Home Overzicht Verhalen uit de Plantage | De Edele

Verhalen uit de Plantage | De Edele

0

Eén van de kleurrijkste figuren in koffiehuis ‘het Hok’ was – we schrijven jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw – ir. R. F.. Kleine twee meter lang, slank van postuur, goede schaker, verdienstelijk bridger. Hij werd doorgaans aangesproken met ‘Edele’, één van zijn stopwoorden. Al was F iets minder edel, slecht van betalen, als hij verloor met spelletjes. Hij kwam, daarnaast, regelmatig langs om geld te lenen. Hoewel hij een goede baan had. Iets ‘off shore’ met booreilanden. R. heeft ons een keer het verhaal verteld hoe hij, door een storm, met een helikopter, over de Noordzee werd gevlogen. De Edele zat dus vrijwel altijd krap bij kas. Dat kwam omdat F. enkele malen in het huwelijksbootje was gestapt. De man moest zich blauw betalen aan alimentatie. Nou ja we maken allemaal fouten.

Als lid van een exclusief schaakclubje – de gepensioneerde rechter ‘heer Ei’, Appie F., ‘heer N.’ – nam F. deel aan de ‘jaarstand-competitie’. Eén gulden per winstpartij, die nauwgezet werd genotuleerd. Ieder jaar, vaste prik, afrekening op twee januari. Tijdens zijn schaakpartijen in het Hok was de Edele immer bezig om zijn tegenstanders te intimideren met kreten als: ‘Zij noemen mij de wurger van Boston!’, ‘naar voren met mijn cirkelende paarden!’. In een vet Rotterdams accent.

Ik weet niet of dit nog steeds aan de orde is, maar in de jaren zestig en zeventig was het mogelijk om via getrapte competities – een promotie-degradatie systeem – door te dringen tot de Grootmeestergroep van grote jaarlijkse schaakevenementen. F. had zich op deze wijze, als amateur, weten te plaatsen voor de elite-groep van het Internationale Schaaktoernooi in Dortmund. Een formidabele prestatie. Vόόr het vertrek van de Edele naar Duitsland werd in het koffiehuis uitgebreid, in groepsverband, geanalyseerd, geoefend tot F. met vele goede wensen werd uitgezwaaid. R. zou iedere dag zijn partijen opsturen naar heer E. om deze na te spelen in het Hok.

De dagen verstreken, zoals de dagen voorbijgaan aan het Leidseplein. Business as usual. Echter, toen de berichten binnendruppelden van het front in Duitsland bleek tot ieders verbazing dat de Edele zich uitstekend wist te handhaven tussen de Grootmeesters. Sterker nog: hij reeg de ene briljante overwinning aan de andere. Op het hoogtepunt van de Dortmund-roes die vervolgens rondwaarde in het koffiehuis is er geld ingezameld. Eddie R. en ik, werden als jongste bedienden, naar het postkantoor gestuurd om een telegram te verzenden. Met de tekst: ‘Uw edele resultaten verheugen ons zeer’. Het kon niet anders of R. had het toernooi gewonnen.

Wat me nu, een mensenleven verder, nog steeds helder voor de geest staat is het beeld van de rentree van de Edele in de Lange Leidsedwarsstraat. Stralende zomerdag, desondanks volle bezetting. F. in de deuropening (je kwam binnen via een portaal), beide handen samengebald boven zijn hoofd. Iedereen op de stoelen, donderend applaus. ’s Avonds is R. op Radio Amsterdam geïnterviewd door zijn neef, schaakmeester Rob H. om verslag te doen van zijn belevenissen in het Oosten.

In de weken die volgden strooide F. gul met kruidig commentaar bij zijn schaakpartijen: ‘zie mijn partij tegen Csidor’. Met spannende verhalen als: ‘en dat handje van Romanisjin bleef hangen boven het bord’. Of: ‘de Rus en ik raakten bevriend’.

De dagen verstreken zoals de dagen verstrijken in het koffiehuis. Bussiness as usual. Maar toen volgde een demasqué. Het sprookje werd ruw uitgeblazen. Hoewel in die tijd informatie traag rondging, kwam het onvermijdelijke moment dat het verloop en de uitslag van het toernooi verscheen in de vakbladen. De waarheid was meedogenloos : de Edele had bij sommige prachtpartijen aan de verkeerde kant van het bord gezeten. Hij was, op zich een grote prestatie, geëindigd in de middenmoot. F. is daarna, bij mijn weten, niet meer in het Hok gesignaleerd. Ik heb dat persoonlijk altijd als een groot verlies beschouwd.

In de moderne tijd kan zoiets niet meer gebeuren. Nu staan binnen de kortste keren alle gegevens van de clubcompetitie in Tuitjehorn dezelfde avond al op het Internet.

Achteraf kan ik om alles wat er toen is gebeurd smakelijk lachen. Alleen al de kwalificatie van de Edele was een heuse heldendaad, naast het feit dat hij zich wist te handhaven tussen de professionals. De rest is geschiedenis.