Home Duurzaam Stadsdeelcommissie adviseert tegen komst windmolens

Stadsdeelcommissie adviseert tegen komst windmolens

0

De stadsdeelcommissie heeft zicht uitgesproken tegen de komst van windmolens die zijn gepland bij IJburg, het Zeeburgereiland en het Science Park. De commissie voelt zich gesteund door veel insprekers. Ook voormalig Europarlementariër Thijs Berman gaf stevig tegengas tegen de plannen van de gemeente Amsterdam tijdens een online vergadering. Wat het oplevert is onduidelijk. Herleeft Don Quichot?

Al eerder, in april, had de commissie gevraagd om de zoekgebieden naar geschikte locaties voor windturbines bij IJburg, Eiland Zeeburg en het Sciencepark af te wijzen. Philip Monas van D66: ‘Er zijn namelijk helemaal geen geschikte locaties. Nergens in deze zoekgebieden is een minimaal noodzakelijk geachte afstand van de turbines tot de bebouwing van 600 tot 800 meter haalbaar. Bovendien is er in de provincie Noord-Holland al voldaan aan de doelstelling om voldoende duurzame energie op te wekken.’ Opnieuw wijst de commissie de komst van de windmolens af.

Ondertussen is het met goede bedoelingen opgetuigde participatietraject al volkomen ontspoord. Philip Monas: ‘Vanuit de zoekgebieden zijn al snel exacte locaties voor de turbines ingetekend, die direct een lawine van protest uitlokten. Daaropvolgend hebben actieve bewoners hun verantwoordelijkheid genomen en zijn in het geweer gekomen. Ook een rondzingend animatiefilmpje, waarin er een grote dreiging uit gaat van de windturbines is een effectief eigen leven gaan leiden.’

Zijn D66, VVD en PvdA dan tegen windmolens en de duurzame energie, die ze opwekken? Philip Monas: ‘D66 zeker niet. Als het minimum afstandscriterium maar niet op basis van onduidelijke motieven wordt verlaagd van 600 naar 375 meter. Dan blijven IJburg, Zeeburgereiland en het Science Park no-go areas. Windmolens dienen ook binnen de grenzen van Groot Amsterdam op veilige afstand van de bewoners te blijven.’

Het ongevraagd advies is slechts een signaal. In ons huidig bestuurlijk stelsel is het advies van de stadsdeelcommissie via het dagelijks bestuur aan het bestuur van de stad niet veel meer dan een ‘zienswijze’. ‘Het is wel een luid en duidelijk signaal richting de verantwoordelijke wethouder’, benadrukt Philip Monas. ‘Het is een klemmend verzoek dat nu eens niet wordt bepaald door partijpolitiek gekonkelfoes, maar gewoon het resultaat is van het oor dat de stadsdeelcommissie bij de inwoners van Oost te luisteren heeft gelegd. En daar is de stadsdeelcommissie nu precies voor bedoeld.’