‘Dames’, roept iemand. Een prettige stem. Ik kijk achterom en zodra ik de beschutting van mijn omhooggeslagen kraag verlaat, slaat de regen me in het gezicht. Iedereen loopt ineengedoken door de Javastraat, behalve de man die mij en mijn vriendin geroepen heeft. ‘Dames’, zegt hij nogmaals. ‘Is dit geen prachtig moment voor een gedicht?’
Sara Kee
Als een butler die de koningin uit haar auto begeleidt, houdt hij zijn paraplu boven ons hoofd, terwijl hij vertelt over een boom en de zon die door de bladeren straalt. Zijn heerlijke stem brengt de woorden tot leven. Ik kan dat bos bijna ruiken, de warmte van de zon streelt mijn wangen. Na de laatste regel stelt hij zichzelf voor als de stadsdichter van Amsterdam en de dame naast hem als zijn muze. Een klein vrouwtje met twinkelende oogjes kijkt naar ons op. Het was mij compleet ontgaan dat er nog iemand bij ons in het bos was.
Ineens is er ook een telefoonscherm, recht onder mijn neus. De dichter klikt en scrolt door een website waar vier bundels van hem op staan. ‘Eentje met erotische poëzie.’ Hij werpt een blik naar zijn muze en zij duikt verlegen weg in zijn flank. Nog geen seconde na dit te schattige onderonsje biedt hij ons zijn gehele oeuvre aan voor dertig euro. We kunnen via een tikkie betalen en krijgen dan de link en inloggegevens van de website. En mochten we dat leuk vinden, dan komt hij voor een bordje bonen en rijst bij ons thuis voordragen uit eigen werk.
Dichten voor rijst en bonen, dan heb je mij te pakken. Ik begrijp inmiddels dat ik met twee dakloze vrijdenkers te maken heb en meestal geef ik mijn geld niet met tientjes tegelijk weg, maar ik geloof dat ik al ja heb geknikt. Net als ik met enige bewondering constateer wat voor een rasechte ondernemer deze dakloze dichter is, begint zijn muze zich ermee te bemoeien. Als ik via een tikkie betaal, komt dat geld op hun rekening terecht en die staat rood. Blijkbaar kunnen ze dat niet opnemen, dus daar hebben ze eigenlijk niets aan. Liever wil ze cash, maar dat heb ik niet. Kan ik niet pinnen bij de kassa van een winkel? Ineens ben ik weer in de Javastraat. Weg bos. Mijn vriendin en ik zijn onderweg naar een afspraak waar we al iets te laat voor waren. Doe mij een tikkie en dan moeten we echt verder. Maar de muze is de Kruitvat al in gerend en er zit niets anders op dan te wachten tot ze terugkomt. De dichter kruipt bij ons onder zijn paraplu. Het is harder gaan regenen, terwijl wij in het bos waren.
De kassière van de Kruitvat kan de muze niet helpen. Ook uit de volgende winkel komt ze vloekend naar buiten. De dichter roept of ze alsjeblieft terug kan komen, maar zijn muze steekt driest de straat over. ‘Altijd hetzelfde gedonder’, zucht hij. ‘Gaan jullie maar hoor’, zegt hij tegen ons. ‘Fijne avond.’
_____
Sara Kee is schrijver en verhalenverteller. Tussen de klussen door werkt ze aan haar eerste roman. Na een reisboek publiceerde ze haar eerste verhalenbundel: Patiënt Hero. (Van Maaskant Haun, 2020) Ze woont 18 jaar in Oost; op deze plek publiceert ze regelmatig columns over de Indische Buurt, de buurt waar ze negen jaar woont.