Een wandeling van het Muiderpoortstation naar de Dokwerker, via het Oosterpark en de Plantagebuurt. Onderweg komen we veel gebouwen en monumenten tegen die herinneren aan de Jodenvervolging in Amsterdam door de nazi’s, of die te maken hebben met het verzet tegen de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Goos van der Sijde | Foto’s Goos van der Sijde
We maken de wandeling ter gelegenheid van de jaarlijkse herdenking van de Februaristaking van 1941, op 25 februari. We beginnen bij het Muiderpoortstation waar een klein monument ons herinnert aan de rol die spoorwegen en trams speelden bij de deportaties van de Joden in de Tweede Wereldoorlog. Via station Muiderpoort zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog circa 11.000 Joden gedeporteerd naar Westerbork; de meesten zijn vermoord in de vernietigingskampen in Midden-Europa.
Na de Dapperstraat en het Dapperplein lopen we via de Eerste Van Swindenstraat naar het Oosterpark. De toegangsbrug is vernoemd naar de ontwerper van het park, Leonard Springer.
Op het Boerhaveplein bewonderen we een van de eerste badhuizen in Amsterdam, die ter bevordering van de hygiëne begin vorige eeuw werden gebouwd. Die functie verviel toen de huizen in de Oosterparkbuurt zelf sanitaire ruimtes met douche kregen. Het monumentale badhuis – in Amsterdamse School stijl – werd in 1985 omgebouwd tot theater. In het Badhuistheater treden bands op, zijn theaterstukken te zien en worden tentoonstellingen gehouden.
We steken de Singelgracht over en bereiken de Sarphatistraat. Die lange en typerende laan (zo mogen we deze brede stadstraat in Oost wel noemen) is vernoemd naar naar de Portugees-Joodse arts Samuel Sarphati (1813-1866). Hij speelde een belangrijke rol bij de verbetering van de volksgezondheid door het bevorderen van de hygiëne en stichtte de eerste broodfabriek van Nederland zodat broden voor armen betaalbaar werden. En hij maakte plannen voor goede volkshuisvesting. Hij was ook de initiator van het Paleis voor Volksvlijt (dat later afbrandde, nu de plek van de Nederlandse Bank) en het Amstelhotel.
Via de Valckenierstraat lopen we naar de twee witte loopbruggen die het Roeterseiland, waar de Universiteit van Amsterdam zetelt, verbindt met de Plantagebuurt.
Links op de Plantage Muidergracht staat een school met aan de gevel een geel bordje. Het verhaalt in het kort de geschiedenis van dit gebouw tijdens de bezetting. De Plantage was een wijk waarin veel joodse Amsterdammers woonden, en de bezetter wees deze school aan als Joodse School nr 4. Bij aanvang had de school 265 leerlingen en 6 leerkrachten. Na grote razzia’s in mei 1943 werd de school gesloten. De meeste leerlingen en docenten werden vermoord in de vernietigingskampen.
Even verderop ligt het Westermanplantsoen dat is vernoemd naar de oprichter van Artis. Aan de kant van de Plantage Middenlaan ligt het monument KUNSTENAARSVERZET (Carel Kneulman, 1973) ter nagedachtenis aan de beroemde kunstenaar en verzetsstrijder Gerrit van de Veen. Op de sokkel is de volgende tekst van Van de Veen aangebracht:
‘WAT DOE JIJ, NU JE LAND WORDT GETRAPT EN GEKNECHT…’
In de Tweede Wereldoorlog weigerde Van der Veen lid te worden van de Nederlandse Kultuurkamer. Op 27 maart 1943 is onder zijn leiding een gewapende overval gepleegd op het Amsterdamse bevolkingsregister dat zich toen bevond in de vroegere concertzaal van Artis aan de Plantage Kerklaan. De aanslag was succesvol (door brand en bluswater waren de namen in de kaartenbakken onleesbaar geworden), maar twaalf leden van de verzetsgroep die aan deze actie hadden deelgenomen, werden door de bezetter opgepakt en op 1 juli 1943 gedood. Gerrit van der Veen wist te ontkomen en zette zijn verzetswerk voort vanuit diverse onderduikadressen. Uiteindelijk werd hij in juni 1944 toch opgepakt en in de duinen van Overveen door de Duitsers gefusilleerd.
Voorbij het kruispunt van Plantage Middenlaan met Plantage Kerklaan ligt aan de linkerhand de Hollandsche Schouwburg. De Plantage was eind 19e eeuw een uitgaansbuurt met theaters en allerlei uitgaansgelegenheden. Beroemd was de Artis Schouwburg die in 1892 opende en later werd omgedoopt in Hollandsche Schouwburg. Daar gingen veel toneelstukken van de schrijver Herman Heijermans in première. Op Hoop van Zegen is misschien wel zijn beroemdste toneelstuk.
Vanaf juli 1942 werd het theater door de nazi’s gebruikt als verzamelplaats voor de deportatie van Joden. Tienduizenden werden hier uren, dagen of weken opgesloten en vervolgens gedeporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen. Joodse kinderen werden gescheiden van hun ouders en ondergebracht in de Crèche aan de overkant, naast de Hervormde Kweekschool. Directrice Henriëtte Pimentel hielp vele honderden van hen ontsnappen, ook via de Kweekschool.
Het nieuwe Holocaust Museum kreeg een plek in deze oude kweekschool, en is vanaf 11 maart 2024 – samen met de gerenoveerde Hollandsche Schouwburg – geopend voor publiek.
De laatste jaren zijn ook in de Plantagebuurt vele ‘struikelstenen’ in stoepen aangebracht. Stuk voor stuk vertellen de stenen de geschiedenis van de voormalige Joodse bewoners – gedeporteerd en omgekomen in vernietigingskampen zoals Auschwitz of Sobibor.
We lopen door naar het Wertheimpark en staan stil bij het monument met de gebroken spiegels (Jan Wolkers 1977) ter nagedachtenis aan de omgekomenen in concentratiekamp Auschwitz. De gebroken spiegels symboliseren dat de hemel voorgoed geschonden is door wat er in Auschwitz plaatsvond.
We wandelen langs de Hortus en op het Hortusplantsoen staat een klein monument dat stil maakt. Het ‘Monument voor Joodse Dove Oorlogsslachtoffers’ is een bronzen sculptuur van mensfiguren in een stoet. Het is gemaakt door verzetsstrijdster en kunstenares Truus Menger. Op het natuurstenen voetstuk zijn drie gebarentekeningen aangebracht. Het is geplaatst tegenover de voormalige dovenschool J.C. Amman. Hiervandaan werden dove Joodse kinderen en hun leerkrachten door de nazi’s weggevoerd.
Ook het Nationaal Holocaust Namenmonument (Daniel Libeskind, 2021, initiatiefnemer Jacques Grishaver) maakt je stil. Je loopt in een labyrint van gangen met aan beide zijden bakstenen muren met op elk van de 102.000 bakstenen een naam gegraveerd met geboorte en leeftijd bij overlijden. Als je naar boven kijkt zie je roestvrijstalen, spiegelende objecten, die samen het Hebreeuwse woord voor ‘In memoriam’ vormen. Zo raken al deze mensen niet in de vergetelheid.
We lopen terug via een tunneltje onder de Wibautstraat door en komen uit bij het beeld De Dokwerker (Mari Andriessen, 1952) op het Jonas Daniel Meijerplein. Het beeld staat symbool voor alle fabrieksarbeiders, havenwerkers, kantoormedewerkers, ambtenaren en anderen die de moed hadden tegen de Duitse terreur op te staan tijdens de staking die op initiatief van de CPN op 25 februari 1941 begon met de leus STAAKT!!! STAAKT!!! STAAKT!!! Het plein voor de Dokwerker staat vol met mensen die aandachtig luisteren naar de sprekers op deze jaarlijkse herdenking van de Februaristaking.
Vlak in de buurt bevinden zich de Portugese Synagoge en het Joods Museum. Daar leer je veel over de geschiedenis van en gebruiken in het Jodendom. Het nieuwe Holocaust Museum, het Namenmonument, De Hollandsche Schouwburg, en ook het Verzetsmuseum tegenover Artis vormen samen een indrukwekkend geheel van verzet tegen terreur en fascisme en van herdenking van de slachtoffers daarvan.
Zie de website van het Joods Cultureel Kwartier voor meer informatie www.jck.nl