Home Overzicht Stadsdeelcommissie Oost: nu ze er toch is moet je er ook maar...

Stadsdeelcommissie Oost: nu ze er toch is moet je er ook maar gebruik van maken

0

Een paar maanden geleden vroeg ik me in een artikel op oost-online af wat de stadsdeelcommissie Oost eigenlijk allemaal doet. Om daar achter te komen stuurde ik in januari een uitnodiging naar de vijftien leden en volgde ik sinds begin februari de tweewekelijkse vergaderingen. Op mijn uitnodiging per email kreeg ik tot mijn verbazing maar één reactie, namelijk van Mark van Dongen van de SP.

Dat leverde een eerste interessant gesprek op. Ook begreep ik van hem dat de door mij aangeschreven e-mailadressen, die op de website van het stadsdeel staan, door de meeste commissieleden niet of nauwelijks worden gebruikt. Er zijn blijkbaar vaak ICT-problemen, die het gebruik ontmoedigen. Dat vind ik nogal slordig, want je zult als burger maar contact willen krijgen met je volksvertegenwoordiger en dan geen reactie krijgen.

Maar goed, na wat via via-contacten, waarin mijn eerste gesprekspartners elkaar aanmoedigden om ook met mij in gesprek te gaan, kwamen de vervolggesprekken op gang en kon ik elke week een nieuw portret presenteren op oost-online. Vreemd genoeg kostte het nog het meeste moeite om in contact te komen met de grootste partijen in de commissie. D66 (3 leden) had ook op haar eigen website niet meer actuele e-mailadressen staan en GroenLinks (4 leden) reageerde pas na verschillende herinneringen die ik verstuurde.

Uiteindelijk heb ik van alle partijen ten minste één lid gesproken en dat waren leuke gesprekken met enthousiaste Oostbewoners. Mijn aanvankelijke scepsis over het belang en het bestaansrecht van de stadsdeelcommissie in zijn huidige, wat uitgeklede vorm is gedurende mijn gespreksronde afgenomen. Zoals de meeste commissieleden ook zelf aangeven moeten we de invloed van de commissie niet overschatten. De formele functies, adviserend en signalerend zijn richting dagelijks bestuur en centrale stad, leiden niet tot aardverschuivingen in het gevoerde beleid.

Als je naar de tweewekelijkse vergaderingen van de SD-commissie kijkt en luistert, zie je dat er geen grote koerswijzigingen voortkomen uit de besprekingen die vaak toch wel drie uur of meer in beslag nemen. Er worden vragen gesteld en – soms via moties – aandachtspunten meegegeven en zo wordt het dagelijks bestuur scherp gehouden.

De belangrijkste functie van de commissieleden lijkt dat ze de drempel voor bewoners en ondernemers om de politiek te beïnvloeden verlagen en daarmee druk op de leden van de gemeenteraad verminderen. Via de inspraakmogelijkheden, waar vrijwel elke vergadering gebruik van wordt gemaakt, maar ook via de informele contacten die alle partijen voor zichzelf organiseren, komen best veel signalen door over wat er in de verschillende buurten van Oost leeft.

Alle gesprekspartners gaven aan dat ze gemiddeld meer dan een dag in de week besteden aan hun commissielidmaatschap. Behalve aan twee reguliere vergaderingen per maand en zogenaamde ‘technische sessies’ over specifieke onderwerpen wordt die tijd vooral besteed aan overleggen met achterbannen, buurtvertegenwoordigers, partijgenoten uit andere stadsdeelcommissies en leden van de gemeenteraad.

Naar mijn indruk wordt er goed samengewerkt in de commissie. Van politieke spelletjes heb ik weinig gemerkt. De coalitiepartijen weten elkaar en het gemeentebestuur iets makkelijker te vinden, maar er wordt veelvuldig ook met de kleinere niet-coalitiepartijen samengewerkt aan initiatieven en moties. Erg spannend worden de vergaderingen daarmee niet. Vandaar ook de geringe aandacht die het werk van het stadsdeel en de commissie in de media krijgt. De vergaderingen verlopen in een prettige sfeer en de besluiten zijn niet spectaculair. Weinig om over naar huis te schrijven dus.

Toen in 2013 landelijk bepaald werd dat de stadsdeelraden per 2014 moesten worden opgeheven, heeft de gemeente Amsterdam besloten toch een vorm van gekozen volksvertegenwoordiging in de zeven stadsdelen te handhaven. Daarna is er best veel discussie geweest over de zin en onzin van gekozen stadsdeelcommissies. Per 2022 werden er een aantal wijzigingen doorgevoerd.

In het nieuwe stelsel fungeert de stadsdeelcommissie als bestuurscommissie, wat de inbreng minder vrijblijvend maakt. De commissie maakt formeel onderdeel uit van het stadsdeelbestuur. Adviezen, moties en voorstellen zijn zwaarwegend voor het dagelijks bestuur en adviezen over stedelijk beleid worden altijd doorgegeven aan de raad. De stadsdeelcommissie krijgt bovendien een controlerende rol, bijvoorbeeld bij het controleren van de uitgaven van het dagelijks bestuur. Meer verantwoordelijkheden voor de stadsdeelcommissie betekent ook meer werk. Daarom ontvangen leden een hogere vergoeding en is de ambtelijke ondersteuning van de stadsdeelcommissie versterkt.

Bij mijn gesprekspartners proefde ik dat ze wel tevreden zijn over hoe het nu werkt. Bijna allemaal hadden ze even wat tijd nodig om er achter te komen wat het commissielidmaatschap in de praktijk inhoudt. Inmiddels zijn ze daar wel achter gekomen. Ook over het proces van het voor het eerst te verdelen ‘eigen budget’ van 645.000 euro waren de meesten opgetogen: daarbij is goed samengewerkt door het dagelijks bestuur, de ambtenaren en de verschillende fracties.

Kortom, zoals Frans van Vliet het in één van mijn eerste gesprekken al aangaf: misschien hadden de stadsdeelcommissies maar beter opgeheven kunnen worden toen ze veel minder te zeggen kregen, maar nu ze er toch zijn is het nuttig om er gebruik van te maken.

Blijft het punt over dat we als bewoners van Oost misschien toch vaker wat zouden moeten horen of lezen wat zich precies afspeelt op het stadsdeelkantoor in Oostpoort. De aanwezigheid van kritische media is een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van een democratie. Wellicht moedigt meer publiciteit mensen aan om ook eens naar de vergaderingen toe te komen en een keer iets in te spreken over waar men zich zorgen over maakt. Mij viel op dat de commissieleden graag de zorgpunten van insprekers adopteren en de bestuurders daarop aanspreken. Helaas is het in de praktijk wel zo dat het eigenlijke beleid op veel terreinen toch vaak bepaald wordt in de Stopera en dat het stadsdeel slechts functioneert als doorgeefluik naar de centrale stad.

Daarmee is het risico aanwezig dat de stadsdeelcommissie slechts functioneert als stootkussen om de klappen op te vangen die eigenlijk bedoeld zijn voor de gemeenteraad en het college van B en W. Een recent voorbeeld daarvan is het stedelijke evenementenbeleid op grond waarvan deze zomer wederom een groot festival wordt toegestaan in het kwetsbare Flevopark. Zowel de stadsdeelcommissie als het dagelijks bestuur lijkt er niet blij mee te zijn. Maar het gaat toch gewoon door.

Afgelopen dinsdag waren er maar liefst zeven insprekers tijdens de levendige vergadering. Er werden zelfs interrupties gepleegd! Op de agenda stonden voorstellen voor aanpassingen in het Oosterpark, onder meer om de omgeving van het slavernijmonument op te knappen. Daar was iedereen wel voor. Maar er werden in navolging van een paar insprekers wel kritische noten gekraakt over de verdere verstening en de kwelwaterproblemen. Ook over het participatieproces werden twijfels geuit. Ik ben benieuwd of het in de komende maanden blijft bij kritische vragen of dat er ook daadwerkelijk wijzigingen in de plannen uit voortvloeien.

Mijn aanmoediging aan de commissieleden is, blijf kritisch en houd het bestuur scherp! En als laatste tip: doe wat aan jullie vindbaarheid, want hoewel we elkaar uiteindelijk gevonden hebben viel me dat nog het meeste tegen.

Fokko Kuik Reacties zijn welkom
Lees ook Wat doet de Stadsdeelcommissie Amsterdam-Oost nou eigenlijk?