Dappere moeders, jonge statushouders en arbeidsmigranten uit alle mogelijke landen krijgen in de Meevaart persoonlijke begeleiding om een opleiding te voltooien. Zo kunnen ze hun doel bereiken: betaald werk vinden.
Inna van den Hogen | Foto’s Björn Martens
Slas is nu 34 jaar, komt uit Eritrea en is moeder van drie kinderen. Zelf groeide ze op in een groot gezin. Ze had een fjne schooltijd. Vijf jaar geleden kwam ze aan in Nederland, na een lange en vreselijke periode van vluchten. Ze vertelt dat ze erg graag wil werken. Het betekent voor haar dat ze haar eigen geld kan verdienen en met mensen in contact komen. ‘Het zal mijn leven verbeteren’, zegt ze.
Via een kennis kwam Slas terecht bij de Meevaart, het buurtcentrum in de Balistraat. Daar volgde ze het afgelopen jaar een intensieve opleiding MBO1 voor facilitair assistent. Ze wil nog een jaar naar school om dan in de zorg werk te kunnen vinden. Liefst in de zorg voor ouderen of kinderen.
De Meevaart
Opleidingen bij de Meevaart staan open voor inwoners van Amsterdam-Oost. De formule die de Meevaart hanteert, is als volgt: al het onderwijs vindt plaats in het gebouw. Naast hun reguliere ROC-opleiding krijgen de leerlingen wekelijks extra begeleiding in taal en digitale vaardigheden. Verder lopen ze met elkaar twee dagen per week stage in het buurtcentrum. De vaste taken zoals bardienst, koken, schoonmaken, mensen ontvangen en wegwijs maken, staan iedere dag tijdens de ochtendbespreking op de agenda. Iedere stagiaire krijgt de kans zich in die taken te bekwamen. Alles wat je doet wordt met je besproken. Lunchen doen ze gezamenlijk. De stage levert ‘makkies’ op, kortingsbonnen die geldig zijn in een aantal winkels in de Indische buurt.
Op mijn vraag waarom voor deze formule is gekozen, antwoordt Adrijana Grigic, de coördinator van de opleiding: ‘Toen ik zelf als vluchteling uit Bosnië uiteindelijk in Nederland belandde, wilde ik graag iets gaan doen. De taal was natuurlijk een barrière, en bovendien gelden de diploma’s uit je land van herkomst hier niet. Via allerlei omwegen, vooral door actief bezig te gaan met vrijwilligerswerk, kon ik in september 2015 een opleiding gaan volgen bij het ROC.’
‘Er waren daar zeven studenten uit andere landen’, vertelt Adrijana verder, ‘we waren allemaal ouder dan de rest, die jong was en van oorsprong Nederlands. Het tempo van de lessen was hoog en de taal was voor onze groep vaak moeilijk te volgen. Jammer genoeg was er weinig aandacht voor de statushouders die daar ook zaten en een andere achtergrond hadden. Het gevolg was dat iedereen van die groep afhaakte, behalve ik. Ik zette door.’
Nieuwe start
Jack, geboren in Zuid-Afrika, heeft jaren in de machinebouw gewerkt. Ook in Nederland, waar hij sinds negen jaar woont, nu met zijn jonge gezin in IJburg. Hij kreeg een burn-out en ontdekte dat hij veel liever met mensen zou willen werken. Maar hoe zou hij dat kunnen aanpakken: bruine huid, buitenlander van oorsprong, dus geen Nederlandse diploma’s, spreekt de taal maar ook weer niet vlekkeloos. Omdat hij nergens een stageplek kon vinden, koos hij voor de MBO1 opleiding in de Meevaart. Inhoudelijk simpel voor hem, maar toch heel waardevol, een veilige plek waar hij het afgelopen jaar erachter kwam wat hij nou echt verder wilde gaan doen met zijn werk. ‘Hier kijken ze echt goed naar je’, vertelt hij. ‘Leef je maar eens in: onze gemiddelde cursist is al jong, soms als tiener, naar Nederland gevlucht, en vanaf je achttiende mocht je niets, niet werken, geen stage lopen. Alleen maar wachten op je papiertje. Sommigen zijn al twintig jaar in Nederland. Deze vrouwen hebben nog nooit in een organisatie meegewerkt. Dat kennen ze niet. Ze weten ook niet wat leren is. En met al die dingen moet je ze op de juiste manier helpen.’
Het is voor de – vooral Afrikaanse – moeders een grote opgave om het Nederlands redelijk te leren beheersen. ‘De Meevaart had het afgelopen jaar grote moeite om een taaldocent te vinden die deze uitdaging wilde oppakken, maar het is gelukt.’ Jack vertelt verder: ‘Al snel bleek dat mijn taalniveau veel hoger was dan dat van de anderen. Toen is mij gevraagd of ik een huiswerkgroep wilde gaan leiden. Dan konden we samen herhalen wat er in de taalles was geoefend en zo extra aandacht geven aan de leerlingen.’ Dat deed hij graag. En de huiswerkgroep liep ook goed. Jack: ‘Ik ga het opnieuw doen in het komende jaar.’ Daarnaast gaat hij een opleiding van twee jaar volgen om te kunnen instromen op de Hogeschool voor de opleiding Oefentherapie. Zo gaat hij in de toekomst mensen ondersteunen met bewegingsoefeningen.
Docent Jan Robert Wanschers legt uit dat er meer leerlingen zijn met een goede opleiding in het land van herkomst. Hij heeft een juriste in de klas gehad en een leraar aardrijkskunde. ‘We raden hun aan om toch eerst een jaar de basiscursus te volgen. We kunnen dan heel veel individuele aandacht geven aan het goed leren van de taal. In alles wat we doen zit taal. Zo beginnen we de les met het praten over het (jeugd)journaal. Een heel goede oefening in luisteren naar goed gesproken Nederlands. Daarnaast laten we hen wennen aan de manier van leren. Meestal hebben ze op een hiërarchische manier les gehad: de docent staat voor de klas en geeft de lesstof door. Ik sta liever niet voor een groep maar loop rond.’ Hij laat een lijst zien met leervaardigheden: samenwerken staat bovenaan. ‘Van elkaar leren, vragen stellen, dat zijn juist dingen die wij stimuleren.’ En, vervolgt Jan Robert: ‘Na het eerste jaar kan iedereen een goede keuze maken: aan de slag gaan of inschrijven voor een vervolgopleiding, soms op een veel hoger niveau. Maar dan heeft het ook echt een kans van slagen.’
Cursisten met verhalen
Sinds vijf jaar organiseert de Meevaart MBO1 en 2 opleidingen, waarbij extra aandacht is voor de cursisten. De meeste cursisten zijn vrouw en moeder, en ouder dan 27 jaar. Ze hebben allemaal vreselijk veel meegemaakt in hun land van herkomst, zoals Eritrea, Angola, Syrië en Afghanistan. Zoals N. die uit Angola komt en eerst moest vluchten naar haar oma in de Congo omdat haar vader in eigen land een politiek omstreden fguur was. Zij was veertien en alleen toen ze in Nederland kwam. Na jaren van een marginaal bestaan krijgt ze nu een kans om een diploma te halen en werk te vinden.
Adrijana: ‘Je moet je kunnen verplaatsen in deze doelgroep en beseffen wat ze allemaal hebben meegemaakt. Ik heb zelf ook veel meegemaakt.’ Maar ook later in hun leven hebben deze vrouwen het niet makkelijk. Ze hebben soms te maken gehad met geweld, met scheidingen. Sommige zijn in de schulden geraakt. De regels van de overheid veroorzaken soms schulden. Als je niet slaagt voor je examen inburgering, moet je de kosten achteraf zelf betalen. ‘Toch gaat de mens stug door, we lachen en steunen elkaar tijdens de lessen. Maar eronder schuilen dramatische verhalen, waar ze liever niet over praten’, zegt Jack.
Maatwerk
Roy Dhoeman is hoofdcoördinator bij de Meevaart en zeer betrokken bij de cursisten: ‘Het is een hele kunst om steeds de juiste gaatjes te vinden bij de gemeente, om dit leertraject te laten slagen.’
Aan de ene kant helpt de gemeente mee. De cursisten kunnen onder bepaalde voorwaarden een laptop krijgen. Aan de andere kant zijn niet alle klantmanagers van de leerlingen positief over de cursus. Een klantmanager houdt toezicht op de uitkering en alles wat niet is toegestaan. Sommige managers willen alleen maar meewerken als hun klanten meteen aan het werk gaan. Ze zeggen doodleuk tegen iemand die een cursus wil gaan doen: “Jij bent te dom voor een opleiding”.’
Bijna alle leerlingen zitten al heel lang in de bijstand. De regel van de gemeente is dat iemand in de bijstand een half jaar een opleiding mag doen met behoud van uitkering. Het kost per leerling veel tijd en moeite om toestemming te krijgen voor de extra tijd die een MBO-opleiding nu eenmaal kost. Het vraagt dus heel wat van de medewerkers van de Meevaart en de docenten van deze MBO-opleiding om vol te houden. Ze geven niet op, want er zijn al heel veel blije leerlingen die met een diploma vanuit het buurtcentrum de wereld zijn ingestapt. Daar doen ze het voor.