De fiets- en voetgangersbrug over het IJ is op z’n vroegst in 2034 beschikbaar. Dat betekent opnieuw een vertraging van minimaal twee jaar. Volgens wethouder Van der Horst is de vertraging onder meer te wijten aan de ingewikkelde situatie op het water tijdens de bouw van de brug.
Tussen de Oranjesluizen en de Kop van Java moeten ligplaatsen komen voor binnenvaartschepen, waar de boten kunnen wachten als aan de fietsbrug aan de oostkant van Amsterdam wordt gebouwd. Om snel en veilig naar en van Noord te kunnen lopen en fietsen, maar ook om schepen snel en veilig over het IJ te kunnen varen, is overleg met nautische partners noodzakelijk. De Vervoerregio Amsterdam, Rijkswaterstaat en Port of Amsterdam zijn daarbij betrokken. Bij de voorbereidingen gaat het niet alleen over de brug zelf, maar ook over het IJ waar de brug overheen komt.
In Oost komt de brug aan land op het Azartplein
Ook het gebied waar de brug aan land komt, zowel in Noord als Oost, is voor de omwonenden van het grootste belang. Het meest belangrijk zijn goede en veilige fietsroutes van en naar de brug. In Noord is in de plannen voor in het Hamerkwartier al rekening met de toekomstige aanlanding van de brug. Aan de zuidkant komt de brug aan land op het Azartplein op het KNSM-eiland. Over het ontwerp van de brug, de aanlandingsplaats en de routes van en naar de brug wordt dit jaar nagedacht.
Planning met onzekerheden
Volgens de huidige planning kan de Oostbrug op zijn vroegst in 2034 klaar zijn. Dat komt onder meer door de vele stappen die nodig zijn voordat de brug kan worden gebouwd. Eerst staan verschillende onderzoeken op het programma, bijvoorbeeld naar wind, geluid en natuur en stikstof. Daarna wordt vastgesteld aan welke eisen de brug moet voldoen en worden de details van het ontwerp, de contracten, kosten, risico’s en planning uitgewerkt.
Daarna wordt een marktpartij gekozen die de brug gaat bouwen. Als het ontwerp definitief is en alle vergunningen binnen zijn, is de inrichting van het IJ aan de beurt. Denk aan het verplaatsen van de vaargeul en het opschuiven van de duwbakken en de sliksteiger. En pas daarna kan de bouw van de brug starten. Bij een groot en complex bouwproject met een lange doorlooptijd als deze, zijn er tal van risico’s op vertraging.