Het was een zwoele zomeravond en ik had mijn gewoonte uit de coronatijd om ’s avonds nog even een wandelingetje te doen in de buurt weer eens opgepakt. Iedereen van boven de 6 jaar kan zich die gekke tijd nog wel herinneren: je zat de hele dag noodgedwongen thuis achter een computer – ik had toen nog een respectabele baan bij de gemeente – en dan kon je er ’s avonds vóór de avondklok nog even op uit zonder de gevreesde besmetting op te lopen.

Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.

Mijn wandeling voerde me naar de Wijttenbachstraat. Normaal geen straat waar je graag doorheen loopt, want het is vooral een straat voor auto’s, fietsen en openbaar vervoer. Veel gelegenheid om naar de panden in die straat te krijgen krijg je met zo’n vervoermiddel niet, want het is er bijna altijd druk, dus je moet er je ogen vooral op de weg houden.

Er nu langs lopend viel me op hoe groot het voormalige PTT-kantoor in deze straat is. In de jaren 80 was dat een drukke en belangrijke plek waar ik toch minstens één keer per week naartoe moest om postzegels, een telefoonkaart of geld te halen. In mijn geval was dat zo’n 125 gulden per week als ik het me goed herinner. Een bedrag waarvoor je tegenwoordig (omgerekend is het net iets meer dan 50) net één rondje van kunt betalen in een lokale kroeg. Als je niet te veel vrienden hebt tenminste.

De PTT, het voormalige Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, was voor de opsplitsing en privatisering in de jaren 90 een van de grootste werkgevers in Nederland. De vele medewerker waren ambtenaar. Toen ik twee jaar geleden bij PostNL in dienst trad als parttime postbezorger werd ik ingewerkt door iemand die zo’n veertig jaar geleden was begonnen als postbode. Hij vertelde me dat hij speciaal voor deze baan uit Friesland was verhuisd naar Amsterdam. Toen was het nog een respectabele baan, waar een goed salaris, een uniform en een pet bij hoorde. Ook sommige andere oudere collega’s kijken nog met enige weemoed terug op deze tijd.

Dat de tijden veranderd zijn zie je niet alleen aan het gebouw aan de Wijttenbachstraat dat tegenwoordig onder de naam PostOost dienst doet als participatiecentrum voor bewoners van Oost. Ze helpen daar mensen via activiteiten, vrijwilligerswerk en een opstap naar werk. De voormalige Postbank is opgegaan in de ING, één van de grootste banken van Nederland. Wat ooit het telefoonbedrijf was heet nu KPN en is een internationaal opererend telecommunicatiebedrijf geworden. Ook PostNL is als bezorger van brievenpost en pakketten het commerciële pad opgegaan. Om dat te benadrukken zijn ze tegenwoordig samen met DSM sponsor van een bekende Nederlandse wielerploeg. Dat laatste zie ik maar als stimulans om ons als bezorgers nog iets sneller te laten rijden op onze eigen fietsen, want zo’n gesponsord racefietsje zit er voor ons natuurlijk niet in. Wel kregen we een paar maanden geleden een brief van het hoofdkantoor met daarin een cadeaubon ter waarde van een tientje voor een zelf aan te schaffen ‘nette broek’. Dan weet je weer waar de prioriteiten liggen bij zo’n commercieel bedrijf.

Gelukkig ondervond ik laatst in een nogal warme week dat er vanuit onze ‘klanten’ nog steeds wel respect is voor de postbezorger. Op dinsdag kreeg ik in het Amsteldorp volkomen onverwachts een briefje van vijf in mijn handen gestopt ‘om straks wat te drinken van te kopen’. En twee dagen later werd me in dezelfde buurt een koud blikje Fanta in m’n handen gedrukt. Zo zie je maar dat voor een beetje respect en waardering echt geen ‘uniform met pet’ nodig is.

Al deze overdenkingen dank ik aan mijn avondwandeling door onder meer de Wijttenbachstraat. Waar een ommetje al niet goed voor is. Ik kan het iedereen aanraden.

Lees ook
De andere straten van Fokko Kuik