Naast de Nijlpaardenbrug, voor voetgangers en fietsers de verbinding tussen Plantagebuurt en Kadijkseiland, ligt het binnenvaartschip van Lucas van Helsdingen. Sinds 1997 woont en werkt hij hier. Op een middag daal ik af in het ruim van het voormalige vrachtschip en heb een gesprek met deze creatieve en ondernemende man. Aan de gezellige omatafel serveert Lucas koekjes bij Griekse bergthee.
Tekst en beeld Elisabeth van Dorp
Hoe bevalt het wonen aan het Kadijkseiland?
“Het is een mooi stukje stad, een beetje afgesloten van de drukte elders. ‘s Zomers is het bij de brug een hoop herrie, kinderen komen zwemmen en springen juichend van de brug af. Best gezellig. Maar wat me opvalt, is dat er weinig tot niet wordt gehandhaafd door de waterpolitie: boten varen te hard en sommige hebben versterkt geluid. Dat leidt wel eens tot ergernis en gevaarlijke situaties. Maar verder is het hier gezellig wonen en werken. Ik ken mijn buren, zowel op het water als op de wal en als het nodig is helpen we elkaar.
Waar houd jij je mee bezig?
Ik doe onderzoek naar oude hobo’s en bouw ze zo exact mogelijk na. Soms denk ik: wanneer ga ik nou ‘es aan ‘t werk? Maar dan realiseer ik me dat wat ik nu doe mijn werk is! Daardoor bezoek ik regelmatig musea en depots waar hobo’s bewaard worden. Sommige zijn ware kunstwerkjes met fijne bewerkingen, prachtig zilverwerk en versieringen met soms ivoren details.
Waar zijn de mooiste hobo’s gemaakt?
De beste en mooiste hobo’s zijn eeuwen geleden in Amsterdam gemaakt. Een aantal daarvan is in musea terecht gekomen. Daar bestudeer ik ze, ook de afbeeldingen die ervan zijn. Om ze exact na te maken wil ik natuurlijk niet alleen dat ze er fysiek top uitzien, maar ook dat ze authentiek klinken. Jammer genoeg mag ik er niet op spelen want men is bang voor scheuren.
Voor wie maak jij eigenlijk die replica’s?
Overal in de wereld zijn musici te vinden die er graag op spelen. Ze spelen ‘oude muziek’ op hobo’s met een voor keur voor een eerlijke kopie van het oude origineel. Hoe lang ik erover doe om een hobo te maken kan ik niet zeg gen. Het kost veel tijd, dat weet ik wel! Ik laat ze soms even liggen om iets anders te doen, aan mijn schip iets repareren bijvoorbeeld, maar vooral om het hout rust te geven.
Welke opleiding heb je nodig voor jouw werk?
Gek genoeg is er geen opleiding voor het maken van hobo’s, voor vioolbouw bijvoorbeeld wel. Ondanks dat zijn er mensen zoals ik die zich bezighouden met het namaken van oude blaasinstrumenten. In Europa en ook wel daar buiten. Als ik aan een bepaalde hobo begin dan probeer ik te bedenken: hoe is ie precies gemaakt, hoe heeft ie gefunctioneerd en vooral geklonken. Ik probeer daar dan zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen.
Hoe kwam je ertoe om hobo’s te gaan maken?
Ik heb aan het Amsterdamse conservatorium saxofoon gestudeerd. Na een paar jaar ging ik ook basklarinet spelen. Na mijn opleiding kwam de hobo daarbij. Verder op mijn weg heb ik heel wat andere blaasinstrumenten bespeeld: chalumeau, klarinet, schalmei, tenora en tible (twee Catalaanse schalmeiachtigen) en tuinslang. Ik hou van experimenteren, heb ook in veel orkesten, groepen en groepjes gespeeld en opgetreden in concertzalen en kleinere zalen en theaters. Eigenlijk te veel om hier alle maal te noemen. Toen ontmoette ik Piet Dhont die hobo’s bouwde en toen wist ik dat ik dat ook ging doen. Ik vind het leuk om over constructies na te denken en met allerlei
materialen te werken, uitvindinkjes te doen en technieken uit te proberen. Daarbij ontdekte ik dat er niets zo heilzaam is als het maken van iets tastbaars. Je moet je goed concentreren en dat heeft dezelfde uitwerking op mij als meditatie. Het maken van replica’s van oude hobo’s is uitgegroeid tot mijn belangrijkste bezigheid. Hier op mijn vrachtschip heb ik een werkruimte ingericht met allerlei gereedschap van groot tot klein dat ik overal vandaan haalde. Zo heb ik een draaibank die gedurende de Tweede Wereldoorlog dienst heeft gedaan op een schip van de Amerikaanse oorlogsvloot. Een solide ding waar ik goed mee overweg kan en waarmee ik precisiewerk kan verrichten.”
Naar welke muziek luister je?
Lou Reed, Roxy Music, Zappa, The Who, Iggy Pop, allerhande volksmuziek, Drs. P en vele soorten klassieke muziek, met een voorkeur voor muziek van voor 1600, of na 1900.
Had je een toekomstvisie als jongeling?
Als kleine jongen zag ik mezelf eindigend ergens in een huisje in de bergen of het bos, en dan als schrijver. Ik kan schrijven, vroeger schreef ik veel brieven en wat die toekomst als schrijver betreft… ik heb in ieder geval kroontjespennen genoeg.