Deze zomer werd ik een paar keer als invalpostbode ingezet in de Christiaan de Wetbuurt, vlakbij het Amstelstation. Het is er wat chiquer dan in het noordelijke deel van het Amsteldorp, waar ik de laatste maanden veel vaker kom. Er zijn meer koophuizen en veel woningen hebben weelderige voortuintjes. Deze worden over het algemeen beter onderhouden dan in dat andere deel, dat volledig uit huurwoningen bestaat en waar nog steeds gevreesd wordt voor gedeeltelijke sloop. Ik kan me ook wel een beetje voorstellen dat je dan niet heel veel energie meer in je tuintje gaat steken.

Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.

Een ander opvallend kenmerk van de De Wetbuurt zijn de vele tuinhekjes. Ik geef eerlijk toe dat ik daar geen enthousiast voorstander van ben als postbode, tenzij de brievenbus dan meteen naast het hekje wordt geplaatst, maar dat komt niet veel voor.

Maar het meest bijzondere is dat het steeds zo warm is als ik er kom bezorgen. Tot twee keer toe rond de 30 graden! Ik kreeg al diverse glaasjes water aangeboden en een van de buurtbewoners merkte op dat ‘het aardig aan het dooien was’. Dat kon je inderdaad wel zeggen. Ik wilde natuurlijk niet achterblijven met een bijdehante opmerking en zei dat die hoge temperatuur te danken was aan de straatnamen die je hier aantreft: Fahrenheitstraat, Fahrenheitsingel en Celsiusstraat. Toen ik het thuis nog eens nazocht bleek ook de Reaumurstraat te verwijzen naar een natuurwetenschapper die een eigen, veel minder bekende temperatuurschaal had bedacht. Ik miste alleen de Kelvinstraat nog is dit rijtje.

Maar wat heeft die Christiaan de Wet daar nu mee te maken, met al die temperatuurfreaks. Helemaal niks volgens Wikipedia, want Christiaan Rudolf de Wet was een Zuid-Afrikaanse politicus en boerengeneraal tijdens de Tweede Boerenoorlog.

Toen deze buurt, die tot 1922 hoorde bij de gemeente Watergraafsmeer, werd geannexeerd door Amsterdam werden de straatnamen er veranderd. Er was al een Transvaalbuurt in Oost en daarom moesten de nog levende ‘helden’ uit de Boerenoorlogen op de straatnaambordjes plaatsmaken voor wetenschappers.

Het is er leuk wonen begreep ik al van meerdere bewoners, die in deze tijd van het jaar natuurlijk ook wat vaker buiten te vinden zijn. Van een vroegere kennis die er al jaren woont, begreep ik dat een deel van de woningen aan de Von Liebigweg kort na de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd door de Nederlandse Spoorwegen. De NS’ers die er woonden hielpen mee om de oorlogsschade te herstellen. Jammer dat ik er in de negentiger jaren, toen ik zelf werkte bij NS, nooit een woning aangeboden heb gekregen.

Een laatste opvallende ontdekking die ik in op mijn postronde in deze buurt deed, is dat er ook nog een stukje Weesperzijde te vinden is. Ver weg van de drukke Weesperzijde langs de Amstel, die iedereen wel kent, vind je nier nog de huisnummers 280 tot 300. Ik kan me voorstellen dat mensen die deze adressen zochten wel eens tot wanhoop gedreven zijn toen Google ons nog niet de weg kon wijzen.

Afijn, ik heb er weer wat van geleerd. Ik kom graag nog eens terug in dit gezellige buurtje als het weer eens wat koeler is. O ja, wat mij betreft mogen die hekjes gewoon open blijven staan, tenzij er valse honden achter zitten natuurlijk, want die zijn gek op postbezorgers en dat is niet wederzijds.

Lees ook
De andere straten van Fokko Kuik