De mogelijke link tussen anti-lhbtq-geweld en de islam is een ongemakkelijke waarheid, zegt UvA-onderzoeker Laurens Buijs in Het Parool. Volgens hem krijgt geweld en intimidatie tegen lhbtq’s van de overheid en wetenschap te weinig aandacht. Hij start een nieuwe, grootschalige studie naar geweld tegen lhbtq’s. De mogelijke link met de islam is naar de mening van Buijs een onderwerp dat we steeds laten liggen.’ De studie richt zich specifiek op de Indische Buurt.
Buijs wil voor langere tijd de Indische Buurt induiken omdat die buurt zo’n goede plek is voor de casestudy. Er zijn veel multiculturele groepen, maar ook vindt er een instroom plaats van witte Amsterdammers en mensen uit de gay community. Hij wil vooral kijken naar bijvoorbeeld geweld tegen transgender- en non-binaire personen. Hij wil er gaan spreken met Marokkaans-Nederlandse jongens, maar ook met hun moeders, sociaal werkers, imams.
De rol van de Islam en Marokkaanse jongens is een belangrijk aspect waar Buijs naar wil kijken. In 2009 concludeerde hij al dat ze oververtegenwoordigd zijn in zijn onderzoek naar antihomogeweld. Uit gesprekken bleek dat er toen vooral overeenkomsten tussen Marokkaans-Nederlandse jongens en andere daders waren. Het was vaak haantjesgedrag, ze wilden hun mannelijkheid tonen of er was sprake van groepsdruk. Toen vond hij geen bewijs voor de invloed van de islam op antihomogeweld.