Hardnekkige geruchten doen al enige tijd de ronde dat er grote veranderingen op til zijn bij OLVG Oost. Zelfs dat sluiting van het ziekenhuis dreigt, behoort tot die stroom vage berichten. ‘Dat is absoluut niet aan de orde,’ verzekert ons Roxanne Vernimmen namens de Raad van Bestuur van OLVG.

Arie van Tol | Foto’s Eddy Ellert

Op een winterse woensdagmiddag spreken Robert van Andel – met zijn verleden als OLVG-arts wist hij contact te leggen met de leiding van het ziekenhuis – en ik met Roxanne Vernimmen, lid van de Raad van Bestuur, en Johanna Jansma, manager marketing en communicatie. Het gesprek vindt plaats in een vergaderzaal op de bovenste verdieping van OLVG West.

Ontwikkelingen

Ruim zeven jaar geleden alweer zijn het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis gefuseerd. Sindsdien heeft OLVG een locatie West en een locatie Oost. De ingrijpende en jaren durende totstandkoming van de nieuwbouw van OLVG Oost werd in 2003 afgerond. Van de oude gebouwen sneuvelde het Maria Paviljoen het laatst.

De nieuwbouw en de fusie kleurden de afgelopen decennia van het ziekenhuis in Oost. ‘De veranderingen die nu gaande zijn en de komende jaren gaan plaatsvinden zijn minder in het oog springend, maar evengoed ingrijpend,’ erkent Vernimmen. ‘Het zijn het soort organisatorische veranderingen waar alle ziekenhuizen in Nederland mee te maken hebben, mede omdat er sprake is van krapte op de arbeidsmarkt. Met name door concentraties van specialismen in minder ziekenhuizen wordt gestreefd naar meer efficiëntie en daarmee naar meer betaalbare zorg.’ De aangekondigde sluiting van twee van de vier afdelingen kinderhartchirurgie in Nederland is het meest spraakmakende voorbeeld van die tendens.

Kwaliteit

Jansma: ‘De poliklinische zorg blijft zeker op beide plekken. Maar verder worden meerdere samensmeltingen van zorgafdelingen overwogen. Waar nu nog op beide locaties bepaalde specialistische klinische zorg wordt geboden, kan dat in de toekomst beperkt gaan worden tot één locatie. Dan zullen afdelingen verhuizen, wat overigens met sommige afdelingen al is gebeurd.’

Dat vooral het nijpende personeelstekort en de alsmaar stijgende zorgkosten tot verregaande organisatorische aanpassingen nopen, is geen geheim. Maar daarmee hoeven de veranderingen beslist niet te leiden tot mindere kwaliteit van de zorg volgens Vernimmen, misschien wel integendeel.

Vernimmen: ‘Eén van de meest verregaande gedachten is om de acute zorg te concentreren in locatie West en de planbare zorg in locatie Oost. Bij beslissingen hierover speelt de gemeente Amsterdam een belangrijke rol. Ook andere ziekenhuizen in de regio en enkele zorgverzekeraars denken hier over mee. Overigens zullen grote ingrepen niet eerder dan in 2027 hun beslag krijgen.’

Minder ziekenhuisbezoek

Dat bij de SEH vaak lange wachttijden zijn voor de minder acute spoedeisende hulp leidt niet alleen bij patiënten tot irritatie. Jansma vertelt dat er in OLVG West een proef is met een zogeheten spoedpolikliniek: ‘Daar kunnen mensen terecht met net iets mindere spoedurgentie. Omdat de echte spoedgevallen daar niet komen is die hulp dan beter en sneller te organiseren.’

‘Een andere in coronatijd ontstane praktijk is het doen van dagbehandelingen, bijvoorbeeld chemobehandelingen, buiten de ziekenhuizen, bij iemand thuis.’ Vernimmen vult aan: ‘De automatische controles bij vele afdelingen willen we ook sterk verminderen. Die zijn vaak overbodig. Alleen bij klachten de specialist bezoeken is veel logischer. Doordat patiënten zelf hun gezondheidssituatie monitoren in een app en deze gegevens met ons delen, zien we eerder wanneer een consult wel noodzakelijk is. Controles kunnen ook vaak door huisartsen worden gedaan.’

Meerdere raakvlakken

In regio Amsterdam zijn er de volgende algemene ziekenhuizen: Ziekenhuis Amstelland (ZHA) in Amstelveen, BovenIJ Ziekenhuis in Noord, Amsterdam UMC (met locatie AMC en locatie VUmc) en OLVG (met locatie West en locatie Oost). Zoals OLVG de afstemming telkens heroverweegt tussen haar twee vestigingen, doen de ziekenhuizen gezamenlijk dat ook voor de regio Amsterdam. Zo behandelt het UMC de ernstigste patiënten (trauma 1), OLVG de iets minder zware categorie (trauma 2) en BovenIJ de nog weer minder zware (trauma 3).

De zorg heeft meerdere raakvlakken met het sociaal domein. Vernimmen: ‘Wij overleggen regelmatig met de gemeente Amsterdam. Natuurlijk over wat we extra kunnen doen aan de personeelstekorten. Bijvoorbeeld of huisvesting voor (toekomstige) medewerkers meer bereikbaar kan worden gemaakt. Maar ook praten we mee over het programma Amsterdam Vitaal en Gezond. Preventie en gezond leven zijn ook een zorg van de ziekenhuizen.’

De laatste vijf minuten wisselen we onze meningen uit over het programma van Coen Verbraak over het OLVG dat rond de kerst te zien was op de televisie. Ik herinner dat bij het kijken telkens het gerucht door mijn hoofd spookte dat dit tamelijk nieuwe ziekenhuis in Oost misschien ging sluiten en dat ik me dat niet kon voorstellen. Goed om te horen dat de toekomstplannen van OLVG zeker niet die richting op gaan.