Home Overzicht Verhalen uit de Plantage | Requiem voor een tram

Verhalen uit de Plantage | Requiem voor een tram

0

| Verhalen uit de Plantage | Dick Pol |

Het is lekker weer, niet te warm, zachte bries, precies goed (nooit helemaal goed zeggen). Ik sta weer eens op de tram te wachten, doe dit graag als het droog is en niet te druk. Dan kom je een beetje tot jezelf en soms op nuttige gedachten. Zoals nu bijvoorbeeld. Ik vind het jammer dat lijn negen is opgeheven, goeie ouwe lijn 9. Ik heb van alles meegemaakt met die tram, jaren sentiment op de schroothoop. ‘Met lijn negen naar de haaien’ (reclame voor Artis), heeft meer dan honderd jaar bestaan!

Het opheffen van lijn 9 lijkt een poging om die inderdaad peperdure en overbodige Noord-Zuidlijn rendabel te maken. De gemeente wil je dwingen om je onder de grond te verplaatsen. Snel, snel, waar moet dat naar toe?  De nieuwe Amsterdammers zullen wel haast hebben. Ik las een propagandastuk van een reclamebureau, zal ook wel flink gekost hebben. De uitsmijter kwam erop neer dat er een Rotterdammer nodig is geweest om het Amsterdamse Openbaar Vervoer op orde te brengen. Ik wens die vent een flinke kiespijn toe.

Er was niks mis met het oude tramnet dat ik vrijwel uit mijn hoofd kende. Als je nu van het Centraal Station naar de Watergraafsmeer wilt,  dien je over te stappen. Eén keer voor van Artis naar de Dappermarkt,  lijn 14 en lijn 19. Voor naar het OLVG zelfs twee keer, de 14, 19 en lijn 1 nota bene. Of lijn 3 of 7? Ik weet het niet meer, ben niet meer aangesloten.

Ik ben niet gelovig (wanneer het zo uitkomt doe ik wel af en toe een schietgebedje, dat kan geen kwaad en ik voel me daar prettig bij), maar soms hoop ik dat er een hel bestaat. Mijn blik wordt getrokken door een dode mus in de goot naast de tramrails. Even verderop zit een op het oog vriendelijke man van mijn leeftijd. Hij kijkt ook naar het dode vogeltje. ‘Weet u’, zegt ie, ‘veel mensen hebben geen respect voor leven en rotzooien maar aan. Ze roepen ‘plaag zus en overlast zo’, ze klagen en bestrijden! Het lijkt onbelangrijk, een zucht in de wind, maar probeer maar eens zo’n beestje in elkaar te zetten’ Ik kan me hier wel in vinden en ik wil hem dat vertellen, maar de tram lijn 14- komt eraan. Ik stap in, de oude man blijft zitten.

Dick Pol