Als vijfjarige ging hij met zijn vader mee naar Franse wijnboeren. Toen zat er nog geen wijn in zijn glas, maar hij was er wild van. Dat Yvo (45) inmiddels al meer dan twintig jaar de eigenaar is van het familiebedrijf aan Hogeweg 19 lijkt  geen verrassing. Het past bij zijn ontwikkeling en achtergrond.

Carolien Gevers | Foto Frank Schoevaart

Vader Auke (79) begon in de jaren zestig. Na een afgeronde hogere hotelschool werd hij na wat werk in de horeca al gauw adjunct chef van het Amstelhotel. Enige jaren later ging hij wijn importeren. Eerst samen met compagnon van Nuchteren bij P&N wijnkopers. Hun opslagplaats huisde in de kelders van het Entrepotdok.

Piccolo flesjes

Daarna ging Auke, via een omweg voor les Sources in Parijs, de import verzorgen voor het veel grotere wijnhuis Cordier dat wel vijftien chateaus beheerde. Al gauw bestreek hij, vanuit zijn kantoor in Haarlem, het hele Benelux-gebied. Dat betekende veel reisjes met luxe etentjes en goede wijnen. Maar ook in Nederland leefde de bon vivant als God in Frankrijk. Yvo: ‘Ik was dat jochie dat met Koninginnedag op de vrijmarkt rustig doosjes wijn verkocht. Ja, wel van die kleine piccolo flesjes, die je in het vliegtuig krijgt, maar toch bizar eigenlijk. En ik kwam samen met mij broer Ulco (49) al vroeg regelmatig over de vloer bij de gebroeders Fagel en bij restaurant de Swaen in Oisterwijk. Alle toprestaurants kenden mijn vader. ‘Goed eten vraagt om goede wijn’ was zijn motto.’

Zo ging dat toen

Yvo’s moeder Anneke (76) had een baan als grafisch ontwerper bij een groot reclamebureau Yvo: ‘Ze heeft die al vroeg opgezegd en deed de administratie voor het bedrijf. Ik vind dat altijd nog een beetje jammer van haar vak, maar zo ging dat in die tijd nog vaak bij ondernemers. Maar, hoor wie het zegt, ik wilde nooit studeren en ging dat toch ook doen. Mijn vader heeft altijd veel overredingskracht gehad! Maar goed, (met een knipoog) die studie economie werd ‘m niet, hoewel ik er best wat geleerd heb.’

Idée fixe

Yvo legt het graag uit. Eind jaren negentig ging zijn vader met pensioen toen Cordier, waar hij nog steeds bij in dienst was, almaar meer chateaus ging verkopen. De lol was eraf. Het bleek een idée fixe. ‘Toen hij meteen erna met Anneke een reis naar Frankrijk maakte en daar weer  bevriende wijnboeren bezocht, werd hij opnieuw verliefd. Maar vooral op de biologische- en biodynamische wijnen die daar in zwang raakten. Teruggekomen wist hij me opeens snel te vinden. Ik deelde immers nog steeds zijn passie, verzamelde nog altijd die heerlijke wijnaffiches, die vanaf de puberteit al in mijn kamer hingen en ik werkte alweer in de horeca.  Kortom, een jaar later was ik met hem de trotse eigenaar van Pieksman Wijnimporteurs en, jawel, wij waren de eerste volledig biologische- en biodynamische importeur in Nederland. We hebben dit nog een aantal jaren samen gedaan. Toen mijn vader uiteindelijk echt stopte, werd ik de hoofdondernemer. Vond dit pand, waar jaren de kaasboer zat en creëerde er, na een fikse verbouwing, mijn eigen winkel.’

Boze droom

‘Een winkel in de Watergraafsmeer’, Yvo heeft het geweten. Het was twee maanden later toen hij na het kerstreces met zin weer zijn domein betrad. Maar, o jee, bij de afdaling van het trapje naar beneden bleek het hele souterrain een groot waterballet door een mankement in de riolering. ‘Daar sta je dan als klein ondernemertje opeens in het diepe. Even sloeg de twijfel toe. Waar was ik aan begonnen? Gelukkig had ik een goed netwerk en kwam iedereen me te hulp. Een degelijke reparatie en pomp boden uitkomst.’

Piano

‘Wil je nog koffie?’ Een moment later klinkt er aangename Chopin muziek op de achtergrond. Dwars had al een piano zien staan. Yvo: ‘Die piano is van mijn broer Ulco. Die heeft hier ook nog enige jaren gewerkt als wijnadviseur. Hij heeft mooie wijnen ingebracht. Maar is uiteindelijk toch gestopt. Hij wilde weer meer de muziek in met zijn conservatoriumachtergrond. We zien elkaar nog regelmatig. Een enkele keer komt hij hier nog meehelpen. Maar tegenwoordig werk ik met een fantastisch team, waardoor dat eigenlijk niet meer nodig is.’

Dwars ziet even later een vrolijke jongeman die met verve vertelt over zijn werk in de winkel, in de acquisitie en als mede sommelier. Yvo: ‘Olivier (28) heeft zijn roots liggen bij de Scheepskameel. Hij geeft wijncursussen en gaat regelmatig met mij en Roel (39) op ‘wijnpad’. Roel is sommelier geweest in restaurant Entrepot. Vandaag  werkt hij thuis aan orders en bestellingen. Olivier en hij  gaan meestal korter op pad dan ik. Zij kunnen niet lang gemist worden in de winkel omdat we naast de wijnimport altijd erg druk zijn met al onze leveringen aan horeca en winkels. Naast hen hebben we ook nog Tessel die tevens de webshop beheert.

Assortiment

Waar vroeger vooral Franse, niet biologische wijnen uit de Bordeaux en de Bourgogne werden geïmporteerd, haalt het drietal inmiddels ook wijn uit Spanje, Italië, Portugal, Kroatië, Hongarije, Duitsland en Oostenrijk. Vooral die laatste is tegenwoordig populair omdat daar, mede door de klimaatverandering, veel progressieve jonge wijnmakers zitten. Met wijnen als Puszta Libre, Claus Preisinger of Cara van Manuel Ploder uit Steiermark. Waar in het begin Yvo veel profijt had van de door Auke opgebouwde kring van leveranciers, is die kring inmiddels, ook door deze ontwikkelingen, meer divers geworden. Het bedrijf heeft ongeveer achthonderd verschillende soorten in huis. Yvo is er trots op, maar praat evengoed met veel waardering over zijn vader, al waren er natuurlijk ook wel eens verschillen van inzicht, met de daarbij horende spanningen.

Blijvende liefde

‘Voor mijn vader ging er niets boven topkwaliteit. Etentjes waren zijn invalshoek. De potentiële klant kreeg superieure wijnen geserveerd en hij alsmaar verhalen vertellen. Vaak sleepte hij er dan hooguit dertig flessen uit, want, ja, duurkoop. Ik vond dat omslachtig. Ik denk commerciëler en wilde ook gewoon grote pallets huiswijnen verkopen voor schappelijker prijzen. En onze smaken verschilden ook, waardoor we soms lastig tot overeenstemming kwamen. Verder praat ik wat minder en doe ik meer digitaal. Mijn vader heeft die omslag niet meer gemaakt en wilde alles bij het oude houden. Daar werd ik soms ongeduldig van. Maar ik heb zeer veel van hem geleerd en we delen dezelfde passie, dus die liefde blijft.’

Eigen niche

Zo gaat het in een familiebedrijf. En over vader en zoon gesproken – Yvo vertelt dat hij een leuke negentienjarige zoon heeft die ook van wijn houdt en de zaak best mooi vindt, al komt hij er niet vaak. Toen hij vorig jaar eindexamen deed, wist hij nog helemaal niet wat hij wilde. Yvo zei dat hij moest gaan studeren. Op dat moment zag hij opeens zijn vader in zichzelf. Yvo: ‘Ik vind het net als mijn vader belangrijker dat hij zich ontwikkelt en zijn eigen niche vindt, dan dat hij hier komt werken. Ik ben nu vijfenveertig, en kan nog jaren door met dit fijne team. Maar wie weet hoe ik tegen het familiebedrijf aankijk, als ik tegen de zestig loop? Misschien blijkt deze visie dan ook een idée fixe?’