Na veertig jaar dreigt kinderdagverblijf de Kleine Plantage te verdwijnen. In 1018 verdwenen eerder al Bambi (Wittenburg), Tante Pollewop (Louise Wentplein) en het Elfenbankje (Nieuwe Herengracht). Is het landelijke tekort aan kinderopvang door personeelstekort al enkele jaren zorgwekkend, in Amsterdam is de situatie ronduit nijpend. Terwijl de arbeidsmarkt om personeel schreeuwt, worstelen ouders met het vinden van goede opvang.

Jannelies Poelstra | Foto’s Björn Martens

Anne Jantzen, locatiemanager van de Kleine Plantage, stuurde de redactie een noodkreet: “Ons huurcontract wordt niet verlengd. We zijn naarstig op zoek naar een alternatieve ruimte. De tijd dringt! […] Misschien heeft een van de lezers dé gouden tip!” Een goede reden voor een bezoek aan het kinderdagverblijf in de Henri Polaklaan, waar ook de voorschool van Dynamo zit. In een knus lokaal vol speelhoekjes spreek ik Anne aan de eettafel met vrolijk rood-wit gestipt zeil. Aan de achterzijde ligt een riante tuin met een zandbak, glijbaan, knutselschuur en konijnen. In de ruimte ernaast doen peuters hun middagdutje.

Op jullie website las ik dat jij de Kleine Plantage hebt opgericht.
“Dat klopt. In september 1984, na mijn hbo-opleiding jeugdwelzijn, werd ik door ouders gevraagd om een peuterspeelzaaltje op te zetten in de Sarphatistraat. We zijn klein begonnen, met twee groepjes van zes kinderen. Dat was een heerlijke tijd: lekker pionieren! In 1990 moesten we ons voor subsidie aansluiten bij Welzijn Binnenstad en later gingen we op in IJsterk. Binnen 1018 zijn ook kinderdagverblijven Dikkie Dik en de Kraai van IJsterk. Gelukkig mochten we ons eigen karakter behouden.

Eind jaren tachtig verhuisden we naar de Henri Polaklaan:
eerst naar een souterrain aan de overkant en daarna hier-
naartoe. Omdat we hier meer ruimte kregen, konden we
naast hele dagen ook halve dagopvang gaan aanbieden. Ik
kreeg meer managementtaken, maar ik stond erop om ook met kinderen te mogen blijven werken. Dat is het leukste
wat er is! Nu werk ik met vier vaste leidsters en een vaste
invalkracht. Over anderhalf jaar ga ik met pensioen.”

Wat is dat eigen karakter van de Kleine Plantage?
“De kleinschaligheid en de sterke buurtbinding. Veel kinderopvang is opgegaan in grote organisaties met een vaste formule, zoals Partou, maar wij zijn een echte buurt-crèche gebleven. Onze huiselijkheid wordt steevast door oud-kinderen genoemd. Die brengen nu hun eigen kinderen hierheen. We werken hier niet met een vast programma, maar spelen in op de behoeften van de kinderen. Scholen zien vaak meteen dat kinderen bij ons vandaan komen. We horen dat ze zo zelfstandig en sociaal zijn. En dat klopt! We gaan probleemloos zonder ouders drie dagen met de peuters kamperen. Ook de ouderbetrokkenheid is heel groot: we doen mee aan het buurtfeest, gaan langs de deur met Sint-Maarten en organiseren jaarlijks een fancy fair. Ouders blijven ons trouw, zelfs als ze verhuizen naar een andere buurt.”

Waarom kunnen jullie hier niet blijven?
“Wooncorporatie Woonzorg Nederland wil hier appartementen voor senioren realiseren. We hebben lang gehoopt dat Woonzorg ons zou laten terugkeren, maar kinderopvang past niet binnen hun doelstellingen en het zou financieel niet rendabel zijn. In januari 2026 moeten we eruit. Als we voor die tijd geen andere locatie vinden, is het einde verhaal. De gemeente is niet verantwoordelijk voor de huisvesting van kinderopvang, wel voor de voorschool van Dynamo met wie wij hier de begane grond delen. We zoeken zowel apart als samen met Dynamo naar een locatie.”

Hoe ziet een nieuwe locatie er idealiter uit?
“Het allerliefst blijven we in de Plantagebuurt, maar we zijn realistisch en zoeken in heel 1018 en aan de randen. We zijn in gesprek over gedeelde huisvesting met de Antoniusschool in de Nieuwmarktbuurt en hebben gekeken naar een locatie bij het Muiderpoortstation. Om rendabel te blijven, hebben we een plek nodig voor vier of vijf groepen met een buitenruimte. Het is voor kinderen gezond om veel buiten te zijn, zoals hier in de tuin. 

In augustus moet duidelijk zijn of we op een andere locatie door kunnen gaan. Om onze kinderen op te kunnen blijven vangen heeft IJsterk nu al een stop ingesteld bij Dikkie Dik en de Kraai. In de afgelopen jaren is veel kinderopvang uit de buurt verdwenen. Dit komt door personeelstekort, hogere locatiekosten of omdat de eigenaar een lucratievere bestemming vindt voor een pand. Wij hebben altijd al lange wachtlijsten, maar het zou voor de buurt dramatisch zijn als er weer een kinderdagverblijf moet sluiten.”

Heb je nog hoop?
“Onze jaarlijkse fancy fair heb ik naar het najaar verschoven, omdat het misschien wel ons definitieve afscheidsfeest wordt. Ik hoopte hier tot mijn pensioen, over anderhalf jaar, te blijven en een opvolger in te werken. Ik huur zelf al veertig jaar een betaalbare huurwoning in de Henri Polaklaan, maar langzaam maar zeker voelt het alsof de buurt stukje bij beetje verloren gaat aan projectontwikkelaars. Toch blijf ik hopen. Zolang er geen omgevingsvergunning is afgegeven, is er misschien nog kans dat we langer in de Henri Polaklaan kunnen blijven. Of misschien heeft iemand de gouden tip voor een geschikte en betaalbare nieuwe locatie?’

Ouders over de Kleine Plantage

Tim Scholten (voorzitter oudercommissie): “Mijn oudste dochter zat op de Kleine Plantage en nu mijn jongste. De kleinschaligheid, de tuin en het buurtgevoel: alles ademt liefde uit. Het is een paradox: iedereen is gebaat bij goede kinderopvang, ouders, kinderen, werkgevers, de gemeente, de hele maatschappij, maar steeds meer opvang verdwijnt.”

Kiki Bosch groeide op met de Kleine Plantage: “Het zat een tijdje in het souterrain van mijn ouders. Zelf zat ik op de Kleine Plantage en ook mijn kinderen gingen erheen. Als tiener ging ik als begeleider mee kamperen met de peuters. Toen we kort in West woonden, ging mijn oudste daar naar de opvang. Maar ik miste dat warme huiselijke gevoel. Zowel tussen ouders als kinderen ontstaan in een buurtcrèche als deze vriendschappen voor het leven.”