Betondorp is voor mij het minst bekende buurtje in Amsterdam-Oost. Ik was er voor het laatst op een coronazondagmorgen, een paar jaar geleden. Het was er heel stil, maar dat gold toen voor heel veel plekken in de stad. Het werd dus tijd om er weer eens naartoe te gaan, al was het maar voor deze stratenrubriek, waarin Betondorp natuurlijk niet mag ontbreken.
Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.
Op de belangrijkste straat vanaf de Middenweg, de Brinkstraat, viel me op dat er nog steeds veel gerenoveerd wordt. Hoewel ik Betondorp vooral associeer met de fraai gepleisterde witgrijze blokken met lage woningen, die ongetwijfeld de bijnaam Betondorp hebben opgeleverd, staan er ook heel veel bakstenen woningen. Die zien er na renovatie met een nieuw pannendak, nieuwe ramen en kozijnen en goed gekozen kleuren weer piekfijn uit.
Veel straatnamen verwijzen er naar een heel andere wereld dan Amsterdam: Egstraat, Ploegstraat, Veeteeltstraat, …. alsof er elk moment een paard en wagen om de hoek kan komen! Het mooi gerenoveerde centrale plein heet Brink. Daar waren ooit alle winkels en een bibliotheek. Maar geen kerk en ook geen café, zoals je zou verwachten, want hier werd het socialisme en communisme aangehangen en daar horen geen geestelijken en alcoholische versnaperingen bij.
Helaas is het met de meeste oorspronkelijke winkels aan de Brink niet goed afgelopen, al is er nog wel een bakkerij en een fietsenwinkel te vinden. Het was er nog steeds heel stil als je de continue ruis van de nabijgelegen A10 wegdacht.
Maar verder lijkt het op een dorp zoals je die zou kunnen aantreffen in heel Nederland. In de oerversie van het Monopolyspel zijn Dorpstraat en Brink in ‘Ons Dorp’ de eerste straten die je tegenkomt. Het zou zo maar kunnen dat ‘Ons Dorp’ verwijst naar Betondorp. De huur die je er in het spel moet betalen is verwaarloosbaar laag in vergelijking tot die in de laatste straten voor de start van het spel: de Leidsestraat en de Kalverstraat in Amsterdam. Zo’n groot verschil en toch zo dicht bij elkaar, zowel in het echt als op het spelbord!
Dit jaar wordt het 100-jarige jubileum van Betondorp gevierd. Ik neem aan dat er dan wel een borrel gedronken mag worden, want van het vroegere socialisme en communisme is niet zoveel meer over. Er zal bij de festiviteiten ongetwijfeld veel gememoreerd worden aan de beroemdste vroegere inwoners van Betondorp: Gerard van ’t Reve en Johan Cruijff: een groot schrijver en een nog beroemdere voetballer. Vanwege hun leeftijdsverschil zullen ze elkaar daar niet vaak tegengekomen zijn, maar in verschillende straten zijn er nog wel verwijzingen te vinden naar hun vroegere leven daar. Zo kwam ik een tekst tegen gebaseerd op een uitspraak van onze beroemde nummer 14: ‘Buitenspelen zou een verplicht vak op school moeten zijn’. Dat lijkt me, zoals de meeste van zijn uitspraken, ‘logisch’.
Op de website www.Betondorp100.nl zijn leuke verhalen te vinden over de buurt en haar vroegere en huidige bewoners en kun je binnenkort vast ook informatie vinden over de viering van het 100-jarige bestaan. Maar ook los van die feestjes kan ik iedereen aanraden om er ook eens een middagje rond te gaan lopen om de bijzondere sfeer van ‘Ons Dorp’ te proeven. Want ook voor volwassenen is buitenspelen nog steeds een nuttig bijvak.
Lees ook
De andere straten van Fokko Kuik