Anissa Amraoui is geboren in Marokko en opgegroeid in Emmen voordat ze naar Amsterdam kwam. Na een eerste periode in de Pijp woont ze inmiddels al vele jaren in Oost. Ze is altijd actief geweest in verschillende buurten waar ze woonde. Ze hield zich bijvoorbeeld bezig met armoedebestrijding, inburgering en met jongerenwerk. Via het programma ‘Train de trainer’ heeft ze veel jongeren geholpen met hun maatschappelijke ontwikkeling. Sinds 2 jaar is ze docent Nederlands als Tweede Taal (NT2) op het Montessori Lyceum Oostpoort
Fokko Kuik
Omdat ze altijd al erg actief was in Oost werd ze enkele jaren geleden benaderd door Denk om namens deze partij kandidaat te worden voor de Stadsdeelcommissie Oost. Vanwege haar vele contacten in de buurt werd ze dan ook verkozen. In het begin moest ze wel zoeken naar wat ze via deze rol kan bereiken voor de buurtbewoners. Maar inmiddels is ze daar wel achter gekomen en heeft ze de smaak van dit werk te pakken gekregen.
\Als eenmansfractie moet je wel goed bedenken waar je je energie insteekt. Als je alles goed wil lezen is dat heel veel werk. ‘Ik bemoei me alleen actief met de onderwerpen waar ik zelf ook betrokkenheid bij heb: sociale basisvoorzieningen, jongeren, wonen, parkeren. Als er onderwerpen langskomen waar ik geen verstand van heb laat ik het liever aan de anderen over’.
Het liefst neemt ze bij elk onderwerp zelf contact op met de mensen waar het om gaat. ‘Ik ken veel mensen en veel mensen kennen mij’. Onlangs, toen het ging over aanpassingen in de Javastraat heeft ze zelf contact opgenomen met de ondernemers daar, die zich vaak niet voldoende betrokken voelen bij de plannen van de gemeente. De belangrijkste vraag die ze eigenlijk altijd stelt is ‘heeft er participatie plaatsgevonden en met wie dan precies?’
Ook jongeren voelen zich vaak niet gehoord door de politiek is haar ervaring. ‘Er wordt wel over ze maar niet met ze gepraat’. Problemen waar vele jongeren mee zitten is dat ze geen eigen ruimte hebben, moeilijk stageplekken kunnen vinden en dat ze vaak een negatief stempel opgedrukt krijgen. Ze is er trots op dat er op IJburg, naar aanleiding van een buurtbijeenkomst waarbij ook jongeren zelf aanwezig waren, inmiddels wel een eigen plek is gecreëerd. ‘Daar is het nu een stuk rustiger’.
De samenwerking met andere commissieleden en het dagelijks bestuur ervaart ze als goed. Wel is haar ervaring dat de collegepartijen GroenLinks, PvdA en D66 de kleinere partijen alleen opzoeken als ze medestemmers nodig hebben. Dat is wel eens jammer, vind ze en daarmee wordt het belangrijker om met de andere kleine partijen samen te werken om bijvoorbeeld moties in te dienen. Met de VVD of met Méérbelangen of de SP valt heel goed samen te werken als het gaat om het indienen van gezamenlijke moties of ongevraagde adviezen. Hoewel er wel contacten zijn met Denkfracties in andere stadsdelen en de gemeenteraad voelt Anissa zich heel vrij in haar standpuntbepaling: ‘ik redeneer altijd vanuit de geluiden die ik zelf in de buurt opvang en daar handel ik naar’.
Soms worden er door samenwerkende partijen themabijeenkomsten georganiseerd, zoals bijvoorbeeld over armoedebestrijding. Binnen het stadsdeel kan daar financiering voor worden gekregen. Naar de indruk van Anissa is de armoedekloof de laatste jaren allen maar groter aan het worden. Veel leed daarvan blijft achter de voordeur, waardoor je er op straat soms weinig van merkt.
Wat lokale media betreft, is Anissa van mening dat alleen onlineplatforms onvoldoende zijn. ‘Daarmee bereik je lang niet iedereen’. Als belangrijk onderwerp voor de komende tijd ziet Anissa de plannen voor het Slavernijmuseum. Zo’n museum moet – net als alle andere musea – toegankelijk worden voor iedereen.