‘De gemeente heeft niet zo’n goede reputatie als het op de uitvoering van plannen aankomt’, zegt Tim Doornewaard, directeur van de Meevaart. In de gemeente wordt hard gewerkt aan een nieuwe inrichting van de sociale basis. Dat kan gevolgen hebben voor kleine (vrijwilligers)organisaties die vooral buurtgericht werken. Hij organiseerde een bijeenkomst van een aantal kleine organisaties die specifiek in de Indische Buurt actief zijn.

Martien van Oorsouw

Met deze bijeenkomst onderzoekt Tim de mogelijkheden om tot een aantal gezamenlijke inspreekpunten te komen die op de inspraakavond voorgelegd kunnen worden. ‘Het overleg met en tussen organisaties over de beleidskaders gaat in een razend tempo. Mijn indruk is dat die kleine buurtgerichte organisaties al die informatie die daarbij vrijkomt niet kunnen behappen en de menskracht niet hebben om het tempo bij te benen. Het is belangrijk om de krachten te bundelen.’

Er is haast bij, op 1 november vindt de inspraakavond over de beleidskaders van de nieuwe inrichting van de sociale basis plaats. Voor 1 april 2024 moeten de al of niet gezamenlijke plannen voorgelegd worden aan de gemeente. ‘De gebiedsspecifieke organisaties hebben de meest onduidelijke positie in de plannen. In feite zegt de gemeente: regel het zelf maar. Maar hoe dan? Wij zijn beheerders van maatschappelijke accommodaties in de buurt, werken heel specifiek voor en met de bewoners van de Indische Buurt.’ De Meevaart heeft een aantal vragen opgesteld die op de inspraakavond gesteld kunnen worden. Afgesproken wordt dat de andere organisaties, – Batjanzaal, Stichting Life & Style, Streetsmart, Jeugdland, Ouderen Adviesraad, Cybersoek, Platform Informele Zorg, Dappere Dames – zich buigen over de vragen en met aanvullingen komen.

Hij benadrukt dat de kleine organisaties met eigen plannen moeten komen. ‘We hebben zelf ook iets te zeggen over de buurt. We spelen een belangrijke rol, hebben het beheer over een aantal maatschappelijke accommodaties in de buurt, maar we hebben niet de capaciteit om al die overleggen bij te wonen. Daarom is het belangrijk dat we tijdens de inspraak onze plannen over het voetlicht brengen.’

Overleg met de kernalliantie kost tijd, die hebben bewonersinitiatieven en kleine organisaties niet. Een oplossing zou kunnen zijn een ouderwetse opbouwwerker aan te stellen: iemand die de kleine organisaties ondersteunt en het overzicht houdt. De huidige participatiemedewerkers zijn te weinig zichtbaar in de buurt.

De sociale basis is het fundament van het stelsel voor zorg, ondersteuning en meedoen. De nadruk komt te liggen op preventie aan de voorkant, zodat de druk op de specialistische zorg minder wordt. In de nieuwe plannen krijgt elk stadsdeel een kernalliantie van kernfuncties die als gesprekspartner van de gemeente moet gaan fungeren. Ongeveer veertig organisaties in stadsdeel Oost zijn op initiatief van Dynamo met elkaar in gesprek onder begeleiding van Decido over die kernalliantie.

Er is ook sprake van partners die gebiedsspecifiek werk doen, gericht op één buurt. Die krijgen ook een plaats in het nieuwe stelsel, maar de relatie tussen de kernalliantie en de gebiedsspecifieke organisaties is onduidelijk.

‘De kans is groot dat grote spelers als Dynamo, Civic, Cordaan, Prisma en ZGAO in de alliantie komen. De regeldruk is groot, er is sprake van een tijdsinvestering van zes tot acht uur per organisatie per week in de kernalliantie. Die krijgt ook de verantwoordelijkheid om verbinding te leggen tussen de kleine organisaties onderling in de Indische Buurt. Wat wordt dan hun verhouding tot bewonersinitiatieven en die kleine organisaties in een buurt?’

Hij benadrukt dat de plannen niet bedoeld zijn als bezuiniging. De gemeente wil meer overzicht: in plaats van duizend bloemen te laten bloeien wil de gemeente nu boeketten maken. Het is de bedoeling dat subsidies voor de kernalliantie en gebiedsspecifieke samenwerkingen voor acht jaar toegekend worden, voor kleine organisaties wordt het aanvragen van subsidies gemakkelijker gemaakt. De gemeente gaat meer monitoren op de resultaten die geboekt worden. Het stadsdeelbestuur en de stadsdeelcommissie wordt gemandateerd om in de uitvoering van het nieuwe beleid zaken te signaleren en agenderen richting de gemeenteraad. ‘Op zich zien de plannen er veelbelovend uit, maar veel is nog onduidelijk. Het is belangrijk dat we aangeven wat wij als kleine gebiedsspecifieke organisaties willen, in plaats van nu maar af te wachten hoe de uitvoering gestalte krijgt.’

De inspraakavond vindt op 1 november plaats, van 17.00 tot 18.30 in de Meevaart. Stadsdeelvoorzitter Carolien de Heer opent de vergadering. Het Sociale Basisteam van de gemeente geeft een toelichting op de plannen. Daarna is er gelegenheid om in te spreken. Voor soep en broodjes wordt gezorgd.