Het is een zonnige woensdagmiddag in Park Frankendael. Zo’n tien mensen zijn naar de speeltuin bij de schoorsteen van de voormalige stadskwekerij gekomen. Alle ogen zijn gericht op het ooievaarsnest op de schoorsteen. Het ringersteam van Stork verwacht dat er één jong in het nest zit. En dat gaan ze ringen. Het is een jaarlijks terugkerende activiteit.
Een hoogwerker staat klaar en een gecertificeerd ringer gaat omhoog om de jonge ooievaar naar beneden te halen. Zodra de hoogwerker naar boven gaat, vliegt de oudervogel weg. Gelukkig zit er in het nest één levende ooievaar. Het komt ook wel eens voor dat jongen het niet halen, door bijvoorbeeld de weersomstandigheden.
Ring om de rechterpoot
Het nest wordt bewust door de ringer van bovenaf benaderd, zodat de ooievaars niet te veel schrikken. De jonge ooievaars doen zich dan voor als dood en al hun spieren verslappen. Dit gedrag is een natuurlijk verdedigingsmechanisme om roofdieren te misleiden. Hierdoor zijn ze gemakkelijk op te pakken.
Eenmaal beneden wordt de jonge ooievaar op een handdoek neergelegd. De ringer meet de poten, vleugels en snavel van de ooievaar en ook wordt de ooievaar gewogen. Daarna krijgt de jonge ooievaar een ring om het bovenbeen. In de even jaren gaat de ring om de rechter poot en in de oneven jaren de linker poot. Als de ooievaar rond de vijf weken oud is, wordt hij geringd. Dan is de poot groot genoeg en valt de ring niet naar beneden. De ring is van of kunststof en bevat een unieke code, die met een verrekijker of camera op afstand afleesbaar is.
Paar sokken, een teenslipper, divers afval
Na een aantal minuten wordt de ooievaar weer naar het nest gebracht, en keert de oudervogel weer snel terug naar het nest. De ringer laat zien wat hij nog meer in het nest heeft gevonden: een paar sokken, een teenslipper, divers afval. Ooievaars staan erom bekend dat ze allerlei voorwerpen in hun nest verzamelen, van plastic tot stukjes textiel. Ook is er in het nest een grafversiering is aangetroffen. Waarschijnlijk heeft een ooievaar een bezoek gebracht aan De Nieuwe Ooster en de versiering meegenomen.
Ook jonge kinderen zijn op het ringen afgekomen. Ze willen weten wat er met het niet-uitgebroede ei gebeurt dat in het nest zat. Dat niet meer uitkomen, legt de ringer uit. Het wordt bewaard om te kunnen laten zien tijdens lessen over ooievaars voor kinderen. Ooievaars leggen meestal twee tot vijf eieren. Niet elk ei komt uit en niet elk jong overleeft, vooral bij slecht weer of voedselgebrek.

Twee jongen in nest op de Zaaiersweg
In Oost is er ook nog een ander nest, op de kerk bij de Zaaiersweg. In dit nest verwacht het ringersteam dat er drie jongen in zitten. De hoogwerker gaat naar boven en in het nest worden twee jongen gevonden. De een is wat groter dan de ander, wat er op duidt dat de eieren een aantal dagen na elkaar zijn uitgekomen. Van het verwachte derde jong is geen spoor te bekennen en het is onduidelijk wat er is gebeurd. Eenmaal beneden gebeurt bij deze jongen exact hetzelfde als in Park Frankendael; meten, wegen en ringen. Dit is een minder drukke plek in de stad, dus zijn er ook minder toeschouwers. Een zeer geïnteresseerde jonge buurtbewoner mag helpen bij het ringen. Ook dit nest is weer succesvol geringd.
Het ringersteam is de hele dag al bezig geweest met het ringen van jongen in de hele stad. Ze zijn er twee dagen mee bezig. Van de ongeveer dertig nesten in Amsterdam, bezoeken ze er zo’n twintig, maar alleen de nesten die veilig bereikbaar zijn.
Stressvolle gebeurtenis
Het ringen van de ooievaars is best een stressvolle gebeurtenis voor de ooievaars, maar is belangrijk. Door ze te ringen, wordt de ooievaarspopulatie in de gaten gehouden. Hun gedrag in zowel Nederland als tijdens hun trek naar het buitenland wordt hiermee geobserveerd. De gegevens van geringde vogels worden opgeslagen in een databank. Zo wordt bijvoorbeeld bekend hoe lang ooievaars leven, waar ze overwinteren en of ze terugkeren naar hun geboortenest. De trekvogels overwinteren in Zuid-Europa en Noordelijk Afrika. In het voorjaar keren ze terug naar Europa.
Alleen de jonge ooievaars gaan op trek, de oudere vogels overwinteren soms in Nederland door de zachtere winters. Ze broeden het liefst op hoge plekken zoals schoorstenen, kerktorens of speciaal geplaatste nestpalen. Hun nesten worden jaar op jaar hergebruikt en steeds verder uitgebouwd.
Op de website van Stork ooievaars.eu is meer te vinden over Ooievaars in Nederland.