheid en markante mensen met een missie.