De Oostpoort had het levendige hart van Amsterdam Oost moeten worden. Ik weet nog dat ik er, net na de opening 10 jaar geleden, in het kader van een project van de gemeente een ochtendje op straat interviews heb gehouden. Rondlopen, eten, drinken, winkelen en genieten, dat was het motto toen Oostpoort geopend werd en wij vroegen op straat wat de mensen ervan vonden. De nieuwsgierigheid overheerste toen nog, maar de eerste indrukken waren best goed.

Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.

Inmiddels lees ik dat de Oostpoort in zwaar weer verkeert. Winkeliers trekken weg en de bezoekers die er nog wel zijn kenmerken het gebied als karakterloos en Vinexachtig. Het is on-Amsterdams en het lijkt net Almere volgens sommigen. Een harder stedenbouwkundig oordeel is nauwelijks denkbaar.

Nu kun je je in het algemeen ook wel afvragen of dit soort autovrije winkelcentra met grote parkeergarages eronder nog wel van deze tijd zijn. Vanaf de jaren zestig, met de opkomst van de auto, ging elke gemeente investeren in dit type winkelcentrum. De oorspronkelijke winkelstraten met vaak veel verkeer er doorheen waren ‘uit’ en nieuwe al dan niet overdekte winkelcentra waren ‘in.’

Destijds, bij onze straatinterviews was één van de vragen of de Oostpoort niet ten koste zou gaan van de winkels in de Linnaeusstraat en de Middenweg, want daar kun je (bijna) niet parkeren. Maar nee, ook die winkelstraten hebben het niet makkelijk vanwege trends als online shopping, hoge huurprijzen en dergelijke, maar daar lijkt het gezien de geringere leegstand toch nog wel wat beter te gaan dan in de Oostpoort zelf.

Verreweg het merendeel van de winkelbezoekers in Amsterdam binnen de ring komt helemaal niet met de auto, maar lopend, fietsend of met tram of bus, zo bleek destijds ook uit een onderzoek van de Kamer Van Koophandel. De gewoontes en de tijden zijn veranderd.

Dat laatste geldt ook voor de Oranje-Vrijstaatkade, aan de zuidkant van het Oostpoortgebied. Deze kade kreeg in 1939 haar huidige naam. Tot 1923 stond hier de Oostergasfabriek. Een paar oude gebouwen hiervan zijn nog bewaard gebleven. In één ervan, het kolenstookgebouw is het Sportfondsenbad gevestigd. Ook het oude politiebureau, nu omgebouwd tot een luxe ballenbak voor kleine kinderen, en het gebouw van café/brouwerij Poesiat&Kater herinneren nog aan de oude gasfabriek.

Met de deels bewaarde authentieke voorgevels van de fabriek aan de kade – er zit nu een sportschool in – doet dit deel van de Oostpoort absoluut niet denken aan Almere (daar hebben ze zelfs nooit een gasfabriek gehad!). En de verderop in de richting van het stadsloket gelegen horecagelegenheden, met ruime op het zuiden georiënteerde terrassen hebben op zonnige dagen best een grote aantrekkingskracht.

Maar het is meestal niet erg druk in Oostpoort. Ik ben bang dat het ‘Almere-imago’ hier toch zijn schaduw over werpt. Het is er niet hip genoeg voor de verwende Amsterdamse horecabezoekers. Het zou ongetwijfeld helpen als je er met je bootje zou kunnen komen, maar het water in de ringvaart is niet diep genoeg en de bruggen zijn zelfs te laag om er met een kano naartoe te komen.

Hoewel het iedereen natuurlijk vrij staat (let op de woordspeling!) om te gaan winkelen en eten en drinken waar men wil, zou het toch zonde zijn als Oostpoort verder afzakt in de misère. Dus doe eens gek en ga er toch eens met een positieve blik naartoe. Wie weet wordt het nog eens wat en komen de inwoners van Almere hier ook eens naartoe om te zien wat er over is van onze gasfabriek.

Lees ook
De andere straten van Fokko Kuik