Een zonnige en frisse wandeling in het vroege voorjaar die drie klassieke, maar ook heel verschillende parken in Oost aandoet: Oosterpark, Park Frankendael en Flevopark.

Tekst, foto’s en kaartje  Goos van der Sijde

We starten in het Oosterpark bij de tramhalte tegenover het ziekenhuis een lopen een afwisselend rondje door dit typische stadspark, dat in 1891 is aangelegd en ontworpen door tuinarchitect Leonard Springer (1855-1940).

Oosterpark.

We nemen niet het brede asfaltpad – om al die snelle fietsers te vermijden – maar kiezen voor het kronkelende wandelpad langs de grote grasweide en de vijver. Ronde lijnen karakteriseren sowieso het Oosterpark, dat volgens de principes van de Engelse landschapsstijl is ontworpen. Oorspronkelijk lag hier trouwens de Oosterbegraafplaats, maar die werd te klein en is vervangen door ‘De Nieuwe Ooster’ in de Watergraafsmeer, overigens ook ontworpen door Springer.

Beeldje Spelende Kinderen.

We wandelen verder en zien kauwtjes, eenden en meeuwen die proberen een graantje mee te pikken van het voedsel dat sommige bezoekers voor ze uitstrooien. Ook het bronzen beeld ‘Spelende Kinderen’ op het grote grasveld trekt onze aandacht. Het plezier spat er af. Het is gemaakt door Gerda Rubinstein (1931-2022), een jongere zus van de bekende schrijfster Renate Rubinstein (1929-1990).

De Muziekkoepel.

De gietijzeren muziekkoepel staat er al vanaf de opening van het park in 1894, en is ook ontworpen door Springer. De mooie houten brug uit 1929 even verderop is in 2023 terecht omgedoopt van Brug NWZO (de windrichtingen) naar de Leonard Springerbrug. De houten brug is ontworpen door Amsterdamse schoolarchitect Piet Kramer.

De Leonard Springerbrug.

We lopen door in de richting van de zuidkant van het park waar een aantal welbekende monumenten staan zoals het Slavernijmonument, de Schreeuw en de Titaantjes, maar dat nu deels is afgesloten voor renovatie en herinrichting. We verlaten het park en lopen de Oosterparkbuurt in. Het Kastanjeplein is een van de fraaiste pleinen van deze buurt met statige paardenkastanjes en een kunstwerk dat daarnaar verwijst.

Kastanjeplein in de Oosterparkbuurt.

Via de Beukenweg lopen we onder het spoor door naar de Transvaalbuurt, en passeren de Ringvaart van de Watergraafsmeer. We wilden eigenlijk een stuk op de Ringdijk lopen, maar de route ernaartoe was afgesloten door werkzaamheden, dus we pakken een voor ons onbekend stukje van de James Wattstraat. Het leuke is dat je zo soms wordt verrast. In dit geval door een heel bijzonder gebouw, een voormalige kerk, met een heel aparte architectuur. Het was ooit de Christus Koningkerk, en is sinds 2023 het Chassé hotel.

De voormalige Christus Koningkerk, nu Chassé Hotel.

Op amsterdamopdekaart.nl lezen we dat deze katholieke kerk is gebouwd in 1959 en plek had voor maar liefst 950 kerkgangers. Citaat: ‘Het was een zogenaamde votiefkerk: een kerk die gebouwd werd om een belofte in te lossen, als gebeden gehoord werden. De katholieke gemeenschap van Amsterdam had in het oorlogsjaar 1944 beloofd de stad een kerk te schenken als ze voor de ergste gruwelen van de oorlog gespaard zou blijven.’ Tja, de vraag is wel of die gruwelen feitelijk toch niet hebben plaatsgevonden, met de afschuwelijke Jodenvervolging en de Hongerwinter voorop. Maar goed, de kerk is bijzonder met bakstenen wanden en betonnen kolommen. Sinds 1996 is hij buiten gebruik. Sloop werd voorkomen door plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst. De eigenaar van Chassékerk in West heeft het gebouw gekocht om er – net als in West – een hotel/theater/café van te maken. Wij vonden het een leuke ontdekking!

Frankendael met de Kas.

We wandelen verder via de Willem Beukelsstraat richting Park Frankendael. Via een brug lopen we het park in en kijken uit op het beroemde restaurant De Kas en de schoorsteen waarop zich al jaren een succesvol ooievaarsnest bevindt.

Frankendael, veelstammige boom.

Beide gebouwen symboliseren een deel van de geschiedenis van Park Frankendael. Tot 1998 was hier de stadskwekerij gevestigd waar bomen en struiken werden gekweekt voor alle parken in Amsterdam. In de kas is nu het gelijknamige restaurant gevestigd dat gerechten bereidt met groenten en kruiden uit onder meer de moestuin die naast de kas is gelegen. De rest van buitenplaats Frankendael – die in de 17e eeuw werd gesticht – kreeg in 1998 de functie van park waarin ook een ecologische heemtuin is opgenomen.

We lopen door de heemtuin, die zo vroeg in het voorjaar nog wat kaal is. Wat later in het seizoen kun je hier allerlei planten uit diverse biotopen in Nederland zien groeien en bloeien.

De Hermitage.

De zogenaamde Kluizenaarshut of Hermitage even verderop is een fantasiegebouw, een ‘folly’, zoals die wel meer in tuinen van buitenplaatsen zijn te vinden. Het idee achter dergelijke bouwsels is dat de wandelaar zich in de natuur waant, en zich kan ontspannen door de afwisseling van het decor met gebouwtjes die herinneren aan voorbije tijden. Je kunt je er inderdaad van alles bij voorstellen…

Linnaeusdwarsstraat.

We steken de Middenweg over en wandelen de smalle Linnaeusdwarsstraat in. Aan weerszijden staan grappige kleine arbeidershuisjes. Al lijkt dit straatje dood te lopen, aan het eind kun je via een trap en een onderdoorgang de Linnaeusparkweg bereiken. We slaan linksaf en bij de ringvaart rechtsaf en lopen het spoor onderdoor.

Ingang Flevopark aan de Valentijnkade.

Via de Valentijnkade bereiken we het Flevopark. De ingang daar is ontworpen als groots en breed met kastanjebomen aan beide zijden. De brede laan splitst zich bij de vijver in tweeën met aan beide zijden grote grasvelden, dus eigenlijk als vleugels van een vlinder. De vlindervorm staat centraal in het ontwerp van het Flevopark dat in 1931 als Zuiderzeepark geopend werd door natuurkenner en -educator Jac.P. Thijsse en de toenmalige wethouder Publieke Werken De Miranda.

Het grote veld, een van beide ‘vlindervleugels’ uit het ontwerp van het Flevopark.

Er waren daarbij veel kinderen uit de buurt aanwezig, en Jac.P. Thijsse richtte zich speciaal tot hen (Maasbode, 21 sept 1931): “Zal ik jullie eens wat vertellen? Ik was vroeger een ondeugende jongen, zoodat mijn vader en moeder zeiden, dat ik voor galg en rad opgroeide. Ik spijbelde dikwijls van school om te gaan wandelen. Maar ik heb toch nooit één vogelnestje uitgehaald, omdat ik het zoo mooi vond, dat de vogels zoo maar in de vrije natuur hun jongen opvoedden.” Nog veel meer vertelde dr. Thijsse, vooral van de vogels, die hier te zien zullen zijn: “Want”, zei hij, ”de vogels uit de Poolstreken trekken hier in het voor- en najaar overheen. Ze komen dan aan de oevers van de Zuiderzee (nu IJsselmeer: redactie) en ik ben er zeker van, dat ze hier in dit park een rustpunt zullen vinden. Jullie moeten dat allemaal leeren zien. En als je het ziet, dan zul je er van genieten.”

De grote vijver, Flevopark.

Informatie

  • Lengte wandeling: ongeveer 7,5 kilometer
  • OV: start halte OLVG tram 3 bij het Oosterpark; eindpunt lijn 3 Flevopark.
  • Horeca: Proeflokaal ’t Nieuwe Diep (Flevopark): dinsdag tot en met vrijdag open vanaf 15.00 uur, zaterdag en zondag vanaf 13.00 uur, maandag gesloten.