Home Dwars nieuws Dichter bundelde 125 ‘breinboertjes’

Dichter bundelde 125 ‘breinboertjes’

0

Wie kent niet de taalcapriolen van pretdichters als Kees Stip, Cees Buddingh’, en Toon Hermans? Maar in de Watergraafsmeer hebben we er ook zo een: Richard Pakker, nu 91 jaar oud, maar al dik twintig jaar auteur van speelse, spitsvondige en sprankelende versjes, door hemzelf treffend ‘breinboertjes’ genaamd.

Frans van Lier | Foto Henk Pouw

Al jaren zendt hij de nieuwste oogst in de decembermaand aan vrienden en bekenden in kokette miniboekjes die hij één voor één zelf print, hecht, snijdt en van een snaaks omslag voorziet onder titels als Bric à brac, Ik lul maar wat, Zotteklap, De tijd vliegt voorbij, Ik ben een oude knar.

Uit die boekjes heeft hij nu een heel mooi uitgegeven bundel samengesteld met 125 puntdichten, limericks, liefdes- en spotversjes en ander woordgedartel. Titel: ‘en het rijmt ook nog’.

 Nieuw talent

Pakker was tekenaar en grafisch ontwerper, gespecialiseerd in het met de hand beletteren van (vertaalde) strips voor stripbladen en andere tijdschriften. Marten Toonder was zijn leermeester. De leerling werd zelfstandige met tenslotte twintig medewerkers voor een vracht tijdschriften als klanten.

Toen hij op een nacht een versje droomde en dat de volgende ochtend zich nog herinnerde, groeide er een nieuw talent en begon hij voor de grap meer gedichtjes te maken. Zoals: Ludovicus had een hond/ die Russisch en Hebreeuws verstond/ Niet dat het beest er veel aan had/ want Ludo sprak alleen maar plat./ Zo wordt er dus ook onder honden/ veel ongebruikt talent gevonden. Een ander taalprobleem bleek een meerkoet te betreffen die alleen maar meerkoeterwaals sprak.

Ook schalksheid leidde tot breinboertjes:
Bij avondschemer kwam ik je tegen
in ‘t nachtelijk duister heb je gezwegen,
maar ’s morgens toen het ochtendlicht kwam-
de hemel bewaar me, wát een gezwam!

Meer amoureuze tegenvallers:

Daar had ik mij zo op verheugd,
een nachtje met Marcelle!
Maar wat doet zij het liefst in bed?
Zij leest in de Libelle.

Achterhaald

Maar het uitdagende Ik ben een oude knar (pagina 73), heeft nu een navrante connotatie gekregen, want dit gedicht is helaas door de werkelijkheid achterhaald.

Ik ben een oude knar -/ fideldij, joeghei!/ Ik loop nu geen vierdaagse meer/ maar wel de trap nog op en neer/ joepiedee joeghee! Nee, die trap gaat hij niet meer op want in januari heeft de oude knar een herseninfarct gekregen waardoor hij gekluisterd is geraakt aan een rolstoel, moeizaam spreekt en zijn computer, waarop hij zijn levensloop aan het opschrijven was, niet meer kan bedienen. In het huis aan de Linnaeusparkweg, waar hij sinds zijn vijfde levensjaar woont, wordt hij liefdevol verzorgd door zijn dochter Marjoleine, haar man en de thuishulp.

Het lijkt nu erop dat hij zijn laatste breinboertjes wel geslaakt heeft.

Van de bundel zijn nog enkele exemplaren over, nog te krijgen voor 15 euro (kostprijs excl. verzendkosten) via [email protected], zo genoemd naar het bundeltje roerende reminiscenties aan 70 jaar liefde dat het licht zag na het overlijden van Pakkers vrouw in 2020.