Op de valreep van oud en nieuw kreeg ik weer eens een andere route toebedeeld door Post NL. Een collega had kennelijk een weekje vrij genomen na de drukke kerstperiode. Ik had ooit al eens eerder bezorgd op het Prins Bernardplein en omgeving, maar het leek me niet echt een straat om over naar huis te schrijven. Het is nogal een verkeersriool daar, rond die grote rotonde.
Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost. Anja van Mil maakte de foto.
Maar toevallig kwam ik dit weekend in het veel geprezen boek ‘Oroppa’ een verwijzing tegen naar de liftplaats die daar ooit is aangelegd. Volgens mij was het de eerste officiële liftplaats van Nederland, met een eigen verkeersbord met daarop het bekende duimpje omhoog. Het bord staat er nog steeds, maar lifters zie je er nog maar zelden.
Zelf heb ik er in de jaren 80 best vaak gestaan met m’n kartonnen bordje ‘Emmeloord’. De studenten OV-kaart was nog niet uitgevonden en liften naar mijn ouders was goedkoper dan de buslijn van de Flevodienst. Die bus had vooral ook als nadeel dat hij een enorme omweg had in Lelystad om alle voormalig Amsterdammers zo dicht mogelijk bij hun nieuwe ruime polderwoningen af te zetten.
Op een vrijdagmiddag was je er met een duidelijk bordje meestal zo weg. Het enige risico was dat je op een verkeerde plek langs de snelweg uit de auto werd gezet. Meestal liep het wel goed af en ik had vaak leuke gesprekken met de bestuurders. Eén keer kwam ik terecht in een Renault 4, bij een oude man die bijna nooit meer reed. Hij reed zo voorzichtig, dat het bijna weer gevaarlijk werd, maar ook die keer liep het goed af.
Nu ik weer eens de post ging bezorgen op het dat herrieplein viel me op dat die grote bakstenen flat aan het Prins Bernardplein eigenlijk best bijzonder is. Het heet het ‘Louise Wenthuis’ en het complex uit 1963 is blijkbaar ontworpen door de eerste vrouwelijke architect Margaret Staal-Kropholler. Op internet las ik dat de flat destijds bedoeld was voor alleenstaande vrouwen. Maar toen ik er op de tweede dag van het jaar een ruim 80 jaar oude bewoner tegenkwam, vertelde hij me dat het zeker niet alleen voor vrouwen was. Hij woonde er zelf al 50 jaar en was inderdaad nog steeds alleen.
De oude baas bleek naar goed Amsterdams gebruik een geboren mopperaar, want volgens hem deugde er maar weinig meer aan de wereld. Het meest actueel waren zijn ergernissen aan ’t vuurwerk en de bijbehorende vernielingen. Maar na wat doorvragen van mijn kant kwam er nog veel meer ellende aan het licht.
Gelukkig had hij wel veertig jaar met plezier op begraafplaats Zorgvlied aan de Amsteldijk gewerkt voordat hij zo’n dertig jaar geleden op 55-jarige leeftijd de VUT in mocht. Dat was maar goed ook, want al die veranderingen toen, met name verband houdend met de automatisering, waren een regelrechte ramp! Nadat ik alle achtig brievenbussen had gevuld met nagekomen kerstkaarten en loterijenpost (wanneer houdt dat een keer op?) wensten we elkaar toch maar een mooi nieuwjaar toe. De zon scheen weer eens een keer, dus dat was alvast een mooi begin.