Home Dwars nieuws ‘Gekaapt door het kapitaal’

‘Gekaapt door het kapitaal’

0

Er zou veel meer aandacht moeten zijn voor de rol van het kapitaal in de samenleving en in de economie, vindt Mirjam de Rijk. Bijvoorbeeld voor het opkopen van delen van de overheid door mensen die er geld mee willen maken. Maar ook voor hoe bedrijven steeds meer gedwongen worden om aan de leiband van financiers te lopen. De Rijk fileert deze gang van zaken allemaal in haar onlangs uitgekomen boek Gekaapt door het kapitaal. Een mooie aanleiding om deze buurtgenoot, journalist en voormalig GroenLinks-politica te interviewen.

Evelien Polter | Foto Frank Schoevaart

In je boek Gekaapt door het kapitaal toon je hoe het grote geld grip heeft gekregen op belangrijke delen van de samenleving- op de zorg, het onderwijs, de volkshuisvesting, maar ook op bedrijven. Wat doet dat met de economie?

‘Er wordt in Nederland te weinig onderscheid gemaakt tussen echt ondernemerschap en geld maken. Ik haal een ondernemer aan die vertelt dat zijn financiers – zogenaamde durfinvesteerders – na vier, vijf jaar willen cashen. Je moet het bedrijf dat je net hebt opgericht dus weer zien te verkopen.
Bij private equity gaat het net even anders. Bij dit type investering wordt zo snel mogelijk zoveel geld als mogelijk uit bedrijven gehaald. Het kapitaal heeft daarmee de economie gekaapt. Het roept gelukkig de laatste tijd steeds meer verontwaardiging op dat bijvoorbeeld huisartspraktijken worden opgekocht door private equity ketens. Maar dat is het topje van de ijsberg, ik denk dat weinig mensen zich realiseren dat grote kapitaaleigenaren veel kapotmaken.’

Je schrijft over hoe het kapitaal het overneemt in de zorg, het onderwijs en de kinderopvang. Kun je daar een voorbeeld van noemen?

‘Een voorbeeld is Orpea, een groot Frans beursgenoteerd bedrijf dat ook in Nederland zo’n honderd woon-zorgcomplexen bezit. Orpea is in het gat gesprongen dat ontstond toen in Nederland bejaarden- en verzorgingstehuizen gesloten werden. Het bedrijf is actief in 22 landen en heeft een omzet van vier miljard euro. Doordat de zorgcentra in Nederland hun oude naam hebben gehouden – Dagelijks Leven, September en thuiszorgorganisatie Allerzorg – weet vrijwel niemand dat ze van Orpea zijn. Het is best spannend hoe het met die instellingen verder gaat, want Orpea kwam vorig jaar enorm in de problemen toen bleek dat de ouderen in de Franse huizen verwaarloosd werden. Het bedrijf had een schuld van 9,5 miljard euro.’

‘Degenen die de touwtjes van het kapitaal in handen hebben, gaan hun goddelijke gang’

Wat kunnen ziekenhuizen en zorginstellingen doen om te voorkomen dat het kapitaal het overneemt?

’Een voorbeeld is het laboratorium van het OLVG. Steeds meer ziekenhuizen dragen hun laboratorium over aan grote commerciële bedrijven omdat dat schaalvoordelen op zou leveren. Het OLVG heeft echter samen met andere ziekenhuizen in en rond Amsterdam een gezamenlijk niet-commercieel laboratoriumnetwerk opgericht. Zo kunnen ze beter en efficiënter werken, zonder zich uit te leveren. De commerciële opkopers hadden het nakijken. Anja Leyte, bestuurder van OLVG Lab bv in Amsterdam vertelde me: ‘Onze schaalvergroting is gericht op samenwerking, kwaliteitsverbetering en innovatie, niet op prijsvechten.’’

Wat is er nodig om in de volkshuisvesting weer grip te krijgen?

‘Het is best gek dat speculanten en grote bedrijven die veel grond bezitten, zoveel invloed hebben op de volkshuisvesting, op wat er wel en niet gebouwd wordt. Ze vertragen daarmee de bouw. Vorig jaar heeft minister De Jonge van Wonen een aantal voorstellen gedaan om meer grip te krijgen op de grond. En om de winst die gemaakt wordt doordat grond plotseling meer waard wordt, op z’n minst gedeeltelijk naar de samenleving te laten vloeien. Een andere goede stap is de wet om de huren van veel meer woningen te reguleren, ook van woningen die nu niet onder de sociale huur vallen. Die wet is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer, maar moet nog door de Eerste Kamer. Het is heel spannend of hij daar ook wordt aangenomen, want naar verwachting gaat dan voor 300.000 woningen de huur met gemiddeld bijna 200 euro per maand omlaag. Als verhuurders te hoge huren blijven innen, kunnen ze boetes krijgen en hun verhuurvergunning kwijtraken. Er is een enorme lobby vanuit beleggers op gang gekomen tegen de wet, maar ik denk dat het een goede manier is om huisjesmelkers en beleggers aan banden te leggen. Tegelijkertijd moeten woningcorporaties dan wel veel meer mogelijkheden krijgen om betaalbare huizen te bouwen en te verhuren. Corporaties zijn afgelopen decennia nogal aan banden gelegd maar juist zij kunnen zorgen voor betaalbare woningen.’

Je schrijft ook dat de bestrijding van ongelijkheid meer dan ooit afhangt van belastingen, niet van de hoogte van de lonen.

‘De loonstrijd is heel belangrijk, maar er is meer nodig. De bedrijven waar de winsten het hoogst zijn, hebben vaak relatief weinig mensen in dienst, dus ook als die lonen omhoog zouden gaan, blijven er miljarden winst over voor de aandeelhouders. Bovendien is het niet per se eerlijk als de werknemers van ASML veel meer zou verdienen dan op andere plekken. Alleen als je ASML veel meer belasting laat betalen, kunnen ook de mensen in de zorg meeprofiteren van hoge winsten.’

Je boek eindigt met de overname van camping Zeeburg aan de rand van onze buurt. Waarom vind je dit een hoopvol voorbeeld?

‘Campingeigenaar Toon Weijenborg heeft, toen hij op zoek was naar een nieuwe eigenaar, geweigerd om de camping te verkopen aan een grote internationale recreatieketen. Hij heeft de camping overgedragen aan een stichting en vastgelegd dat de nieuwe eigenaar de winst óf herinvesteert, óf weggeeft aan maatschappelijke doelen. Om ervoor te zorgen dat de camping blijft wat het is en het échte kamperen niet in het gedrang komt. Ketens zoals Roompot kopen de laatste jaren overal in Nederland campings op om er vervolgens bungalowparken van te maken. Roompot is van private equity. Weijenborg, die camping Zeeburg dertig jaar geleden is begonnen, zag dat niet zitten. Het is een mooi voorbeeld dat het anders kan.’

Een deel van dit interview werd eerder gepubliceerd in Tijd&Taak, tijdschrift van de Banning vereniging.