Tussen 1982 en 1990 woonde ik aan de Pieter Vlamingstraat in de Dapperbuurt. Zoals Marcel van Engelen in zijn mooie boek ‘De Stad’ beschreef was het de overgangsperiode tussen ‘als je als Amsterdams gezin verder met je leven wil, ga dan maar lekker in Purmerend of Almere wonen’ en ‘ook in Amsterdam gaan we weer bouwen voor jonge gezinnen en andere mensen die toch liever in de stad blijven wonen’.
Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.
Wij kozen in die periode voor een pakhuisappartement in het Oostelijk Havengebied, maar als het aan mij had gelegen was een mooi appartement aan de vlakbij gelegen Alexanderkade ook een mooi alternatief geweest. Daar, op het voormalige terrein van de Oranje Nassaukazerne mochten zes architecten uit Japan, Griekenland, Frankrijk, Denemarken, Groot-Brittannië en de VS rond 1990 ieder een woontoren bouwen. Hoewel de gebouwen samen wel een soort eenheid vormen, hebben ze allemaal ook een eigen karakter gekregen.
Ik loop en fiets er nog altijd graag voor langs over de autovrije Alexanderkade, want het is er relatief rustig en het ligt aan de zonnige kant van het water van de Singelgracht, uitkijkend over de Dapperbuurt. Met het Olifantsbruggetje kun je daar naar toe lopen om je er net als J.C. Bloem even ‘domweg gelukkig in de Dapperstraat’ te wanen.
Langs de kade scharrelen vaak wat ganzen rond en er liggen kleine bootjes, waarvan er in de winter altijd wel een paar op het punt staan om te zinken. Soms vergeten mensen wel eens wat ze in de zomer als hobby hadden.
Behalve de torentjes van de zes architecten staat er nog een bijzonder gebouw, langs het Johanna ter Meulenplein. Het is een lang woongebouw met een flauwe bocht erin, met op het dak een goudkleurig kunstwerk genaamd Danser. De naakte figuur, bedacht door kunstenaar Henk Herman Visch, balanceert op één voet en beweegt op basis van stroom uit zonnepanelen met een snelheid van 4 meter per dag over de 90 meter lange dakrand. Althans, dat was de bedoeling, want al geruime tijd heb ik de indruk dat de danser definitief tot stilstand is gekomen. Maar dat kan natuurlijk ook komen door al die sombere dagen van de laatste weken.
Die Johanna Elisabeth ter Meulen was trouwens een pionier op het gebied van sociale woningbouw, lees ik op Wikipedia. Mooi dat ze met haar straatnaam op zo’n fraai groen plein geëerd is. Ook met de andere straatnamen achter de Oranje Nassaukazerne worden beroemde vrouwen geëerd: Louise Went en Wilhelmina Blomberg waren ook actief in de sociale woningbouw. En de nog bekendere stedenbouwkundige Jacoba Mulder drukte helemaal haar stempel op de stadsontwikkeling van Amsterdam. Ik denk dat deze vrouwen allemaal trots geweest zouden zijn op dit bijzondere plekje aan de rand van het centrum als ze hier nu nog even hadden mogen rondkijken.
Kortom, als je de plek nog niet kent, loop dan vooral eens een rondje achter die lange aan de voorkant wat sombere kazerne, waar vroeger vooral de mannen de dienst uitmaakten. En kijk op zonnig dagen vooral ook even naar boven om te controleren of de Danser alweer beweegt.