De restauratie van de fundering van de Nieuwe Kerk is voltooid. Dat werd donderdagochtend 19 december een beetje plechtig gevierd in het godshuis aan de Dam. Half elf al aan de bubbels, was mij iets te vroeg. Gelukkig waren er behalve de ‘hotemetoten’ ook nog gewone mensen, zoals de twee medewerkers van bouw- en aannemingsbedrijf Kneppers. Sinds de bouwvak hebben ze samen de klus geklaard en stonden nu gewoon in hun kloffie te genieten van de gedane arbeid en de lekkere taart.
Anne-Mariken Raukema
De restauratiewerkzaamheden van de fundering van de Nieuwe Kerk hebben een paar jaar geduurd. De eerste tijd ging vooral op aan onderzoek; het was voor de constructeur en de aannemer een geheel nieuwe klus; met stalen pijpen door de fundering heen, zodat de acht metershoge zuilen weer eeuwen mee kunnen. De kosten waren dan ook niet gering: maar liefst 2,7 miljoen euro. Dit geld werd bijeengebracht door fondsen, overheden en particulieren.
Traditie
Natuurlijk hoort bij zo’n afronding een rituele handeling, dus was het aan locoburgemeester en wethouder Archeologie Rutger Groot Wassink, Annabel Birnie, directeur van de Nieuwe Kerk en Vincenza La Porta, directeur van het Kerkelijk Bureau van de Protestantse Kerk Amsterdam, om gedrieën een doek te verwijderen waarachter een geheel nieuwe gedenksteen in een van de zuilen werd onthuld.
De gedenksteen geeft aan dat eronder een koker ligt, met daarin een document met alle namen van de betrokkenen bij de restauratie, ondertekend door beide genoemde dames-directeuren, ofwel de opdrachtgevers. Het begraven van zo’n koker gaat terug op een lange traditie. Zo werd in 1870 ook een koker ingegraven, op de plek waar ooit het graf van Joost van den Vondel was. Hij werd herbegraven in het ‘literaire pantheon’, bij Betje Wolff, Aagje Deken en Hella S. Haasse.
Onderzoek wees uit dat de ‘nieuwe’ gedenksteen voor Vondel was ontworpen door Pierre Cuypers, die we kennen van Centraal Station en het Rijksmuseum.
Het aansnijden van de taart, bedekt met een bijzondere afbeelding van de Nieuwe Kerk was het tweede ‘hoogtepunt’.
Onderzoek
Ook tijdens de restauratiewerkzaamheden is veel onderzoek gedaan, onder meer naar de ongeveer 32 gevonden stoffelijke overschotten. Sommige hoofden hadden nog haar. Dat komt doordat de Nieuwe Kerk op een van de oudste plekken van Amsterdam ligt en maar liefst 2,8 meter boven NAP. Er is ruim anderhalve meter diep gegraven. Dus een dikke zandlaag voor je op grondwater stuit. Dat is volgens een van de mannen van Kneppers ook de redenen dat de 18e en 19e-eeuwse lichamen vrijwel ongeschonden waren. De kisten waren vergaan, de lijken niet. Tijdens deze werkzaamheden hebben heel veel mensen vanaf een loopbrug de werkzaamheden kunnen zien. Op Open Monumentendag trok dat maar liefst 3500 belangstellenden.
Het komend jaar moeten de acht zuilen waaronder de werkzaamheden werden verricht eerst ‘zetten’. Daarna wordt begonnen aan de resterende restauratiewerkzaamheden, zoals de glas- in-loodramen, die een tijdspanne van vier eeuwen beslaan. En volgend jaar zal het bureau Monumenten & Archeologie van de gemeente een tentoonstelling organiseren over de uitkomsten van de verschillende onderzoeken die zijn verricht.
Nu gaan kijken!
Het is alsof je door een schilderij van de 17e-eeuwse Pieter Saenredam loopt; een lege kerk, nog zonder de zes partijen kerkbanken. Deze worden de komende twee maanden weer teruggeplaatst, elke week een. Wie dit eenmalige en prachtige beeld wil aanschouwen, doet er goed aan snel te gaan kijken. De tentoonstelling Ontdek de Nieuwe Kerk is nog tot en met 6 april 2025 te zien.