Van alle kooktechnieken is marineren misschien wel een van de oudste. Al honderden jaren worden vlees, vis, groenten en zelfs fruit gemarineerd. Het betekent zoiets als: in geurend vocht leggen.
Zure haring is natuurlijk een (ouderwets) voorbeeld, of aardbeien in balsamico-azijn, een dessert dat in de jaren negentig zo populair werd. Marineren kun je doen om verschillende redenen. Houdbaarheid, bijvoorbeeld, en marinades geven smaak af: denk aan kip in een marinade van soja, honing, knoflook. Een mengeling van zout, kruiden en wijn/azijn/bouillon maken vlees bijvoorbeeld malser, of verzachten een al te stevige wildsmaak.
Vis en groenten kunnen ‘garen’ in marinades. Dat gebeurt bij Peruaanse ceviche: witvis gedrenkt in tijgermelk. Dat is weer een mengsel van limoensap, ui, gember, knoflook, rode peper, en wat koriander.
Je kunt ook groentes marineren door zuur en pit toe te voegen aan bijvoorbeeld tomaten, paprika en courgette. Geloof ons: het doet wonderen in combinatie met bijvoorbeeld citroenricotta.
Inger Boxsem en het team van de Krat
Het recept van de week | Het recept wordt aangeboden door de Krat
