| Verhalen uit de Plantage | Dick Pol |
Het zij gezegd: het leven neemt af en toe een onverwachte afslag. Als gevolg van de ‘geboortegolf’, na de Tweede Wereldoorlog, ontstond er in de jaren vijftig en zestig een nijpend gebrek aan ‘onderwijzend personeel’. Jan en alleman kwam voor de klas te staan en daar zaten vreemde kostgangers tussen.
We hadden op de middelbare school in de jaren zestig, in terugblik, ik kan het niet anders omschrijven, af en toe te maken met regelrechte fascisten. Sadisten die lustig los sloegen op jongetjes van dertien, veertien jaar. De tekenleraar, een mislukte kunstschilder, draaide, als je iets deed of zei wat de man niet beviel, hardhandig je oor om. Onze leraar Engels commandeerde je, bij wangedrag, naar voren, naar zijn verhoogde zitplaats, en mepte je keihard in je gezicht. Dat liep één keer verkeerd. (‘Manchmal lauft allas verkehrt’ (Viktor IV RIP))
Negentieneenenzestig. Naast me zit mijn goede vriend Hans L. We woonden in dezelfde buurt en fietsten dagelijks samen na schooltijd naar huis. Hans en ik deelden de warme belangstelling voor Ginsberg, Kerouac en Charlie Parker. Hij reikte mij mijn eerste sigaret aan, mijn eerste stiekeme biertje. Hans had een duidelijk fysiek overwicht omdat hij al twee keer was ‘blijven zitten’. Los daarvan was ie zo sterk als een beer.
Engelse les. Hans zegt iets waar ik om moet grinniken. De leraar Van A. roept: ‘Kom naar voren!’ Het wordt muissstil in de klas want iedereen weet wat er staat te gebeuren. Mijn vriend verheft zich, schuift het stoeltje naar achter, rekt zich in volle breedte uit en waggelt als John Wayne ‘naar voren’. Van A ziet het probleem aankomen en zegt: ‘Ga maar weer zitten.’ Wat hebben we gelachen!
Hans L verliet onze klas voor het einde van het schooljaar om over te stappen naar de Zeevaartschool. Dat gebeurde vaker al gingen de meeste afvallers naar het conservatorium of naar de kunstacademie.
Negentiennegenenzestig. Ik sta ik een biertje te drinken in mijn stamkroeg, komt er een vreemd gezelschap binnen. Eén van de mannen die sterke gelijkenis vertoont met Andy Cap (‘Linke Loetje’) kijkt mij aan en roept: ‘Hee Pol!… ‘Heb jij die gymnasiumhap nog afgemaakt ?‘ Wie schetst mijn verbazing: Hans L.! Hij vertelt met een zekere trots dat hij, na een korte carrière op zee, een prominente positie heeft veroverd in de Haagse onderwereld. De volgende biertjes zijn voor zijn rekening.