Het is eigenlijk geen straat, maar meer een buurtje: een combinatie van straten rondom een paar tennisbanen en een kerk. Het heeft een hoog ‘daar zul je maar wonen’-gehalte. Ik zette er ruim twee jaar geleden mijn eerste schreden op mijn nieuwe carrièrepad van postbezorger.
Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost. Anja van Mil maakte de foto
Onder leiding van oude rot in het vak Chris (hij woonde al zo’n 20 jaar in Amsterdam, maar sprak nog steeds alleen maar Engels) werden me de kneepjes van het post bezorgen geleerd. Je hebt altijd drie soorten post: ‘machinepost’ (gewone kleine enveloppen, meestal van de overheid), ‘grote post’ (tijdschriften en reclamefolders) en ‘brievenbuspakketten’. Allemaal netjes bij elkaar gehouden in bundeltjes met van de grote elastieken.
In sommige straten heb je vooral veel overheidspost, waarschijnlijk omdat mensen er nog niet zo digitaal vaardig zijn en/of berichten van de overheid alleen serieus nemen als ze op papier staan. In andere straten zijn ze vooral gek op tijdschriften en worden de bewoners bestookt met geadresseerde reclame (‘aan de bewoners van…’, daar helpt geen néé néé sticker tegen). Deze heb je vooral in wat rijkere buurten en buurten met veel ouderen. En in weer andere straten zijn er relatief veel brievenbuspakketjes: eveneens welvarende bewoners, maar dan meestal wat jonger, vermoed ik.
En in sommige straten heb je veel van alles. Dat komt vooral voor in de sjiekere gedeeltes van de Watergraafsmeer, waar we het Linnaeushof ook wel toe mogen rekenen, denk ik.
Ik kwam er in mijn eerste ronde ook meteen achter dat woningen met voortuintjes en stenen trapjes niet zo handig zijn vanuit het perspectief van de postbezorger. Vooral niet als er ook nog hekjes voor die tuintjes staan. Ik dacht altijd dat zoiets alleen veel voor kwam in nieuwbouwwijken, maar inmiddels ben ik er achter dat dat ook in vooroorlogse wijken in Oost best veel voorkomt.
Het Linnaeushof is inmiddels zo’n 100 jaar oud. In 1918 kocht de parochie van de Heilige Martelaren van Gorcum hier grond aan voor wat later de Hofkerk ging heten. De woningen en scholen er omheen zijn allemaal gebouwd in dezelfde bouwstijl, geïnspireerd door H.P. Berlage: veel bakstenen en soms ook puntdaken.
Door de ligging in de luwte achter de drukke Middenweg is het meestal erg rustig in het Linnaeushof; als je tegen het ‘geplop’ van tennisballen kunt natuurlijk. Of het nog wel eens druk is in en rond die kerk, weet ik eigenlijk niet. Alleen nog met kerst ben ik bang. Zelf was ik er voor het laatst tijdens het Bredewegfestival, toen er een pianoconcert was van Joep Beving. Tijdens het rustgevende gepingel heb ik me toen vergaapt aan de imposante bakstenen gewelven daarbinnen. Echt indrukwekkend hoe dat destijds allemaal gemetseld is. Ik denk dat mijn opa Fokko, die ook metselaar was, zoiets ook wel had gekund, want dat was een echte vakman.
Uiteraard is de kerk inmiddels een monument, net als een aantal andere publieke gebouwen en een groot deel van de woningen. Een mooie garantie dat de sfeer er nog wel even zal blijven zoals die is. Alleen even opletten dat er geen Paddelbaan komt, denk ik, maar daar zullen de vermoedelijk goed opgeleide omwonenden wel voor zorgen.