Met de Hugo de Vrieslaan zelf heb ik niet zoveel. Door een tekstje dat ik hierover zou kunnen bedenken ben je net zo snel heen als door de straat zelf, want het is een echte doorrij-straat. Het is dan ook één van die weinige straten waar je ook nu nog gewoon 50 km/u mag rijden.
Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.
N
ee, het interessantst van de Hugo de Vrieslaan zijn de straatjes en hofjes die deel uitmaken van de wijk Jeruzalem. De omgeving van de Hugo de Vrieslaan dus. Onlangs mocht ik er weer eens de post rondbrengen. Het zijn over het algemeen korte straatjes met lage witte huisjes, die op zichzelf al klein zijn, maar meestal ook nog eens zijn onderverdeeld in ‘huis’ en ‘1 hoog’. Je kunt je bijna niet meer voorstellen dat ze ooit voor hele gezinnen bedoeld waren.
Het voordeel van deze straten vergeleken met de flatwijken waar ik ook wel eens moet bezorgen is dat je er makkelijk contact maakt. Het is hier net een dorp heb ik al meermalen gehoord van de bewoners. Het is dan ook een typisch voorbeeld van een tuindorp, zoals we die ook kennen en Noord en Nieuw-West. Op Wikipedia vind je er een hele pagina over waarop onder andere te lezen valt dat de wijk officieel Tuindorp Frankendael heet. Maar zoals dat in Amsterdam gaat komt er dan al gauw een bijnaam voor in de plaats die bekender wordt: Jeruzalem.
De oorspronkelijke woningen stammen uit beginjaren ‘50 van de vorige eeuw, de tijd van de grote woningnood van net na de oorlog. Ze zijn gebouwd volgens het Airey-systeem, een snelle prefab-methode die ook in Engeland veel werd toegepast. Mijn opa en oma woonden ook in zo’n woning in Emmeloord. Daar zijn ze al lang afgebroken en vervangen door wat degelijker woningen.
In Amsterdam was er in 2000 ook een plan om de gehele wijk te slopen vanwege de slechte kwaliteit. Na vele protesten zijn die plannen aangepast en bleef twee derde deel van de woningen staan. In 2010 is de wijk – als eerste naoorlogse wijk – zelfs uitgeroepen tot rijksmonument. Dit vooral vanwege de cultuurhistorisch waarde. De architectonische en stedenbouwkundige inzichten die hier in het klein werden toegepast werden later gebruikt in de bouw van de veel omvangrijkere westelijke tuinsteden.
Inmiddels zijn de woningen in de straten waar ik bezorg gerenoveerd. Volgens een bewoner die ik er kortgeleden sprak was de kwaliteit van de renovatie niet al te best, met onder andere veel lekkages tot gevolg. Toch was hij na 6 jaar nog steeds tevreden over zijn kleine woning met tuin, maar dat kwam vooral door het groene en dorpse karakter van de buurt. Verderop hebben ze dure koopwoningen neergezet. Ik mocht raden naar de prijs, maar zat met zes ton toch nog drie ton te laag.
Gezien de huidige woningnood vraag ik me vanuit mijn stedenbouwkundige hart wel af of de keuze om uit voornamelijk nostalgische redenen een groot deel van deze wijk te laten staan wel te rechtvaardigen is. Zo vlak bij het Amstelstation hadden hier met behoud van groen ook wat meer en betere woningen kunnen worden gebouwd. En hadden nog iets meer mensen dan nu kunnen genieten van het heerlijke wonen tussen het groen van Park Frankendael en de Nieuwe Ooster.
Maar tot de tijd dat dat soort plannen weer opduiken gun ik de bewoners hier nog jaren hun gezellige dorpse leven in onze kleine wereldstad.
Lees ook
De andere straten van Fokko Kuik