De langere straten in Amsterdam hebben nogal eens de neiging om onderweg van naam te veranderen. Het meest extreme voorbeeld dat ik daarvan ken is de noord-zuidroute tussen de Sarphatistraat en de Kruislaan. Die heet respectievelijk Korte ’s Gravezandestraat — ’s Gravezandestraat – Oosterpark – Beukenweg – Beukenplein – Beukenweg – Maritzstraat – Krugerplein – Schalkburgerstraat – Nobelweg – Maxwellstraat. Tien straatnamen over een route van 3 kilometer met één knikje erin ter hoogte van het Krugerplein!
Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.
Voor de route Linnaeusstraat — Middenweg geldt dat natuurlijk in veel mindere mate, maar ook daar twijfel ik nog wel eens waar de ene straatnaam ophoudt en de andere begint. Als ik goed nadenk weet ik weet het wel: vanaf Oeterwalerbrug over de Ringvaart, waar de Watergraafsmeer begint, heet het Middenweg. In de voormalige gemeente Watergraafsmeer hielden ze nu eenmaal van simpele straatnamen: Bredeweg, Hogeweg, Langeweg (inmiddels omgedoopt tot Archimedesweg) en Middenweg. Simpel dus. De verwarring is te wijten aan de Linnaeus Boekhandel, die dus niet aan de Linnaeusstraat, maar aan de Middenweg gevestigd is. Verder een heerlijke winkel hoor, maar dus wel een bron van twijfel voor mij.
Mijn eerste herinneringen aan de Middenweg dateren van 1971 toen de Ketelbrug werd geopend en Amsterdam ineens zoveel dichterbij Emmeloord lag dat we er wel eens met de auto naartoe gingen. Parkeren (gratis!) bij het Ajaxstadion en dan met lijn 9 naar de Dam. Ik bedenk me nu dat mijn vader het P+R-concept al toepaste voordat die was uitgevonden.
Vanaf het Ajaxstadion De Meer kon je met tram 9 helemaal naar de Dam. Onderweg keken we als kinderen onze ogen uit naar zoveel drukte en al die oude gebouwen. Met een echt kasteel onderweg in Park Frankendael, steeds smallere straten, het Tropeninstituut en vervolgens Artis was de tramrit al een voldoende attractie om de reis naar Amsterdam te maken. Misschien is hier het zaadje al geplant voor het voornemen om hier ooit in de buurt te gaan wonen.
Veel later in mijn werk bij de Verkeersdienst van de gemeente gebruikte ik in presentaties over de te maken keuzes in de openbare ruimte vaak een door mijzelf gemaakte foto van het smalste (winkel-) deel van de Middenweg waar de stoepen en de fietspaden te smal zijn en de auto’s en de trams elkaar ook nogal in de weg zitten: het past gewoon niet meer. Als je op het internet oude foto’s van de Middenweg opzoekt ziet het er zoveel rustiger uit dan nu: voor de oorlog slechts één trambaan in het midden, en ook in de jaren vijftig slechts hier en daar een handkar en een fiets. Brede stoepen ook en nog geen geparkeerde auto’s.
De Middenweg heeft dan ook een rijke geschiedenis met het Rechthuis op de hoek met de Ringdijk en mooie buitenplaatsen voor rijke Amsterdammers uit de 18e eeuw zoals Huize Frankendael. En natuurlijk de Gooise stoomtram – ook wel Gooise moordenaar genoemd – die Amsterdam vanaf 1881 verbond met Laren. Aan de Middenweg 67 is het kantoor van de voormalige stoomtrammaatschappij nog te vinden. Daarachter lag destijds de tramremise, vandaar de wat vreemde straatjes in die buurt zoals het Linnaeuspad en de Linnaeusdwarsstraat, waar ik nog wel eens post moet bezorgen.
Dat is toch wel het mooie van een stad als Amsterdam: al die sporen van het verleden en je kunt er ongelofelijk veel van terugvinden gelukkig. Dat probleem van die te smalle straten waar al het verkeer niet meer in past moeten we dan maar op de koop toenemen. Je kunt altijd nog naar Emmeloord verhuizen.
Lees ook
De andere straten van Fokko Kuik