Wanneer je als man ‘Jan Salie’ wordt genoemd, sta je er niet al te best op. De volksuitdrukking roept associaties op met een lanterfanter, een kaaiewaaier of een dagdief.
Het komt door het woord salie. Dit kruid zou een geneeskrachtige werking hebben: ontsmettend en ontstekingsremmend. Geïrriteerde slijmvliezen hebben baat bij salie; daarom vind je salie in sommige tandpasta’s. Maar salie kalmeert ook de geest. In het boek Jan, Jannetje en hun jongste kind, uit 1841, voerde de schrijver Potgieter een Jan Salie op. Zo genoemd omdat hij voor het slapen saliemelk dronk, in plaats van het gebruikelijke bier. Het personage werd een symbool van traag- en sufheid.
Een beetje onrechtvaardig wel, tegenover de salie. Ook vandaag nog wordt een bundeltje rokende salie gebruikt om huizen te ontdoen van kwade geesten en slechte herinneringen. Maar ermee koken is natuurlijk het beste. Salie is een krachtig kruid, dat weinig andere smaakmakers naast zich duldt. Tijm en rozemarijn zijn wel fijne combi’s. Verder lekker met kalfsvlees, paddenstoelen, pompoen, spek, en ach, wat al niet.
Inger Boxsem en het team van de Krat
Het recept van de week | Het recept wordt je aangeboden door de Krat
