Het is de oudste nog bestaande winkel in de Javastraat. In 1952 begon de Volendammer Cees Tol hier op nummer 98 een viswinkel. Toen het na een paar jaar hard werken te druk werd, ging hij op zoek naar een extra kracht. Hij klopte aan bij de ouders van de toen 15-jarige Freek Schilder met de vraag of die niet een keer mee wilde naar Amsterdam om in zijn winkel te gaan werken. Dat beviel al snel goed en in 1977 hield Cees het voor gezien en nam Freek – of Fred, zoals de meesten hem altijd noemden – de zaak over.
Deze zomer interviewt Fokko Kuik bekende en minder bekende, oude en nieuwe ondernemers in Oost. Anja van Mil maakt de foto’s
Inmiddels runt dochter Susan (43 jaar) samen met haar moeder Afra de zaak, want helaas is vader Freek twaalf jaar geleden op 60-jarige leeftijd overleden. Zijn portret hangt nog steeds in de winkel. ‘Op dat moment was het wel even de vraag gaan we door of niet’, vertelt Susan, die ook al op 15-jarige leeftijd in de zaak kwam werken, ‘Maar daar waren we snel uit’. Haar moeder Afra is inmiddels 70 jaar, maar staat zelf ook nog regelmatig in de winkel.
Ook de andere medewerkers van de winkel komen allemaal uit Volendam en werken er ook al heel lang: Christien al elf jaar en Gonnie al negentien jaar. ‘Mijn ouders hadden ook al een viswinkel, dus daar ging ik ook al jong werken. Maar ik heb ook allerlei andere dingen gedaan hoor’, vertelt Cristien tijdens het schoonmaken van talloze haringen. ‘Uiteindelijk ben ik toch weer bij de vis uitgekomen.’
In de 28 jaar dat Susan nu in de zaak werkt – drie dagen in de week in de winkel zelf en de andere dagen het papierwerk – is er veel veranderd in de straat. Maar eigenlijk gaat het met de zaak nog steeds goed. Wel is er steeds meer vraag naar hapklare producten gekomen. ‘Zelf thuis vis bakken doen de meeste mensen niet meer’. Vis is ook wel fors duurder geworden de laatste jaren, maar de mensen blijven toch graag langs komen voor een vers gebakken visje, een harinkje of een broodje. ‘Als je er dagelijks zo bovenop zit als wij, weet je precies hoeveel je dagelijks moet inkopen: niet te veel maar ook niet te weinig. Alleen als het buiten heel erg warm wordt is de vraag wel eens wat minder.’
Ze halen hun dagelijks verse voorraad ’s ochtends zelf op bij de groothandel in Volendam en rijden elke dag weer met plezier naar de Indische Buurt. Achter in de winkel waar de vis wordt schoongemaakt staat altijd een gezellig muziekje op de achtergrond – ‘Nee, geen Spotify, want dat mag niet’. De dames hebben het er zichtbaar goed naar de zin.
Vroeger was het aanbod meer seizoensgebonden, dan had je bijvoorbeeld het mosselseizoen en een periode dat er veel paling was. Dat heb je nu eigenlijk alleen nog met de Hollandse Nieuwe. Dat is nog elk jaar een soort hype, net voor de zomervakantie. Tegenwoordig kun je alle soorten vis bijna het hele jaar wel krijgen. Met de veranderde samenstelling van de bevolking in de Indische Buurt is dat ook wel merkbaar aan de vraag. Alleen na een week storm op de Noordzee wil het aanbod nog wel eens wat minder zijn. Dan zijn bepaalde soorten even wat moeilijker te vinden.
Op mijn vraag aan Susan of ook haar kinderen ooit in de zaak zullen komen – zelf heeft ze twee kinderen en met haar nieuwe echtgenoot nog drie erbij – zegt ze ‘dat weet ik nog niet. Ik adviseer ze om eerst nog maar even door te leren. Dan kunnen ze later alsnog een keer kiezen wat ze willen.’
Ze geeft aan dat ze niet actief is in een winkeliersvereniging. ‘We hebben sinds kort wel een WhatsAppgroep en we hebben wel regelmatig contact met onze directe buren, maar verder niet. In het westelijke deel van de Javastraat is sinds kort eenrichtingsverkeer ingevoerd vanwege de problemen met de doorstroming als gevolg van het dubbel parkeren. Daar is niet iedereen blij mee geloof ik’. Maar met de herinrichting van enkele jaren geleden zijn ze nog steeds wel heel blij. Het blijft een mooie, gezellige en bijzondere straat.
Overzicht Ondernemers in Oost