Op zijn vijftiende ging hij zonder diploma van school. Veertig jaar later is Peter van der Linde (56) directeur van de grootste begraafplaats van Nederland: De Nieuwe Ooster (DNO) in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Het was een lange reis en voor zijn gevoel heeft hij zijn bestemming bereikt. ‘Dit past zó goed bij me, mooier kan het niet worden.’

Trudy Admiraal | Foto Edwin Butter

Peter van der Linde is sinds mei 2021 directeur van alle gemeentelijke begraafplaatsen in Amsterdam. Naast De Nieuwe Ooster zijn dat De Nieuwe Noorder, Huis te Vraag, Driemond, Diemen, Weesp en zeven dorpskerkhoven in landelijk Noord.

Ook het Team Uitvaarten valt onder zijn verantwoordelijkheid. Van der Linde: ‘Team Uitvaarten verzorgt uitvaarten van gemeentewegen. Als in Amsterdam mensen zonder familie sterven, of de familie kan de uitvaart echt niet betalen, dan neemt Team Uitvaarten het over. Incidenteel zien we ook anonieme doden. Deze mensen worden op kosten van de gemeente begraven. We vullen de gemeenteplicht ruimhartig in met een reguliere dienst en koffiekamer. Een dichter uit de Poule des Doods maakt speciaal voor de eenzaam overledene een gedicht.’

Toch leren

Voordat hij twee jaar geleden solliciteerde op ‘de baan van zijn leven’ kwam Van der Linde al regelmatig op De Nieuwe Ooster. Hij vertelt: ‘Een jaar of vijf geleden besloot ik alsnog de vakopleiding hovenier te volgen, om af te maken waar ik als 15-jarige Gooise jongen geen zin meer in had. Tijdens de opleiding kon ik hier in dit prachtige park met arboretum mijn plantenkennis oefenen. In 2021 heb ik mijn diploma Vakbekwaam Hovenier behaald.’

In de periode tussen de twee groenopleidingen zat Van der Linde niet stil. Hij vertelt: ‘Ik kwam op mijn 17e weer in beweging. Toen ben ik de ‘moedermavo’ gaan volgen in Amsterdam en op mijn 19e ging ik naar de avondhavo in Hilversum. Toen ik 24 was, ben ik orthopedagogiek gaan studeren aan de UvA. Ik werkte ondertussen als verpleeghulp in de thuiszorg en in verzorgingshuizen, deed hier en daar tuinonderhoud en woonde op mezelf in Amsterdam. Het laatste studiejaar was het lastigst, maar uiteindelijk ben ik afgestudeerd als onderwijskundige.’

Werk

De kersverse onderwijskundige kwam achtereenvolgens terecht bij Vervoermanagement Nederland, stadsdeel Bos en Lommer en de Dienst Werk en Inkomen. Tot in 2015 alle managers opnieuw intern moesten solliciteren vanwege een grote reorganisatie bij de gemeente Amsterdam. Hij werd aangenomen bij de directie Wonen waar hij hoofd Interne Dienstverlening werd.

Twee jaar geleden zag Van der Linde de vacature van directeur gemeentelijke begraafplaatsen in de krant staan. ‘Mijn eerste gedachte was: zoveel eisen, daar kan ik nooit aan voldoen. Maar het bleef in mijn hoofd spoken. Mijn man en ik waren een weekeindje weg en kwamen op zondagavond om 23.00 uur weer thuis. De deadline was die zondag, ik heb op de valreep uit mijn hart een brief geschreven en werd uitgenodigd. Ik ben dolgelukkig dat ik het ben geworden. Op mijn eerste werkdag liep ik met burgemeester Halsema voorop tijdens de 4 mei herdenking hier op DNO. Ik vond het een heel bijzonder moment.’

Meelopen

De directeur heeft veel plannen. ‘We willen de aula’s opknappen, dat is echt nodig. Met de manager buitendienst overleg ik hoe we de oude zichtlijnen in het park terug kunnen brengen. We werken aan verduurzaming en willen het Europese Green Label voor bedrijfsterreinen halen. Tegen de Amsterdammers zou ik willen zeggen: kom eens langs. Je kunt hier heerlijk rustig wandelen, maar er worden ook veel activiteiten georganiseerd. En het museum Tot Zover, hier op het terrein, houdt interessante thema-exposities.’

Tuinieren doet hij alleen nog maar thuis op het balkon in Oud West en in hun volkstuin. ‘Maar ik wil graag nog een keer meelopen met de hoveniers hier. Ik werk bij alle onderdelen een dagje mee, van de aula tot de crematieovens. Alle collega’s werken met zoveel liefde en doen hun uiterste best om alles naar de wens van de nabestaanden te regelen. Je kunt hier echt het verschil maken voor mensen, daar word ik heel vrolijk van. Ik vind de dood niet eng. Op deze plek word je natuurlijk elke dag omringd door emoties. Maar dat past bij me, ik kan daar goed mee omgaan en kom steeds dichter bij mezelf.’