Ooit stond er een herberg waar bezoekers aan de stad, die ’s avonds niet meer via de Muiderpoort tot de stad werden toegelaten, konden overnachten tot de poort de volgende dag weer open zou gaan. Ook was er een uitspanning waar Amsterdammers op zondag met hun kinderen naartoe gingen om even uit te waaien en wat te drinken. En veehandelaren konden er hun koeien voor een nachtje stallen in ruil voor melk en room. Vandaar de naam Roomtuintjes.

Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.

Na vele jaren braak te hebben gelegen werd hier begin jaren 70 een nieuwbouwproject gerealiseerd dat model zou staan voor een veel groter plan voor stadsvernieuwing. Vrijwel de hele 19e-eeuwse gordel van de Dapperbuurt, de Pijp en Oud-West zou een metamorfose ondergaan waar het principe ‘licht, lucht en ruimte’ zou worden toegepast, net zoals in de westelijke tuinsteden en in de Bijlmermeer.

Vorige week fietste ik weer eens langs de Roomtuintjes om vervolgens via de Commelinstraat naar de Dappermarkt te gaan. Een groter contrast kun je je bijna niet voorstellen. Waar de Roomtuintjes – niet eens een echte straat – worden gekenmerkt door saaie eenvormige woningen rondom verlaten groene hofjes is de levendige Commelinstraat nog steeds verreweg de mooiste straat van de Dapperbuurt. Een deel van de oude bebouwing is weliswaar vervangen door vrij lelijke nieuwbouw, maar de panden die wel bewaard zijn gebleven stralen nog steeds het chique karakter uit van het einde van de 19e eeuw. Toen werd deze net iets bredere straat gebouwd voor welgestelde, vaak joodse Amsterdammers. Hier en daar zijn zelfs de oorspronkelijke voortuintjes nog terug te vinden.

Je moet er toch niet aan denken dat dit soort straten vervangen waren geweest door nog veel meer roomtuintjes. Gelukkig was de bouw ervan achteraf te duur uitgevallen en ook de bouwkwaliteit bleek nogal tegen te vallen. En er was onder de naam ‘De sterke arm’ een flink verzet ontstaan tegen het voornemen om met dit onzalige stadsvernielingsplan door te gaan.

Zelf heb ik begin jaren 80 toen ik net in zo’n met sloop bedreigde woning in de Dapperbuurt woonde ook nog wel eens een vergadering bijgewoond over sloop of renovatie. In de hele buurt zie je terug hoe die keuze is uitgepakt: geen straat is volledig behouden gebleven, maar het stratenpatroon, met de karakteristieke winkeltjes en kroegen op de hoek, is tenminste wel behouden gebleven.

De woningen aan de Roomtuintjes zien er na de renovatie van een aantal jaren geleden best wel netjes uit. Ze zijn qua oppervlakte vast een stuk comfortabeler dan de etages in de Dapperbuurt, maar in een levendige straat woon je daar niet. En ’s avonds mis je met alleen maar bergingen en garages op de onderste etage toch een beetje het gevoel van veiligheid van ‘eye’s on the street’, die je gelukkig wel hebt in de oude 19e-eeuwse-gordel straten.

Ik weet het natuurlijk niet zeker, want de beroemde Amsterdamse dichter J.C. Bloem is al lang geleden overleden, maar ik vrees dat ook hij niet domweg gelukkig was geworden in de Roomtuintjes.

Lees ook
De andere straten van Fokko Kuik