Artistiek directeur van het Amsterdams BuurtFilmFestival, Kibret Mekonnen, ontvangt me op zijn werkplek in het Blauwe Huis aan de Zeeburgerdijk. Zoals te verwachten hangen er filmposters aan de muur van eerdere edities van het buurtfestival. Maar ook grote foto’s van actieve buurtbewoners. Verder zie ik drie bureaus, afgeladen vol met papieren, apparatuur en boeken. Een sfeervolle plek die film ademt.
Henny Reubsaet
Voor Kibret is het een drukke tijd in de aanloop van het festival dat op 9 februari gaat plaatsvinden in twee zalen van de Oba aan de Oosterdokskade. Zelfs telefoontjes met vragen van mensen die een kaartje hebben gekocht, komen bij hem terecht, merk ik tijdens ons gesprek. Maar gelukkig heeft hij een team van negen mensen om zich heen verzamelt en kan hij dergelijke vragen die niets met de organisatie te maken hebben doorsluizen. Zijn gebruikelijke vriendelijkheid en kalmte verliest hij niet. Aan drukte is hij wel gewend. Hij is ook nog bezig met het opzetten van een Afrikaanse bibliotheek en geeft regelmatig les in het Amhaars, zijn Ethiopische moedertaal.
Dit jaar heeft het ABFF 45 films ontvangen. Het heeft de selectiecommissie twee dagen gekost om alle films te bekijken en te beoordelen. Allereerst moet het onderwerp van de film over Amsterdam gaan. Er moet een sociaal of cultureel onderwerp worden aangesneden waarbij de makers in hun achterhoofd de vraag stellen: wat draagt deze film bij aan onze kennis over Amsterdam? En natuurlijk moet de geluids- en beeldkwaliteit van de film uitstekend zijn. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen films die zonder of mét budget gedraaid zijn. Als ze gesubsidieerd zijn mogen het natuurlijk geen promotiefilms voor een organisatie of onderneming zijn. Vijfendertig films zijn door de selectiecriteria gekomen zodat ze nu een programma hebben georganiseerd in twee zalen. In zowel de Theaterzaal als de Forumzaal van Oba Oosterdok zullen vier filmcocktails van zo’n 70 minuten worden vertoond. Nieuw zijn de AdamTok’s, filmpjes van nog geen drie minuten, vijf in totaal.
Het doet Kibret plezier dat hij merkt dat de filmkwaliteit aan het professionaliseren is. Het FilmLab biedt al tien jaar professionele mediatraining aan voor buurtbewoners, inmiddels niet alleen in Oost, maar in verschillende stadsdelen. Gedurende drie dagdelen volgen deelnemers workshops in theorie, het maken van een conceptontwerp, interviewtechnieken, camera- en geluidstechniek en basismontage.
Filmapparatuur kan bij het FilmLab geleend worden, maar sinds vorig jaar zijn er ook lessen gegeven in filmen met de smartphone. Vorig jaar hebben 55 cursisten de workshops gevolgd. Vijf deelnemers van het ABBF- FilmLab 2024 mogen dit jaar ook hun films op het festival vertonen. Voor sommige jongeren biedt het FilmLab een eerste opstapje naar een gewenste filmcarrière.
Inzoomen op films uit Oost levert zes hits op. Een korte FilmLab film over de toegankelijkheid van het vernieuwde Amstelstation voor mensen met een beperking, een AdamTok over dichtersfestival Kattenburg en een fantasyfilm die samen met buurtcentrum De Witte Boei gemaakt is. Verder drie langere documentaires. ‘Nog geen schuurtje’, met beelden van het Cruquiuseiland, en ‘Illuminando de Indische Buurt’, over de Super Sint Maarten Parade. De langste documentaire die wordt vertoond heet ‘De Zinkende Rafelrand’. Zesenvijftig minuten lang zijn verhalen, gezichten en plekken van de voormalige Baaibuurt op het Zeeburgereiland op film vastgelegd. Een buurt die nu (bijna) verdwenen is onder zeven meter zand.
Check www.abff.nl