Twee keer per week hobbel ik al een paar jaar met mijn volle PostNL-fietstassen door de Transvaalstraat om zo de drukte en de bouwoverlast in de Pretoriusstraat een beetje te vermijden. Steeds denk je, het zal nu toch wel een keer klaar zijn met die renovaties en dan beginnen ze weer aan een nieuw oud blok.
Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost. Anja Van Mil maakte de foto.
De Transvaalstraat is net zo lang als de Pretoriusstraat, maar er is geen doorgaand verkeer. Behoudens enkele hoekpanden vind je er ook geen winkels en horecagelegenheden. Een echte woonstraat dus. Er zitten een paar flauwe bochten in en in de herfst staan bomen met mooie rode herfstbladeren. Op het Transvaalplein vind je een flinke speeltuin. Op de gevels van de huizen staan foto’s en teksten over de geschiedenis van de buurt.
Verder is er niet zoveel om over te schrijven dacht ik, totdat ik laatst de prachtige film ‘Nesjomme’ zag over het dagelijks leven van Joodse Amsterdammers in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. De meeste scenes spelen zich af in de oude Joodse buurt rond de Jodenbreestraat. Het was er altijd druk op straat met de vele handelaren en spelende kinderen. De mensen woonden toen vaak extreem klein met hele families in soms maar één kamer, dus je moest wel de straat op overdag.
Opeens kwam er toen een beeld voorbij van de Transvaalbuurt. Daar werd rond 1920 gebouwd aan een nieuwe woonbuurt voor voornamelijk Joodse handarbeiders, ter vervanging van de gesloopte woningen op Uilenburg, één van de Joodse buurten in de oude binnenstad. De commentaarstem in de film sprak op basis van authentieke verhalen van Joodse Amsterdammers uit die tijd over de Transvaalbuurt als van een mooie, maar wel erg saaie buurt en nog heel ver weg ook.
Ik realiseerde me ineens dat we naar een soort Vinexwijk van een eeuw geleden zaten te kijken. Het zag er inderdaad nogal aangeharkt en netjes uit. Op oude foto’s uit diezelfde tijd zie je ook dat zo’n straat als de Transvaalstraat er nogal leeg uit ziet. Geen auto’s nog natuurlijk, maar ook geen handkarren en verkoopstalletjes voor de deuren. En nauwelijks mensen op straat.
Met de grote deportaties tijdens de Tweede Wereldoorlog is het natuurlijk allemaal tragisch afgelopen met de meeste bewoners van de Transvaalbuurt en zo ook met die van de Transvaalstraat. In die film hebben de mensen die je ziet en hoort natuurlijk nog geen weet van deze toekomst en leeft nog de hoop dat Nederland wederom neutraal zal blijven in de oorlog die wel degelijk al in de lucht hing.
De eerstvolgende keer nadat ik die film gezien had en ik door de Transvaalstraat fietste keek ik met andere ogen naar de huizen die er nu al zo’n honderd jaar staan. Het was er misschien wat saaier dan in de binnenstad, maar wel mooi en met ruime woningen voor de jonge gezinnen die er hoopvol naar de toekomst toe kwamen wonen. Ik ben benieuwd hoe men over 100 jaar naar de eerste filmbeelden van een wijk als IJburg zal kijken. Hopelijk dan zonder terugblik op een zwarte periode zoals een oorlog.