Als ‘een groene oase in de buurt’, zo wordt het Oosterpark geschetst in de doelstelling van de Vereniging Vrienden van het park. Voorzitter Frank Köhler omschrijft het meer als een grote buurttuin, vooral voor de mensen die zelf geen tuin of balkon hebben. Deel 4 uit een serie.

Parken in Oost | Anne-Mariken Raukema | Foto’s Paulina Renaud

Het Oosterpark is ook gewoon een stadspark, waarvan het voorzieningsgebied loopt van de Amstel tot en met het Muiderpoortstation. En nog een flinke schil daar omheen, groot Oost.

De geschiedenis van het Oosterpark gaat terug tot 1891, het is daarmee het oudste park van Oost. Het zou het eerste grote park worden dat door de gemeente Amsterdam werd aangelegd. Het al bestaande Sarphatipark was kleiner en het Vondelpark was ontstaan uit een privé-initiatief. Omstreeks 1860 waren de stadwallen en bolwerken afgebroken. Voor de aanleg van het gemeentepark moest de Oosterbegraafplaats, die in 1866 was aangelegd (waar nu het Tropeninstituut staat) worden verplaatst. In 1894 werd de Nieuwe Ooster geopend.

 

Niet alleen festivalgangers
Onderzoek wees uit dat het Oosterpark het drukste park van Amsterdam is. Op mooie zomerdagen trekt het de meeste bezoekers per vierkante meter. Meer dan het Vondelpark, dat vier keer zo groot is.

Wandelaars, met en zonder hond, en recreanten zijn de voornaamste gebruikers van het park. Voor natuurliefhebbers en sporters is het met twaalf hectare aan de kleine kant en biedt het niet echt voldoende variatie. Zomers zijn de speelveldjes en het pierenbadje erg in trek bij ouders met jonge kinderen.

Een aparte categorie gebruikers vormen drugsdealers, – gebruikers en cruisers. Tot anderhalf jaar geleden werd in het park veel gehandeld in cocaïne en xtc, maar dat is door regelmatig surveilleren verminderd en verplaatst. De overlast van cruisers hebben de Vrienden aangekaart bij het stadsdeel. Maar dat neemt geen initiatieven om op te treden. Köhler is benieuwd naar de uitkomsten van een onderzoek dat de gemeente nu uitvoert naar de veiligheidsgevoelens van de gebruikers van het Oosterpark.

Vereniging Vrienden
De wildgroei van festivals was in 2013 aanleiding om een Vereniging van Vrienden op te richten. Toen waren er vijf grote festivals per jaar, waardoor de druk op het park erg toenam. ‘Appelsap (nu in het Flevopark) probeerde de schade wel te beperken. Maar ook het commerciële Loveland van Oranje en andere festivals waren dagenlang bezig met opbouwen en na de festivaldag weer dagen bezig met afbreken. Zwaarbeladen rijplaten vernielden de grasmat, feestgangers gooiden afval neer.’ Het aantal grote festivals werd na een krachtige lobby van de Vrienden teruggebracht van vijf naar nu twee. Maar die overschrijden de maximale hoeveel geluid voor omwonenden nog steeds, ook al zijn de normen nu strenger. Het aantal klachten neemt echter wel af. De reden daarvoor is onbekend. Het kan gewenning zijn, of men kiest ervoor een dag de stad uit te vluchten.

De Vereniging organiseert incidenteel een rondwandeling of lezing voor de Vrienden. Verder lobbyt het bestuur bij het gemeente- en stadsdeelbestuur voor beperking van overlast door festivals en verbetering van het groen in het park. Belangrijk is het verstrekken van informatie, in de vorm van nieuwsbrieven en de website. Een groep van ongeveer twintig leden is min of meer betrokken bij de activiteiten van de vereniging. De overige leden zijn meer sympathisanten en donateurs dan echt sterk betrokken vrienden. Aanwas van jonge leden is problematisch; dat geldt voor veel verenigingen.

Waardering en druk
Niet alle parkbezoekers klagen over overlast; de grens tussen wel en niet acceptabel verschilt van mens tot mens. Met name door de festivals is het aantal ad hoc bezoekers groot, dat is niet de achterban van de Vrienden. Veel bezoekers zijn al blij als ze in het groen recreëren. Momenteel telt de vereniging ongeveer honderd betalende leden, die niet meer allemaal regelmatig het park bezoeken. ‘Onder hen is de waardering voor het park wel afgenomen, zeker na de deels mislukte renovatie. En doordat de staat van het groen de laatste jaren minder is geworden. Ook gaan ze in de weekenden in de zomer niet hutje mutje op de weide zitten.’

Het Oosterpark kent relatief veel beelden; er staan er zo’n vijftien. De meeste mensen kennen wel De Schreeuw van Jeroen Henneman, ter herinnering aan de moord op Theo van Gogh. Het Nationaal monument slavernijverleden van Edwin de Vries is bekend. Maar De bogen van Jan Wolkers zijn dat al minder. En wie kent de Titaantjes nog?

Beheerplan
Het Oosterpark is net een badkuip; het ligt erg laag en door inklinking van de bodem is het er de laatste jaren alleen maar natter geworden. Nieuwe bomen en heesters die enkele jaren geleden zijn aangeplant, zijn voor een groot deel niet aangeslagen. Maar ook de lange, droge zomers en de hoosbuien van de afgelopen jaren, vormden extra problemen. Dat vraagt deels andere soorten bomen en struiken. Het wachten is op een beheerplan, dat verleden jaar is toegezegd. Het zou eind maart dit jaar worden afgerond. De Vereniging houdt er rekening mee dat het langer gaat duren. Bij een recentelijk bezoek van de – nieuwe – beheerder bleek dat de vaste stadsdeelecoloog nog niet op de hoogte was van het beheerplan. ‘Iedereen is welwillend, maar de budgetten zijn beperkt, maatregelen te ad hoc. Er moeten extra inspanningen geleverd worden, met meer oog voor ecologisch beheer.’ Het groenonderhoud in de huidige vorm noemt Frank Köhler ‘dweilen met de kraan open.’ De gemeente heeft nog geen goed antwoord op de problemen in het Oosterpark.

Goed en beter?
De overlast van evenementen is wel beperkt, maar bestaat nog steeds. Een aantal hondenbezitters weigert hun huisdier alleen vrij te laten lopen op de daarvoor bestemde veldjes. Daardoor liggen op de grote speel- en ligweide nu ook hondendrollen. Op de paden moeten honden worden aangelijnd. Voor wandelaars en vooral hardlopers is het heel vervelend als honden er los rennen. Het noordelijke pad is fietspad en wordt intensief gebruikt. Op het zuidelijke pad is de fietser te gast, maar dat werkt in de praktijk soms goed, maar soms ook niet. Op borden staan de regels duidelijk aangegeven. ‘Maar zelfs binnen onze beperkte achterban is het heel moeilijk om consensus te vinden over aanscherping van de regels’, besluit Köhler.

1 REACTIE