Het Nationaal Holocaust Museum op de Plantage Middenlaan is vanaf 11 maart open voor het publiek. De dag ervoor opent Koning Willem-Alexander het nieuwe museum. ‘Met de komst van het Holocaust Museum wordt het leven gemarkeerd van de generatie overlevenden’, zegt Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier. ‘Zij kunnen het gezien hun leeftijd zelf nog zo’n tien á vijftien jaar meemaken. Voor nieuwe generaties zal het een plek zijn om te leren, wat het betekent als mensen hun menselijkheid wordt ontnomen.’

Ties van Dijk

Het gebouw van de voormalige Hervormde Kweekschool heeft na een lang lobbytraject de museale bestemming gekregen. Het ligt pal naast de toenmalige Joodse crèche waaruit 600 kinderen zijn gered. Dat gebeurde dankzij de inzet van de directrice van de crèche Helene Pimentel en haar medewerkers. En ook van de directeur van de Kweekschool Johan Verhulst die van meet af aan zijn medewerking heeft verleend in samenwerking met studenten en verzetsmensen.

Foto Mike Bink

Annemiek Gringold is hoofdconservator van het Nationaal Holocaust Museum. ‘Bij het samenstellen en inrichten van het museum hebben we ons de vraag gesteld hoe we een massamoord kunnen laten zien. Door een treinwagon neer te zetten, of een gaskamer na te bouwen? Zouden we dat doen, dan zouden we een schijnwereld tonen, dat is misleidend en het leidt ook af. Wij hebben er wel voor gekozen ook expliciete beelden te laten zien, maar dan strikt noodzakelijk. Het moet voor de bezoeker duidelijk zijn dat het om een gruwelijke periode gaat.’

‘Met de komst van het Holocaust Museum in het Joods Cultureel Kwartier komt de Jodenbuurt weer terug. Het geluk is mij gegeven dit op mijn 96e nog mee te maken.’
Rosetta Musaph-Andriesse, grondlegger Nationaal Holocaustmuseum en Sjoa-overlevende.

In Amerikaanse Holocaust Musea is er wel voor gekozen heel expliciet de gruwelijkheden na te bootsen. Cruciaal verschil is dat de Sjoa in Europa en niet in Amerika heeft plaatsgehad.

Wat zijn de vragen waar we nog steeds mee zitten? Annemiek Gringold: ‘Hoe kun je verder leven na de Sjoa, trouwen, een gezin opbouwen en weer aan het werk gaan? En wat leren we er van? Om Primo Levi te citeren: Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren. Dat is de kern van wat wij te zeggen hebben. En wie zijn die daders, wat waren hun gedachten en motivaties, hoe kon je in staat zijn iemand recht in de ogen te kijken en te vermoorden? Schuilt dat in ons allen? Ik hoop dat de bezoekers zich ook die vragen zullen stellen en dat zij scherp en waakzaam zullen zijn met de gedachte: dit nooit meer.’

Foto Mike Bink

‘Om het Nationaal Holocaust Museum te kunnen duiden, moeten we terug naar 1987’, legt Emile Schrijver uit, ‘het jaar waarint het toenmalig Joods Historisch Museum werd geopend in het gebouwencomplex van de vier noodgedwongen, verlaten sjoels aan de Weesperstraat, pal tegenover de Portugese Synagoge. Bij het opzetten en inrichten van het museum destijds, realiseerden de initiatiefnemers en de toenmalige directie zich dat het geen museum moest worden waar 400 jaar Nederlands Jodendom zou worden gereduceerd tot de vijf jaar durende verschrikkingen van de Sjoa. Het was een worsteling met het verleden.’

‘In de jaren die na de opening van het Joods Museum volgden, groeide het besef dat er een herdenkingsplek en een plaats van reflectie moest komen. Dat werd De Hollandsche Schouwburg. Gelukkig dat het er is gekomen, er gingen al stemmen op om De Hollandsche Schouwburg weer als schouwburg in gebruik te nemen, een gotspe’, aldus Schrijver.

Op de plek waar de crèche stond, staat nu het Hubertus Huis. Daar tegenover staat de Hollandsche Schouwburg, waar de Nazi’s vanaf juli 1942 in het totaal 46.000 Joden vast hielden die na uren, dagen of weken werden gedeporteerd naar de concentratie- en vernietigingskampen, onder hen ook familie van de peuters in de crèche. Van de 140.000 in Nederland woonachtige Joden hebben 102.000 de oorlog niet overleefd.

Foto Mike Bink