Rond het jaar 2000 kregen de plannen om IJburg aan te leggen steeds meer vorm. Als Amsterdam-Oost bewoner, maar ook als professional, betrokken bij ruimtelijke ontwikkelingen op de langere termijn, was ik erg benieuwd naar hoe het daar zou worden.

Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.

T

oen de eerste open dagen georganiseerd werden op het pas opgespoten eerste proefeiland gingen we er met een bootje naartoe. En we wandelden over de lange strekdam die het IJmeer instak om een indruk te krijgen van de weidsheid van de toekomstige woonwijk. Ook de brochures van de nog te bouwen woningen bladerden we met veel belangstelling door, want een iets groter huis zou wel handig zijn en de kinderen wilden liever niet naar buiten Amsterdam verhuizen.

Later, toen de eerste bruggen waren aangelegd, fietsten we op zondag wel eens over het grote rieteiland, waar de eerste woningen verrezen. Het pionieren in een nieuw gebied trok ons als zoon en dochter van pioniers uit de Noordoostpolder ook wel aan, al vonden we het wel ver van de stad. Uiteindelijk hebben we in 2003, na een flinke prijsdaling als gevolg van het uit elkaar spatten van de Internet-bubble, toegeslagen en kochten we een huis aan de Zwanebloemlaan. Dat was ongeveer een jaar nadat de eerste bewoners in dezelfde straat de eerste sleutel overhandigd hadden gekregen.

Er waren door de gemeente en de projectontwikkelaars prachtige vergezichten geschetst van het toekomstige IJburg, dat allesbehalve een slaapstad zou moeten worden. Maar in eerste instantie was het toch vooral behelpen met een soort noodsupermarkt in een tent en een eerste eetcafé in Blok 4. Ons huis met maar liefst vier verdiepingen was heerlijk groot, maar voor stedelijk vertier moest je toch terug naar de oude stad. Toen in 2005 de IJtram in gebruik werd genomen en in 2006 de Nesciobrug werd geopend kwam de stad psychologisch gezien wel een stukje dichterbij.

Bijkomend voordeel van de geïsoleerde ligging in de beginjaren was dat er veel leuke bewonersinitiatieven op gang kwamen. IJburg TV, website de IJbrug, culturele activiteiten in het Blauwe Huis, de Kinderbieb ‘Lees je Blauw’ en de Brugkrant zijn daar mooie voorbeelden van. Ook het Blijburgstrand van Stanja van Mierlo was een mooi initiatief dat de eerste IJburgers bij elkaar bracht. Na een paar jaar zaten de mensen soms al op zondagavond op klapstoeltjes te wachten totdat de verkoop van een nieuw woningblok op IJburg zou starten.

Dat het al snel een echte stadswijk werd, bleek ook wel uit het feit dat we een keer vroeg wakker werden toen een paar huizen verder de zogenaamde Ananasbende, die cocaïne smokkelde vanuit Zuid-Amerika, met veel politiegeweld werd opgerold.

Inmiddels is deze ‘oudste’ straat van IJburg al lang volgebouwd en als ik er nog wel eens kom valt me vooral op hoe groot de bomen zijn geworden. Het braakliggende grasveldje waar we destijds met onze buren oud en nieuw vierden met flink kampvuur, heeft plaats gemaakt voor dure twee-onder-een-kappers. Hoewel we na negen jaar, nadat de kinderen uit huis gingen om te gaan studeren, zelf ook weer naar de oude stad zijn terugverhuisd kijken we met een warm gevoel terug op deze bijzondere jaren. En hoewel IJburg nog lang niet af is, blijf ik het toch als een geslaagde poging zien om een nieuwe stad in het water te maken.

Lees ook
De andere straten van Fokko Kuik