Als het op een zomerse dag zo’n 30°C is, is het in de stad al snel warmer. Maar op veel plekken wordt het dan meteen snikheet. Waar die hete plekken zijn, zoekt IJopener voor je uit. En we zoeken naar de plekken in onze buurt waar je op zulke dagen wat kan afkoelen.
Lisa Scheerder | Illustratie Josien Vogelaar
Uit eigen ervaring weten we inmiddels dat we steeds meer zomerse en tropische dagen te verhapstukken hebben. Bij een zomerse dag is de temperatuur hoger dan 25°C. Hiervan zijn er gemiddeld 26 per jaar. Een tropische dag is een dag waarop de temperatuur hoger is dan 30°C. Gemiddeld zijn dat er 5 per jaar. In het topwarme jaar 2020 waren er 32 zomerse dagen en 12 tropische dagen. Maar ook het aantal tropische nachten, met een temperatuur boven de 20°C, neemt toe. Deels komt dat door de opwarming van de aarde, maar ook het stedelijke hitte-eiland effect draagt hier aan bij. Steden zijn ’s nachts namelijk warmer dan het buitengebied. In de stad is meer asfalt, steen en staal en minder groen. De warmte wordt er beter en langer vastgehouden. Het verschil in temperatuur tussen stad en platteland kan ’s nachts oplopen tot wel 8 graden. Die warmere nachten geven de stad extra hittestress. Door de opwarming van de aarde neemt het aantal tropische nachten toe: van nu 1 week per jaar tot 2 à 4 weken per jaar in 2050.
Boom het effectiefst
Overdag kunnen de temperaturen in de stad enorm variëren. Afhankelijk van het materiaal waar de zon op schijnt en de soort schaduw, de mate van verdamping en de luchtstromen in de stad kunnen de temperatuurverschillen tot wel 30 graden oplopen. Hoe lichter gekleurd het materiaal, hoe beter de warmte wordt gereflecteerd terug de atmosfeer in. In de stad wordt vijf keer zoveel zonnestraling en 75% meer warmte in de grond opgenomen dan in landelijk gebied. Van alle vormen van schaduw die mogelijk zijn – denk aan schaduw van gebouwen, van bomen, van doeken of parasols – is de schaduw van een volwassen boom met een groot bladerdak het effectiefst. Het levert een daling van de gevoelstemperatuur op tot 21°C. Schaduw maken door doeken over een straat te hangen, is daarna het effectiefst, gevolgd door de schaduw van gebouwen. De minste temperatuurdaling levert schaduw van de parasol op.
Verdamping is ook van invloed op de temperatuur; hoe meer er verdampt, hoe meer de temperatuur daalt. Grachten, vaarten, vijvers, maar ook planten en bomen verdampen water. Hoe meer hiervan in de stad, hoe beter. Maar niet altijd. Zo werken grachten en vijvers soms niet verkoelend doordat water daarin langzaam opwarmt. De watertemperatuur kan dan ’s nachts hoger worden dan de luchttemperatuur, waardoor de hittestress ’s nachts weer toeneemt.
Bomen zijn de effectiefste verkoelers, omdat ze schaduw maken en water verdampen. In de schaduw warmt verhard oppervlak minder op. Schaduw van bomen kan de gevoelstemperatuur met 17 graden verlagen. Door verdamping verlagen bomen die temperatuur nog verder met 4 graden. Planten zijn een stuk minder effectief omdat die niet voor schaduw zorgen. Gras verkoelt alleen als het mals en groen is. In uitgedroogde staat verhoogt het juist de grondtemperatuur.
Warmte op straatniveau
De heetste plekken in de stad zijn wegen, kruispunten en pleinen. Het zwarte asfalt en de klinkers warmen goed op en houden de warmte lang vast. Op een zomerse dag van 30°C wordt het op die plekken wel 16 graden warmer. In het verspreidingsgebied van de IJopener zijn zo de IJburglaan, Javastraat, Levantkade en het kruispunt bij de ingang van de Piet Heintunnel op een zomerse dag verzengend heet. De Piet Heinkade is het heetst; een brede, donker geasfalteerde weg, daarnaast een spoorlijn, een brede stenen stoep, geen noemenswaardige bomen en hoogbouw die de warmte absorbeert en vasthoudt.
Koele plekken
De bewoners van het Oostelijk Havengebied kunnen op warme dagen het beste met een campingstoeltje naar de middenberm van de Van Eesterenlaan sloffen om daar onder het bladerdak van de platanen lijf en leden te koelen. IJburgers daarentegen beschikken nog niet over bomen waar ze onder kunnen schuilen. Het Diemerpark doet niet aan bomen. Ook moeten ze verre blijven van de sportvelden, want dat zijn ware hitte-eilanden en net zo heet als een flink kruispunt. De enige plek waar het koeler is, is de schaduw die de hoogspanningsleidingen op het Diemerpark werpen.
Zeeburgereilanders hebben het dan stukken makkelijker, daar is nog verkoeling te vinden in Baaibuurt-West. De bewoners van de Indische Buurt hebben het voor één keer het best voor elkaar. Natuurlijk is er het Flevopark, het zwembad, maar veel belangrijker; de buurt heeft veel binnentuinen, pleintjes waar bomen staan met bankjes in de schaduw en ook veel grote bomen op straat. Superkoel die Indische Buurt.
Wil je weten hoe warm het in je buurt wordt, kijk op maps.amsterdam.nl/klimaatadaptatie