Ik fiets over de Linnaeusstraat. Zoals altijd. Ooit had ik me voorgenomen om vaker te lopen. Dat is rustiger, je ziet meer (wat een leuke drakenwindvaantjes op het Tropenmuseum). Maar na een paar wandelingen stapte ik weer op de fiets. Praktischer, en vooral uit gewoonte. Ik veranderde mijn plan: laat ik dan in ieder geval een andere route fietsen. Maar zelfs dat kost me moeite. Iedere ochtend word ik op de Linnaeusstraat wakker uit een dagdroom – weer niet gelukt.
Als je een leven aan het opbouwen bent, zijn nieuwe gewoontes de bakstenen voor je bouwwerk. Ze geven je leven vorm. Maar gewoontes kunnen in de weg gaan staan. Waarom kruip ik iedere ochtend achter m’n computer en loop ik niet eerst een rondje door het park? Waarom ga ik meteen e-mails beantwoorden? En waarom fiets ik iedere ochtend door de te drukke Linnaeusstraat? Gewoontes worden een probleem als ze een automatisme worden. Nieuwe gewoontes in nieuwe levensfases hebben meer weg van een ritueel. Je voert ze uit met aandacht.
Natuurlijk, je kunt niet alles met aandacht doen. Maar als er een stevig bouwwerk van gewoontes staat, mogen sommige daarvan wel weer een ritueel worden. Ik probeer dat al een tijdje met fietsen. Niet altijd maar die vaste routes. Soms lukt het, vaak niet. Sinds kort heb ik een fantastisch hulpmiddel: de digitale bomenkaart van Amsterdam.
De gemeente Amsterdam heeft alle bomen van de stad in kaart gebracht: http://maps.amsterdam.nl/bomen/. Een website vol met stippen: 31.606 groene stipjes van de iepen, 11.311 roze stippen van de kersen. Eindelijk weet ik dat er bij mijn vorige huis een rode meidoorn voor de deur stond. De esdoorn in mijn straat kan ik nog wel herkennen, maar ik had nog nooit van de Noorse variant gehoord. En die sprookjesachtige bomen zijn dus valse acacia’s.
Als je naar de bomen kijkt, ga je vanzelf andere routes fietsen. Neem de Linnaeusstraat. Er staat geen boom in. Alleen als je een blik opzij werpt kun je nog een iep zien. Op de bomenkaart zoek ik een andere route. Voortaan rij ik om langs amberbomen, valse Christusdoorn, krimlindes, treurberk en monumentaaliepen. Hoe zou Amsterdam eruit zien als ik iedere boom kan benoemen?
Na een paar weken is mijn bomenkennis nog niet echt gegroeid. De site zelf blijft mij intrigeren. De duidelijkheid, de feitelijkheid. Iedere boom heeft zijn eigen kleur. Klik je op de iep dan zie je in het donkergroen het patroon van de grachten. Het volgende moment zie je de lange lanen met de stipjes van platanen. Ik word getroffen door de lichtgrijze stippels. ‘Onbekend’ staat erbij. Niet zomaar iets roepen, niet harder schreeuwen. Nee, gewoon: ‘onbekend’. Meer dan tienduizend keer. ‘We weten het niet’ – die woorden zou ik graag wat vaker willen horen.