Home Groen ‘Is er een plekje bij de zakdoekjesboom?’

‘Is er een plekje bij de zakdoekjesboom?’

0

Johan Mullenders is boombeheerder op De Nieuwe Ooster. Eind mei verzorgt hij, als corona het toelaat, een ‘leergang’ voor de Nederlandse Dendrologische Vereniging (NDV). De aanleiding voor oost-online om met hem in gesprek te gaan is vooral de actie rond de rode beuk.

Anne-Mariken Raukema

Dendrologen zijn boomliefhebbers in de breedste zin van het woord. ‘Dendro’ betekent houtachtig; de zevenhonderd leden variëren van beginnelingen tot wat Mullenders aanduidt als ‘mastodonten’. De vereniging is gericht op kennisdelen. Daarom organiseert ze vier of vijf keer per jaar een ‘leergang’. Mullenders liep al verschillende keren mee in andere steden, eind deze maand organiseert hij de wandeling voor de eerste keer zelf. ‘We beginnen natuurlijk op De Nieuwe Ooster, van daar naar park Frankendael en het Oosterpark, de Hortus en het Wertheimpark, dan naar Funenpark en Flevopark en eindigen aan de Kruislaan. Ik denk dat we zo’n vierenhalf uur onderweg zijn. Lekker doorstappen.’

Emotioneel werk, maar mooi en dankbaar

Johan Mullenders werkt al bijna dertig jaar op de Nieuwe Ooster. Toen hij er in 1992 begon, zag de begraafplaats er qua beplanting soberder uit. Als beheerder plant hij bomen aan, verzorgt ze, snoeit en rooit ze wanneer nodig. Dit alles in z’n eentje, met een dag per week hulp van een zelfstandige boomverzorger, die hij inhuurt. Op die dagen gaan ze met z’n tweeën de boom in voor onderhoud. Met hem spart hij over lastige zaken of een boom echt gerooid moet worden, omdat de veiligheid in het geding komt. Daarnaast verzorgt hij de administratie: houdt het beheersysteem bij, verzorgt de digitale bomenkaart, muteert plantenlijsten en voert de veiligheidscontroles uit. Dat is met een oppervlakte van 33 hectare geen kinnesinne.

Ook hoort het uitgeven van graven bij zijn dagtaak. Dit betekent dat hij de nabestaanden van een overledene wijst waar een graf kan komen. ‘Sommige mensen hebben specifieke wensen, omdat ze hier herinneringen hebben. Niet zelden krijg ik de vraag ‘Is er een plekje bij de zakdoekjesboom?’ Dat maakt het werk emotioneel, maar tegelijkertijd ook mooi en dankbaar, omdat je iets voor de nabestaanden kunt betekenen.’ Er zijn nu zo’n 25.000 graven, er zijn nog zeker een paar duizend plaatsen vrij.

De Nieuwe Ooster werd uitgeroepen tot Arboretum

Gaandeweg zag de immer enthousiaste Mullenders het park mooier worden. Hij ziet het dan ook niet als werk. ‘Hoe langer ik hier ben, des te meer binding ik ermee kreeg’, zegt hij. Hij plantte zelf heel veel bomen, die hij soms ergens anders redde. Hij hielp ook veel mensen. In 2007 nam hij het initiatief voor oprichting van de Stichting Arboretum; een jaar later werd De Nieuwe Ooster uitgeroepen tot arboretum. Dit is geen beschermde titel; een bomentuin moet wel aan een aantal criteria voldoen. Zo moet er een beheerder zijn, een plantenlijst die wordt bijgehouden, er moet sprake zijn van een visie en de tuin moet toegankelijk zijn voor het publiek.

In Amsterdam zijn – voor zover hem bekend – nog twee andere arboreta: het iepenarboretum achter EYE in Noord en ook Artis noemt zichzelf arboretum. Mullenders is nu ‘extern adviseur’ voor de Stichting Arboretum. Een paar jaar geleden werd zijn leven ‘te veel beheerst’ door z’n agenda en stootte hij het voorzitterschap van de Stichting Arboretum af.Ook legde hij zijn bestuursfunctie bij de Nederlandse Dendrologische Vereniging neer.

Borstbeeld van landschapsarchitect Leonard Anthony Springer

Trots is Johan Mullenders op het borstbeeld van Leonard Springer, de landschapsarchitect die in Amsterdam onder andere De Nieuwe Oosterbegraafplaats, het Oosterpark en een deel van park Frankendael ontwierp. Alle oude bomen, die inmiddels zijn opgenomen in de ‘Springerwandeling’ zijn door hem zorgvuldig gekozen. Eind september 2020 werd het beeld, gemaakt door Harriët Jellema, onthuld. ‘Al tien jaar liep ik met het idee rond om een beeld voor hem op te richten’, aldus Mullenders. Haarlem vernoemde een straat naar hem, in Tilburg staat een gedenknaald met alleen zijn naam erop. Toen hij de beeldhouwster ontmoette, kreeg het idee handen en voeten en werd via de gemeente Amsterdam subsidie gevonden en een crowdfundingactie gestart.

Actie om aangetaste rode beuk te redden

Niet ver van de hoofdingang staat een immense rode beuk, in vak 20. De beeldbepalende reus is al bijna 130 jaar en werd in 1892 van een kwekerij overgeplant naar de jonge begraafplaats. Deze Springerboom is aangetast door de reuzenzwam, een schimmel die de wortels opvreet. Het is Mullenders die het idee opvatte om de boom te koppelen aan een eigen e-mailadres: [email protected] en zo mensen uit te nodigen om samen energie en liefde te verzamelen om wellicht de rode beuk te redden. Mullenders: ‘Bij mensen zie je soms ook dat er medische wonderen voorkomen, waarom bij deze rode beuk niet?’ Om de natuur een handje te helpen wordt onder de boom beukenbladgrond aangebracht – normaal gesproken wordt in de late herfst al het gevallen blad weggehaald, in tegenstelling tot in bossen. Op de website staat het verhaal van de rode beuk met een oproep om de beuk een berichtje te sturen. ‘De beuk is in principe nog maar op de helft van zijn leven, hij kan dus nog een dikke eeuw mee’, denkt Mullenders.

Davidia involucrata