In het vroege ochtendzonnetje lijkt het al een beetje lente, maar ’s nachts is het nog koud. Toch staan de eerste tentjes alweer opgezet op de camping Zeeburg. Net als de campers, maar die komen het hele jaar door. Amsterdam blijft bezoekers trekken en de camping ook. ‘Wij zijn typisch Amsterdams’, zegt manager Pascal De Ghouy. ‘Ruimdenkend, kleurrijk en bovendien groen en duurzaam.’

Koos Spikker

Inmiddels werkt en woont de geboren Gentenaar Pascal alweer zo’n zeventien jaar op de camping aan de Zuider IJdijk. Lekker dicht bij de stad, maar toch in het groen. Het gedeelte waar in de zomer wel driehonderd tentjes kunnen staan, maakt bijvoorbeeld deel uit van de ecologische verbindingszone die van Diemen doorloopt tot aan IJmuiden. Het is een eigen biotoop waar je ijsvogels, ringslangen en vleermuizen kunt aantreffen. De staplaatsen voor de campers zijn verhard; nu zie je de stenen nog, maar in de zomer zijn de plekken begroeid met gras. Het sanitair hoofdgebouw is aan de achterkant ingebouwd in een heuvel die bedekt is met vierhonderd verschillende soorten planten. En overal wordt gewerkt om klaar te zijn voor het hoogseizoen, wanneer er dagelijks gemiddeld 1500 gasten zijn.

‘Dit is de periode waarin we druk bezig zijn met de voorbereiding. Natuurlijk in het groen, maar ook rondom het restaurant. We werken zoveel mogelijk samen met lokale leveranciers en een nieuwe pergola bouwen we naar het idee van de Amsterdamse kunstenaar Jesse Limmen. Hij werkt met hout en elke steunpaal heeft hij een eigen ontwerp gegeven. Dit is ook de periode waarin we bezig zijn met aantrekken en inwerken van de seizoenskrachten.’

‘We zijn het hele jaar open. In de winter kunnen we grotendeels toe met ons kernteam van twaalf personen. Behalve met oud en nieuw, dan komen er in twee dagen wel duizend gasten! Rond Pasen begint het seizoen op gang te komen en uiteindelijk hebben we in de zomer zestig medewerkers. Gelukkig komt zeventig procent daarvan hier al jarenlang. Dat is erg fijn, want je personeel is je goud, die lossen eventuele probleempjes op en kunnen een vakantie maken of breken. Er werken hier veertien verschillende nationaliteiten en toch blijft de uitstraling Amsterdam. Eigenwijs, open en natuurlijk gastvrij. Je moet een beetje gek zijn, een beetje anders, dan zit je hier op je plek!’

Op een zomerse middag zie je vrijwel niemand op de camping. Bezoekers komen immers voor de stad, zowel jong als oud. Samen vormen ze volgens Pascal een mooie mix die elkaar aanvult. In de zomer zijn er vooral veel jongeren, die natuurlijk ook voor het uitgaansleven in de stad komen. Een van de standaardvragen is altijd waar is de dichtstbijzijnde koffieshop. Hij vertelt dat er eigenlijk nooit problemen tussen de verschillende leeftijdsgroepen zijn. Oudere bezoekers vinden het juist leuk om te kijken naar wat er allemaal bij die jongere gasten leeft, en die zijn na een dagje stad uitgeteld en houden zich op hun beurt doorgaans ’s avonds rustig. Voor een zuipcamping moet je echt niet op Zeeburg zijn.

De meeste mensen blijven gemiddeld drie tot vier dagen, maar het gebeurt ook dat er gasten zijn die vaak en gedurende een langere tijd met hun camper terugkomen. Dan gaat het bijvoorbeeld om ouders die in het weekend naar Amsterdam gaan om hun kinderen te bezoeken die hier studeren. Je merkt dan ook dat ze weer uit het zicht verdwijnen wanneer de studie is afgerond, dan zoeken ze een andere plek.

Camping Zeeburg heeft het gouden label van het internationale GreenKey-keurmerk. ‘Dit betekent dat we op het hoogste niveau voldoen aan milieu-eisen. Elke twee jaar is er een audit, dan wordt alles overhoop gehaald en bekeken of we nog steeds voldoen aan alle normen. Die aandacht voor groen en verantwoord omgaan met energie vinden we erg belangrijk. Bij de inrichting van de camping zie je dat overal terug, van het groen tot aan de zonnepanelen en de daken van de gebouwen die bedekt zijn met sedum. Ik ben van oorsprong een techneut, de combinatie van duurzaamheid en techniek vind ik erg boeiend.’

‘Het mooiste voorbeeld daarvan is het sanitair hoofdgebouw. Ik ben daar erg trots op en durf gerust te stellen dat dit gebouw in zijn soort het mooiste van Europa is, misschien wel van de hele wereld. Het heeft aan de buitenkant een geweldige uitstraling met frisse kleuren. Het is helemaal bedekt met tegeltjes omdat die veel minder onderhoud nodig hebben dan houtwerk en op die manier dus ook weer milieuvriendelijk zijn. Binnen monitoren we alles, gebruiken we de nieuwste technieken op het gebied van energiebesparing en hergebruik van warmte. En natuurlijk zonder dat dit ten koste gaat van het comfort, want daar moeten onze gasten ook op kunnen rekenen.’

In de loop der jaren zijn de vakantiegangers veeleisender geworden. Er zijn grotere plekken voor de campers gekomen en voor wie geen tentje wil meenemen, maar toch nog het gevoel van kamperen willen overhouden zijn er wagonettes, ronde houten tonwoningen en luxe cabins.

‘We hebben ook steeds meer zaken geautomatiseerd. Niet alleen om met minder personeel te kunnen werken, maar ook voor het gemak van de gasten. Stel je voor: je hebt vijf, zes uur gereden met je auto of camper, achterin een jengelend kind dat de lange rit zat is, als het tegenzit ook nog eens ruzie met je partner omdat je een afslag hebt gemist en als je dan eindelijk op de camping aankomt staat er een lange rij voor de receptie om in te checken. Om dat te voorkomen zijn we van het ouderwets reserveren en aanmelden bij aankomst afgestapt. Alles gebeurt nu per mail, de gasten krijgen een code, bij aankomst gaat de poort automatisch open, hoeven ze op niemand te wachten en kunnen ze meteen naar hun plekje rijden. Niks geen gedoe, geen irritatie, meteen je camper of tent neerzetten en lekker een biertje nemen terwijl je uitkijkt op het water of het groen: dan heb je meteen het vakantiegevoel!’