Home Dwars nieuws ‘Je moet er wat van maken!’

‘Je moet er wat van maken!’

0

Thuis werken in het onderwijs met twee jonge kinderen om je heen, hoe doe je dat en is dat te vol te houden? ‘Druk is het zeker,’ zegt Maarten, ‘maar op zich zijn we dat gewend, we moeten nu alleen meer regelen’. En dat lukt ze goed.

Anita Boelsums | Dwars

Maarten en zijn vrouw Teska wonen in een van de zijstraten van de Middenweg. Maarten is docent Aardrijkskunde aan een middelbare school en Teska werkt in de veiligheidsregio voor de Brandweer. Al een paar weken doen ze hun werk voornamelijk vanuit huis, in gezelschap van hun twee kinderen: Maura van 1 en Quin van 5 jaar. Ze hebben de afspraak gemaakt dat een van beiden elke dag een dagdeel met de kinderen bezig is en een dagdeel werkt. Dat werken gebeurt in de kamer van dochter Maura, op een laptop tussen het speelgoed, de knuffels en het wasgoed. Die plek is tevens de speelkamer dus de kinderen komen regelmatig binnen om iets te pakken of te vragen, echt geconcentreerd werken is lastig.

‘De leerlingen willen elkaar weer zien, en hun sociale leven weer oppakken’

Focussen
Teska gaat een dag per week naar haar werk, de rest van de week zit ze thuis. Maarten gaat een ochtend naar school. ‘Dan kan ik even lekker doorhalen, goed aaneengesloten doorwerken.’ De beide ouders vinden dat ze niet te klagen hebben in deze bizarre tijd, met allebei een vaste baan en een huis op de begane grond. Als het mooi weer is, kunnen de kinderen lekker in de tuin spelen, soms met de buurkinderen van dezelfde leeftijd in de aangrenzende tuin. ‘Voor mij is het erg belangrijk om werk en kinderen goed te scheiden,’ vertelt Maarten. ‘Ik kan niet een beetje van het één en een beetje van het ander doen. Ik moet focussen.’ Soms wringt de dagindeling met de schoolwerkzaamheden, want daar proberen ze de uren van het vaste rooster zoveel mogelijk aan te houden. Dat kan frustrerend zijn, maar er is veel begrip voor ouders met kinderen.

Bellen, bellen, bellen
Hoe bevalt dat digitaal lesgeven? Maarten: ‘De eerste twee weken was het vooral veel ontdekken, uitzoeken, nieuwe dingen leren. Op zich leuk, maar iedereen, zowel leerlingen als docenten, werd overstelpt door een bombardement van berichten en e-mails. De derde week waren we gewend en kon er af en toe echt les gegeven worden, maar nu wil iedereen eigenlijk gewoon weer naar school. Dat geldt vooral voor de leerlingen, die willen niet zozeer ons graag zien maar elkaar, en hun sociale leven weer oppakken.’ Er zijn, net als op alle scholen, zorgen over kinderen die door hun moeilijke thuissituatie meer ondersteuning nodig hebben. ‘Het enige dat je kunt doen, is zoveel mogelijk contact houden: bellen, bellen, bellen. Dat doen we met alle docenten.’

Kriebelen
De ochtend bij het jonge gezin begint om 6 uur met opstaan, ontbijten en een beetje rondhangen. Teska gaat om 8 uur naar de speelkamer om te werken. Om een uur of 9 begint het niet alleen bij de kinderen maar ook bij Maarten te kriebelen en gaan ze naar buiten, een rondje lopen in Park Frankendael of op de fiets naar het Flevopark. Maarten: ‘Er zijn overal wel speeltuintjes te vinden en daar hebben de kinderen dan ook even wat speelgenootjes. Daarna hangen we weer wat rond in huis of in de tuin, gaan middageten en vervolgens draaien mijn vrouw en ik de rollen om. ‘s Middags is het meestal wat drukker in de publieke ruimtes dus dan spelen de kinderen vooral in de tuin. En ‘s avonds na het eten, om een uur of 8, als de kinderen in bed liggen hebben we weer tijd om te werken.’

Doelen bijstellen
Hebben ze nog wel tijd voor zichzelf of elkaar? ‘Tja, weinig natuurlijk, je bent de hele dag bezig, non stop. Maar je moet je doelen wat bijstellen en er gewoon wat van maken. We doen ook leuke dingen met zijn vieren, hoor, zoals met de auto naar een stil plekje in het bos gaan. En vergeet niet: wij hebben geen stress van onzekerheid over werk in de toekomst, of zieke ouders of wat dan ook. Het kan allemaal veel erger!’