Home Overzicht Verhalen uit de Plantage | Peter R.

Verhalen uit de Plantage | Peter R.

0
| Verhalen uit de Plantage | Dick Pol |

Peter de Vries is afgeschoten pal voor het schaakcafé. In het straatje waar ik duizenden keren doorheen ben gelopen, doorheen ben gefietst. Toen het tragische nieuws me bereikte, dacht ik meteen aan een voorval in de jaren tachtig.

Het ‘Hok’ heeft een verleden met criminaliteit, met drugshandel. Maar dat was van een heel ander kaliber. Gestolen jassen, autoradio’s, sigaretten. Het stelde weinig voor. Zo was er Herman ‘de hippie’. Met zijn onvergetelijke vriendin Carolien (die stem van haar!), zijn hondje Rex. Bij Herman was Hasjiesj en wiet te koop. Dick ‘Kukident’ van Vliet (opvallend wit kunstgebit). Hij hield een paar jaar gedwongen vakantie in Zweden. Nadat hij bij de grens was gearresteerd met drugs. Maar die jongens deden geen vlieg kwaad. Buiten de schade dan die hun handel teweegbracht.

Het werd grimmiger toen in de jaren tachtig de Joegoslavische en de Turkse maffia arriveerden in het schaakcafé met cocaïne en wapens. Dat werd een heel ander verhaal.

Ik zit op het terras in de Lange Leidsedwarsstraat. Het is niet druk. Naast me zit een, zo te zien, Turkse, oudere man te soezen. In mijn ooghoek zie ik een man, met een pet op, aan komen lopen. Deze trekt kalm een pistool tevoorschijn. Hij richt op de zijkant van het hoofd van mijn buurman. Het is alsof iemand een rotje afsteekt (geluidsdemper). De man loopt rustig verder, richting Prinsengracht en verdwijnt uit beeld.

Ik weet meteen wat me te doen staat. Ik vertrek. Ik heb zoiets al eens eerder meegemaakt. Een hoop gedoe op het politiebureau. Vragen, vragen, foto’s kijken. Na een tijdje zie je door de bomen het bos niet meer. De koppen lijken op elkaar. Het is allemaal zo snel gegaan. Ik zou met de beste wil van de wereld de dader niet kunnen beschrijven. De arme man naast me kan ik evenmin helpen. Zijn hoofd is op zijn borst gezakt. Er komt een dun straaltje bloed uit zijn slaap. Het lijkt alsof hij is ingedommeld. Twee andere terrasgasten slaan alarm. Ze rennen naar binnen om de politie te bellen.

Ik pak mijn fiets, die even verderop staat. Als ze me nog willen spreken hoor ik het later wel.

Het wachten is op het volgende salvo. Wat een rotwereld.